Toelatingsnummer 11955 N

Cliophar 100 SL  

 

11955 N

 

 

 

 

 

 

 

 

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN

GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

 

1 UITBREIDING AFGELEIDE TOELATING

 

Op d.d. 10 november 2011 (20110977 UAG) is van

 

AGRIPHAR S.A.

RUE DE RENORY 26 -1

4102 OUGREE

BELGIË

 

een wijzigingsverzoek ontvangen voor het wettelijk gebruiksvoorschrift en gebruiksaanwijzing dat gekoppeld is aan de toelating van het gewasbeschermingsmiddel, op basis van de werkzame stof clopyralid

 

 

 

Cliophar 100 SL

 

Op dit verzoek is artikel 45 Verordening 1107/2009/EG van toepassing.

 

 

BESLUIT HET COLLEGE als volgt:

 

1.1  Uitbreiding

1.     Het gebruiksgebied van het middel Cliophar 100 SL wordt met ingang van datum dezes  uitgebreid met de toepassing als onkruidbestrijdingsmiddelen in diverse gewassen. Voor de gronden waarop dit besluit berust wordt verwezen naar hoofdstuk 3 van dit besluit.

 

2.     De toelating geldt tot 1 oktober 2021.

 

1.2  Samenstelling, vorm en verpakking

De toelating geldt uitsluitend voor het middel in de samenstelling, vorm en de verpakking als waarvoor de toelating is verleend.

 

1.3  Gebruik

Het middel mag slechts worden gebruikt met inachtneming van hetgeen in bijlage I onder A bij dit besluit is voorgeschreven.

 

1.4 Classificatie en etikettering

 

Artikel 31, tweede lid Verordening 1107/2009/EG biedt de basis voor het stellen van voorschriften.

 

1.    De aanduidingen, welke ingevolge artikelen 9.2.3.1 en 9.2.3.2 van de Wet milieubeheer en artikelen 14, 15a, 15b, 15c en 15e van de Nadere regels verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten op de verpakking moeten worden vermeld, worden hierbij vastgesteld als volgt:

 

aard van het preparaat: vloeistof

 

werkzame stof:

gehalte:

clopyralid

100 g/l

 

 

 

letterlijk en zonder enige aanvulling:

 

andere zeer giftige, giftige, bijtende of schadelijke stof(fen):  

-

 

gevaarsymbool:

aanduiding:

-

-

 

 

Waarschuwingszinnen: 

 

-  

 

 

 

Veiligheidsaanbevelingen:

 

S21                 -Niet roken tijdens gebruik.

 

Specifieke vermeldingen:

 

DPD01            -Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

 

  1. Behalve de onder 1. bedoelde en de overige bij de Wet Milieugevaarlijke Stoffen en Nadere regels verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten voorge­schreven aanduidingen en vermeldingen moeten op de verpakking voorkomen:

 

    1. letterlijk en zonder enige aanvulling:
      het wettelijk gebruiksvoorschrift
      De tekst van het wettelijk gebruiksvoorschrift is opgenomen in Bijlage I, onder A.

 

    1. hetzij letterlijk, hetzij naar zakelijke inhoud:
      de gebruiksaanwijzing
      De tekst van de gebruiksaanwijzing is opgenomen in Bijlage I, onder B.
      De tekst mag worden aangevuld met technische aanwijzingen voor een goede bestrijding mits deze niet met die tekst in strijd zijn
      .

 

c.      bij het toelatingsnummer een cirkel met daarin de aanduiding W.2.

 

1.5 Respijtperiode

In dit geval kennen wij geen respijtperiode toe op grond van artikel 46 van de Verordening 1107/2009/EG. Verpakkingen met W.1 mogen worden afgeleverd en opgebruikt.

 

2 DETAILS VAN DE AANVRAAG

 

2.1 Aanvraag

Het betreft een aanvraag tot uitbreiding van het gebruiksgebied van het middel Cliophar 100 SL (11955 N), een middel op basis van de werkzame stof clopyralid. Het middel is toegelaten als onkruidbestrijdingsmiddel in de teelt van suiker- en voederbiet. Met onderliggende aanvraag wordt uitbreiding van de toelating aangevraagd als onkruidbestrijdingsmiddel:

a)            in de teelt van maïs;

b)            in de teelt van koolzaad;

c)            in de teelt van vlas;

d)            in de onbedekte teelt van aardbei;

e)            in de teelt van rode kool, savooienkool, spitskool, witte kool, spruitkool, bloemkool en broccoli

f)              in de onbedekte teelt van bloemzaad;

g)            in de onbedekte teelt van meekrap;

h)            in de onbedekte teelt van brandnetels.

 

2.2 Informatie met betrekking tot de stof

n.v.t.

 

2.3 Karakterisering van het middel

n.v.t.

 

2.4 Voorgeschiedenis

De aanvraag is op 11 november 2011 ontvangen; op 14 november 2011 zijn de verschuldigde aanvraagkosten ontvangen.

 

 

3 GRONDSLAG WIJZIGING

 

Een afgeleide toelating is een toelating van een middel, dat reeds onder een andere handelsnaam is toegelaten en dat in onveranderde samenstelling voor eenzelfde doel zal
wor­den ge­bruikt als voor­zien in de oorspronkelijke toelating.

 

Het middel Cliophar 100 SL is een afgeleide toelating van het middel LONTREL 100, 11526 N.

 

Bij besluit van 14 oktober 2011 is de toelating van LONTREL 100, 11526 N, uitgebreid met bovengenoemde toepassingen. Op grond hiervan kan het gebruiksgebied van de toelating van het middel Cliophar 100 SL ook worden uitgebreid.

 


Eindconclusie

Bij gebruik volgens het gewijzigde Wettelijk Gebruiksvoorschrift/Gebruiksaanwijzing is de toelating van het middel Cliophar 100 SL op basis van de werkzame stof clopyralid voldoende werkzaam en heeft het geen schadelijke uitwerking op de gezondheid van de mens en het milieu.

 

 

Degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken kan gelet op artikel 119, eerste lid, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 7:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt een bezwaarschrift indienen bij: het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), Postbus 217, 6700 AE WAGENINGEN. Het Ctgb heeft niet de mogelijkheid van het elektronisch indienen van een bezwaarschrift opengesteld.

 

 

Wageningen, 21 december 2011

 

 

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN  GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN  BIOCIDEN,
voor deze:
de secretaris,



dr. A.T.C. Bosveld

 

 



HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

 

BIJLAGE I bij het besluit d.d. 21 december 2011 tot uitbreiding van de toelating van het middel Cliophar 100 SL, toelatingnummer 11955 N

 

 

A.

WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

.

 

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel :

a)        in de teelt van suiker- en voederbiet;

b)        in de teelt van maïs;

c)        in de teelt van koolzaad;

d)        in de teelt van vlas;

e)        in de onbedekte teelt van aardbei;

f)          in de teelt van rode kool, savooienkool, spitskool, witte kool, spruitkool, bloemkool en broccoli

g)        in de onbedekte teelt van bloemzaad;

h)        in de onbedekte teelt van meekrap;

i)           in de onbedekte teelt van brandnetels.

 

Brandnetel mag niet voor menselijke consumptie worden gebruikt.

 

Restproducten uit de teelt van vlas en brandnetel mogen niet worden vervoederd.

 

Om het grondwater te beschermen mag dit product niet worden gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden.

 

Om niet tot de doelsoorten behorende planten te beschermen is toepassing op perceelsranden die niet grenzen aan oppervlaktewater uitsluitend toegestaan indien gebruik wordt gemaakt van driftarme spuitdoppen in combinatie met een kantdop.

 

Dit middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik.

 

 

B.

GEBRUIKSAANWIJZING

 

Algemeen

Cliophar 100 SL is een systemisch bladherbicide. Het middel bij voorkeur spuiten bij groeizaam weer, bij temperaturen van + 15 oC en hoge luchtvochtigheid. Niet spuiten bij temperaturen hoger dan 25 oC of als binnen 6 uur regen wordt verwacht.

Cliophar 100 SL heeft een goede werkzaamheid tegen samengesteldbloemige onkruiden en distels.

Het gebruik in de onbedekte teelt van bloemzaad, meekrap en brandnetels is beoordeeld conform de “vereenvoudigde uitbreidingsprocedure”. Er zijn voor deze toepassingen geen werkzaamheids- en fytotoxiciteitonderzoeken uitgevoerd. Er wordt daarom aangeraden een

proefbespuiting uit te voeren, voordat het middel gebruikt wordt.

 


Toepassingen

Suiker- en voederbiet

Tijdstip van toepassing: 1 tot 10 bladstadium van de bieten (BBCH 10-19)

Dosering: 0,5 of 1,2 liter middel per ha

 

De volle dosis van 1,2 l/ha wordt toegepast op bieten in 8 of 9 bladstadium ter bestrijding van distels en samengesteldbloemige onkruiden.

 

3 fracties van 0,5 l/ha Cliophar 100 SL toevoegen aan de standaardmiddelen van het lage doseringssysteem vanaf het 2-bladstadium van de biet. Een interval van 7 dagen tussen de behandelingen dient gerespecteerd te worden.

Deze toevoeging van 3 x 0,5 l/ha Cliophar 100 SL bestrijdt zeer kleine hondspeterselie en driedelig tandzaad en heeft eveneens een werking tegen o.a. veelknopigen, zwarte nachtschade, kamille-soorten, akkerkool en klein kruiskruid.

 

Maïs

Tijdstip van toepassing: 6 tot 10 bladstadium van de mais (BBCH 16-19)

Dosering: 1,2 l middel per ha

 

Koolzaad

Tijdstip van toepassing: vanaf het 2 bladstadium in de herfst, of na het hernemen van de groei en voor het begin van de bloei in de lente.

Dosering: 1,2 l middel per ha

 

Vlas

Tijdstip van toepassing: 12 tot 18 cm hoogte van het vlas, niet spuiten na het verschijnen van de bloemknop

Dosering: 1,0 l middel per ha

 

Onbedekte teelt van aardbei

Tijdstip van toepassing: BBCH 15 tot 97 (zomer/herfst)

Dosering: 0,5 of 1,0 l middel per ha

 

De volle dosis van 1,0 l/ha wordt toegepast in het najaar na de oogst (BBCH 90-97) ter bestrijding van distels en samengesteldbloemige onkruiden.

 

Gefractioneerde toepassing van Cliophar 100 SL in 2 fracties van 0,5 l/ha ter bestrijding van kleine éénjarige onkruiden.

De behandeling dient plaats te grijpen vanaf 10 dagen na het planten in de zomer (BBCH
15-19)
en zal herhaald worden in functie van het stadium van de aardbeien of de onkruiden. Een interval van 7 dagen tussen de behandelingen dient gerespecteerd te worden.

 

Rode kool, savooie kool, spitskool, witte kool, spruitkool, bloemkool en broccoli

Tijdstip van toepassing: BBCH 12-18 (3 tot 4 weken na het planten)

Dosering: 0,5 of 1,0 l middel per ha

 

De volle dosis van 1,0 l/ha wordt toegepast vanaf het 2 bladstadium of 3 tot 4 weken na planten ter bestrijding van distels of samengesteldbloemige onkruiden.

 

Gefractioneerde toepassing van Cliophar 100 SL in 2 fracties van 0,5 l/ha ter bestrijding van kleine éénjarige onkruiden.

De eerste behandeling vindt plaats op BBCH 15-16 en de tweede op BBCH 17-18. Een interval van 10 dagen tussen de behandelingen dient gerespecteerd te worden.

 

Bloemzaadteelt

Tijdstip van toepassing: periode van 1 maart tot en met 31 oktober

Dosering:

- 1 x 0.75-1.2 l middel per ha voor opkomst of

- 2 of 3 x 0.5 l middel per ha (LDS, na opkomst) met een interval van tenminste 7 dagen.

 

Onbedekte teelt van meekrap

Tijdstip van toepassing: Pleksgewijze toepassing: periode van 1 april tot en met 31 juli, Volveldstoepassing: direct na het planten in de periode van 1 april tot 31 mei.

 

Ter bestrijding van akker- en melkdistel, en andere onkruidplanten in een later ontwikkelingsstadium

Dosering:

Met een veldspuit: 1.2 l middel per ha voor de te behandelen perceelsgedeelten

 

Ter bestrijding van diverse onkruiden. Bij voorkeur toepassen op zeer jonge onkruiden, kiemlob- tot 2 echt bladstadium

Dosering:

- 1.2 l middel per ha, maximaal 1 maal toepassen direct na het planten of

- 0.5 l middel per ha, maximaal 3 maal toepassen gedurende het groeiseizoen met een interval van tenminste 7 dagen.

 

Onbedekte teelt van brandnetel

Tijdstip van toepassing: na opkomst

Dosering: 0.75-1.2 l middel per ha

 

Waarschuwing

Bij het mislukken van de teelt kunnen problemen verwacht worden bij de teelt van de vervanggewassen boon, erwt, aardappel, klaver, sla, schorseneer, witlof, chicorei, wortel, ui, spinazie (deze lijst is niet volledig).