HET COLLEGE
VOOR DE TOELATING VAN
GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN
EN BIOCIDEN
1
UITBREIDING AFGELEIDE TOELATING
Op d.d. 10 november 2011 (20110977 UAG) is van
een wijzigingsverzoek ontvangen voor het wettelijk gebruiksvoorschrift en gebruiksaanwijzing dat gekoppeld is aan de toelating van het gewasbeschermingsmiddel, op basis van de werkzame stof clopyralid
Op dit verzoek is artikel
45 Verordening 1107/2009/EG van toepassing.
BESLUIT HET COLLEGE als volgt:
1.1 Uitbreiding
1. Het gebruiksgebied van het middel Cliophar 100 SL wordt met ingang van datum dezes uitgebreid met de toepassing als onkruidbestrijdingsmiddelen in diverse gewassen. Voor de gronden waarop dit besluit berust wordt verwezen naar hoofdstuk 3 van dit besluit.
2. De toelating geldt tot 1 oktober 2021.
1.2 Samenstelling, vorm en verpakking
De toelating geldt uitsluitend voor het middel in de samenstelling, vorm en de verpakking als waarvoor de toelating is verleend.
1.3 Gebruik
Het middel mag slechts worden gebruikt met inachtneming van hetgeen in bijlage I onder A bij dit besluit is voorgeschreven.
1.4 Classificatie en etikettering
Artikel 31, tweede lid Verordening 1107/2009/EG biedt de basis voor het
stellen van voorschriften.
1. De aanduidingen, welke ingevolge artikelen 9.2.3.1 en 9.2.3.2 van de Wet milieubeheer en artikelen 14, 15a, 15b, 15c en 15e van de Nadere regels verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten op de verpakking moeten worden vermeld, worden hierbij vastgesteld als volgt:
aard van het preparaat: vloeistof
werkzame stof: |
gehalte: |
clopyralid |
100 g/l |
letterlijk en zonder enige
aanvulling:
andere zeer giftige, giftige, bijtende of schadelijke stof(fen):
gevaarsymbool: |
aanduiding: |
- |
- |
Waarschuwingszinnen:
-
Veiligheidsaanbevelingen:
S21 -Niet
roken tijdens gebruik.
Specifieke vermeldingen:
DPD01 -Volg
de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
c.
bij
het toelatingsnummer een cirkel met daarin de aanduiding W.2.
1.5 Respijtperiode
In dit geval kennen
wij geen respijtperiode toe op grond van artikel 46 van de Verordening
1107/2009/EG. Verpakkingen met W.1 mogen
worden afgeleverd en opgebruikt.
2 DETAILS VAN DE AANVRAAG
2.1 Aanvraag
Het betreft een aanvraag tot uitbreiding van het
gebruiksgebied van het middel Cliophar 100 SL (11955 N), een middel op basis van de werkzame stof clopyralid. Het middel is
toegelaten als onkruidbestrijdingsmiddel
in de teelt van suiker- en voederbiet. Met onderliggende aanvraag wordt uitbreiding van de toelating aangevraagd
als onkruidbestrijdingsmiddel:
a)
in de teelt van maïs;
b)
in de teelt van koolzaad;
c)
in de teelt van vlas;
d)
in de onbedekte teelt van aardbei;
e)
in de teelt van rode kool, savooienkool, spitskool,
witte kool, spruitkool, bloemkool en broccoli
f)
in de onbedekte teelt van bloemzaad;
g)
in de onbedekte teelt van meekrap;
h)
in de onbedekte teelt van brandnetels.
2.2 Informatie met betrekking tot de stof
n.v.t.
2.3 Karakterisering van het middel
n.v.t.
2.4 Voorgeschiedenis
De aanvraag is op 11 november 2011 ontvangen; op 14 november 2011 zijn de verschuldigde aanvraagkosten ontvangen.
3 GRONDSLAG WIJZIGING
Een afgeleide
toelating is een toelating van een middel, dat reeds onder een andere
handelsnaam is toegelaten en dat in onveranderde samenstelling voor eenzelfde
doel zal
worden gebruikt als voorzien in de oorspronkelijke toelating.
Het middel Cliophar 100 SL is een afgeleide toelating van het middel LONTREL 100, 11526 N.
Bij besluit van 14 oktober 2011 is de toelating van LONTREL 100, 11526 N, uitgebreid met bovengenoemde toepassingen. Op grond hiervan kan het gebruiksgebied van de toelating van het middel Cliophar 100 SL ook worden uitgebreid.
Eindconclusie
Bij gebruik volgens het gewijzigde Wettelijk Gebruiksvoorschrift/Gebruiksaanwijzing is de toelating van het middel Cliophar 100 SL op basis van de werkzame stof clopyralid voldoende werkzaam en heeft het geen schadelijke uitwerking op de gezondheid van de mens en het milieu.
Degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken kan gelet
op artikel 119, eerste lid, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en
artikel 7:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na
de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt een bezwaarschrift indienen bij:
het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb),
Postbus 217, 6700 AE WAGENINGEN. Het Ctgb heeft niet de mogelijkheid van het
elektronisch indienen van een bezwaarschrift opengesteld.
HET COLLEGE VOOR
DE TOELATING VAN
GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN
BIOCIDEN,
voor deze:
de secretaris,
dr. A.T.C. Bosveld
HET COLLEGE VOOR DE
TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN
BIJLAGE I bij het besluit d.d. 21 december 2011 tot uitbreiding van de toelating van het middel Cliophar 100 SL, toelatingnummer 11955 N
A.
WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT
.
Toegestaan is
uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel :
a)
in de teelt van suiker- en voederbiet;
b)
in de teelt van maïs;
c)
in de teelt van koolzaad;
d)
in de teelt van vlas;
e)
in de onbedekte teelt van aardbei;
f)
in de teelt van rode kool, savooienkool, spitskool,
witte kool, spruitkool, bloemkool en broccoli
g)
in de onbedekte teelt van bloemzaad;
h)
in de onbedekte teelt van meekrap;
i)
in de onbedekte teelt van brandnetels.
Brandnetel mag niet voor menselijke consumptie worden gebruikt.
Restproducten uit de teelt van vlas en brandnetel mogen niet worden vervoederd.
Om het grondwater te beschermen mag dit
product niet worden gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden.
Om niet tot de doelsoorten behorende planten te beschermen is toepassing
op perceelsranden die niet grenzen aan oppervlaktewater uitsluitend toegestaan
indien gebruik wordt gemaakt van driftarme spuitdoppen in combinatie met een
kantdop.
Dit middel is
uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik.
B.
GEBRUIKSAANWIJZING
Algemeen
Cliophar 100 SL is een
systemisch bladherbicide. Het middel bij voorkeur spuiten bij groeizaam weer,
bij temperaturen van + 15 oC en hoge luchtvochtigheid. Niet
spuiten bij temperaturen hoger dan 25 oC of als binnen 6 uur regen
wordt verwacht.
Cliophar 100 SL heeft
een goede werkzaamheid tegen samengesteldbloemige onkruiden en distels.
Het gebruik in de onbedekte teelt van bloemzaad, meekrap en brandnetels is beoordeeld conform de “vereenvoudigde uitbreidingsprocedure”. Er zijn voor deze toepassingen geen werkzaamheids- en fytotoxiciteitonderzoeken uitgevoerd. Er wordt daarom aangeraden een
proefbespuiting uit te voeren, voordat het middel gebruikt wordt.
Toepassingen
Suiker- en voederbiet
Tijdstip van toepassing: 1 tot 10 bladstadium van de bieten (BBCH 10-19)
Dosering: 0,5 of
De volle dosis van 1,2
l/ha wordt toegepast op bieten in 8 of 9 bladstadium ter bestrijding van
distels en samengesteldbloemige onkruiden.
3 fracties van 0,5
l/ha Cliophar 100 SL toevoegen aan de standaardmiddelen van het lage
doseringssysteem vanaf het 2-bladstadium van de biet. Een interval van 7
dagen tussen de behandelingen dient gerespecteerd te worden.
Deze
toevoeging van 3 x 0,5 l/ha Cliophar 100 SL bestrijdt zeer kleine
hondspeterselie en driedelig tandzaad en heeft eveneens een werking tegen o.a.
veelknopigen, zwarte nachtschade, kamille-soorten, akkerkool en klein
kruiskruid.
Maïs
Tijdstip van toepassing: 6 tot 10 bladstadium van de mais (BBCH 16-19)
Dosering:
Koolzaad
Tijdstip van
toepassing: vanaf het 2 bladstadium in de herfst, of na het hernemen van de
groei en voor het begin van de bloei in de lente.
Dosering:
Vlas
Tijdstip van
toepassing: 12 tot
Dosering:
Onbedekte teelt van aardbei
Tijdstip van toepassing: BBCH 15 tot 97 (zomer/herfst)
Dosering: 0,5 of
De volle dosis van 1,0
l/ha wordt toegepast in het najaar na de oogst (BBCH 90-97) ter bestrijding van
distels en samengesteldbloemige onkruiden.
Gefractioneerde
toepassing van Cliophar 100 SL in 2 fracties van 0,5 l/ha ter bestrijding
van kleine éénjarige onkruiden.
De behandeling
dient plaats te grijpen vanaf 10 dagen na het planten in de zomer (BBCH
15-19) en zal herhaald worden in functie van het stadium van de aardbeien of de
onkruiden. Een interval van 7 dagen tussen de behandelingen dient gerespecteerd
te worden.
Rode kool, savooie
kool, spitskool, witte kool, spruitkool, bloemkool en broccoli
Tijdstip van toepassing: BBCH 12-18 (3 tot 4 weken na het planten)
Dosering: 0,5 of
De volle dosis van 1,0
l/ha wordt toegepast vanaf het 2 bladstadium of 3 tot 4 weken na planten ter
bestrijding van distels of samengesteldbloemige onkruiden.
Gefractioneerde
toepassing van Cliophar 100 SL in 2 fracties van 0,5 l/ha ter bestrijding
van kleine éénjarige onkruiden.
De eerste
behandeling vindt plaats op BBCH 15-16 en de tweede op BBCH 17-18. Een
interval van 10 dagen tussen de behandelingen dient gerespecteerd te worden.
Bloemzaadteelt
Tijdstip van toepassing: periode
van 1 maart tot en met 31 oktober
Dosering:
- 1 x 0.75-
- 2 of 3
x
Onbedekte
teelt van meekrap
Tijdstip van toepassing: Pleksgewijze toepassing: periode
van 1 april tot en met 31 juli, Volveldstoepassing: direct na het planten in de
periode van 1 april tot 31 mei.
Ter bestrijding van akker- en melkdistel,
en andere onkruidplanten in een later ontwikkelingsstadium
Dosering:
Met een veldspuit:
Ter
bestrijding van diverse onkruiden. Bij voorkeur toepassen op zeer jonge
onkruiden, kiemlob- tot 2 echt bladstadium
Dosering:
-
-
Onbedekte teelt van brandnetel
Tijdstip van toepassing: na opkomst
Dosering: 0.75-
Waarschuwing
Bij het mislukken van de teelt kunnen problemen verwacht worden bij de teelt
van de vervanggewassen boon, erwt, aardappel, klaver, sla, schorseneer, witlof,
chicorei, wortel, ui, spinazie (deze lijst is niet volledig).