HET COLLEGE
VOOR DE TOELATING VAN
GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN
EN BIOCIDEN
1
VERLENGING EN WIJZIGING PARALLELLE TOELATING
Gelet op de aanvraag d.d. 30 augustus 2007 (20070853 TVP) van
tot verlenging van de parallelle toelating voor het gewasbeschermingsmiddel, op basis van de werkzame stof deltamethrin
gelet op artikel 121, eerste lid, jo. Artikel 80, vijfde lid Verordening (EG) 1107/2009 juncto artikel 39, eerste lid, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden,
BESLUIT HET COLLEGE als volgt:
Dit besluit treedt in werking op de dag van bekendmaking in de Staatscourant en heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2013.
1.1 Verlenging toelating
1. De toelating van het middel Deltamethrin E.C. 25, welke expireert op 31 december 2012 wordt voor de in bijlage I genoemde toepassingen verlengd onder nummer 10135. Voor de gronden van dit besluit wordt verwezen naar bijlage II bij dit besluit.
2. De toelating geldt tot 1 januari 2023.
1.2 Samenstelling, vorm en verpakking
De toelating geldt uitsluitend voor het middel in de samenstelling, vorm en de verpakking als waarvoor de toelating is verleend.
1.3 Gebruik
Het middel mag slechts worden gebruikt met inachtneming van hetgeen in bijlage I onder A bij dit besluit is voorgeschreven.
1.4 Classificatie en etikettering
Gelet op artikel 80, vijfde lid Verordening (EG) 1107/2009 juncto artikel
29, eerste lid, sub d, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden,
1. De aanduidingen, welke ingevolge artikelen 9.2.3.1 en 9.2.3.2 van de Wet milieubeheer en artikelen 14, 15a, 15b, 15c en 15e van de Nadere regels verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten op de verpakking moeten worden vermeld, worden hierbij vastgesteld als volgt:
aard van het preparaat: Emulgeerbaar concentraat
werkzame stof: |
gehalte: |
deltamethrin |
25 g/l |
letterlijk en zonder enige
aanvulling:
andere zeer giftige, giftige, bijtende of schadelijke stof(fen): nafta, laag kookpunt, aromatisch
gevaarsymbool: |
aanduiding: |
Xn |
Schadelijk |
N |
Milieugevaarlijk |
Waarschuwingszinnen:
R10 -Ontvlambaar.
R20/22 -Schadelijk
bij inademing en opname door de mond.
R37/38 -Irriterend
voor ademhalingswegen en de huid.
R41 -Gevaar
voor ernstig oogletsel.
R50/53 -Zeer
vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op
lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.
R65 -Schadelijk:
kan longschade veroorzaken na verslikken.
Veiligheidsaanbevelingen:
S23d -Spuitnevel
niet inademen.
S24 -Aanraking
met de huid vermijden.
S26 -Bij
aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig
medisch advies inwinnen.
S39a -Een
bescherming voor de ogen dragen.
S51 -Uitsluitend
op goed geventileerde plaatsen gebruiken.
S60 -Deze
stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.
S61 -Voorkom
lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies / veiligheidsgegevenskaart.
Specifieke vermeldingen:
DPD01 -Volg
de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
c.
bij
het toelatingsnummer een cirkel met daarin de aanduiding W.2.
1.5 Aflever- en
opgebruiktermijn
Het middel Deltamethrin E.C. 25 mag voor de
niet meer toegelaten etikettering:
1. tot 1 januari 2014 nog worden gebruikt en in
voorraad of voorhanden worden gehouden;
2. tot 1 juli 2013 nog op de markt worden
gebracht.
2 DETAILS VAN DE AANVRAAG
EN TOELATING
2.1 Aanvraag
Het middel Deltamethrin E.C. 25 is toegelaten tot 31 december 2012. Het betreft een aanvraag tot verlenging van de
toelating van het middel Deltamethrin E.C. 25 (10135 N), een middel op basis van de werkzame stof deltamethrin.
2.2 Voorgeschiedenis
De aanvraag is op 30 augustus 2007 ontvangen; op 5 september 2007 zijn de verschuldigde aanvraagkosten ontvangen.
2.3 Eindconclusie
Bij gebruik volgens het Wettelijk Gebruiksvoorschrift/Gebruiksaanwijzing is het middel Deltamethrin E.C. 25 op basis van de werkzame stof deltamethrin voldoende werkzaam en heeft het geen schadelijke uitwerking op de gezondheid van de mens en het milieu (artikel 80, vijfde lid Verordening (EG) 1107/2009.
Wageningen, 18 januari 2013
HET COLLEGE VOOR
DE TOELATING VAN
GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN
BIOCIDEN,
voor deze:
de secretaris,
dr.ir. L.P. van Duijn
HET COLLEGE VOOR DE
TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN
BIJLAGE I bij het besluit d.d. 18 januari 2013
tot verlenging en wijziging van de toelating van het middel Deltamethrin E.C. 25, toelatingnummer 10135 N
A.
WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel:
a) in de teelt van consumptieaardappelen, zetmeelaardappelen en pootaardappelen;
b) in de teelt van suikerbieten en voederbieten;
c) in de teelt van granen;
d) in de teelt van maïs;
e) in de teelt van landbouwerwten;
f) in de teelt van landbouwstambonen;
g) in de teelt van veldbonen;
h) in de teelt van graszaad en graszoden alsmede in weiland en sportvelden;
i) in de teelt van blauwmaanzaad, karwij, vezelvlas, lijnzaad en zomer- en winterkoolzaad;
j) in de teelt van bladrammenas, bladkool en stoppelknollen;
k) in de onbedekte teelt van rode bessen, zwarte bessen en kruisbessen;
l) in de teelt van aardbeien;
m) in de onbedekte teelt van bramen en frambozen;
n) in de teelt van sla (met uitzondering van veldsla), de onbedekte teelt van andijvie en de onbedekte teelt van spinazie;
o) in de teelt van peulvruchten
p) in de teelt van aubergines, komkommers, meloenen, paprika's, Spaanse peper, tomaten en de bedekte teelt van augurken en courgette;
q) in de teelt van rode kool, savooie kool, spitskool, witte kool, bloemkool, broccoli, spruitkool en koolrabi;
r) in de teelt van koolraap, knolraap (consumptieraap), de onbedekte teelt van radijs en de teelt van rammenas;
s) in de teelt van zaaiuien, 1e-jaars plantuien, 2e-jaars plantuien, zilveruien, picklers, sjalotten, knoflook en prei;
t) in de teelt van asperges mits toegepast na het steken;
u) in de teelt van paddestoelen;
v)
in de teelt van bloembol- en
bolbloemgewassen;
w) in de teelt van bloemisterijgewassen, vaste planten en boomkwekerijgewassen (waarbij voor de onbedekte teelt geldt dat uitsluitend toepassingen waarbij neerwaarts wordt bespoten zijn toegestaan).
Per teeltseizoen mogen maximaal 3 toepassingen met Deltamethrin E.C. 25 worden uitgevoerd, tenzij anders aangegeven.
Om in het water
levende organismen te beschermen is toepassing uitsluitend toegestaan wanneer in percelen
die grenzen aan oppervlaktewater gebruik wordt gemaakt van:
- minimaal 75%
driftreducerende spuitdoppen in de volgende teelten:
aardappelen (alle toepassingen), landbouwerwten, landbouwstambonen, veldbonen, bladrammenas, bladkool en stoppelknollen, rode bessen, zwarte bessen, kruisbessen, bramen en frambozen, sla, andijvie, spinazie, peulvruchten, rode kool, savooie kool, spitskool, witte kool, bloemkool, broccoli, spruitkool, koolraap, knolraap (consumptieraap), radijs, rammenas, zaaiuien, 1e-jaars plantuien, 2e-jaars plantuien, zilveruien, picklers, sjalotten, knoflook en prei, asperges, bloembol- en bolbloemgewassen, vaste planten; en
- minimaal 75% driftreducerende spuitdoppen in de teelt van boomkwekerijgewassen,waarbij geldt dat toepassing uitsluitend door middel van een neerwaartse bespuiting mag plaatsvinden.
- minimaal 90%
driftreducerende spuitdoppen in de volgende teelten:
koolrabi, gladiool,
bloemisterijgewassen, mais
Gevaarlijk voor
bijen en hommels. Om de bijen en andere bestuivende insecten te beschermen mag
u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen of op niet-bloeiende
gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen en hommels. Gebruik dit
product niet wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn. Gebruik is wel
toegestaan op bloeiende planten in de kas mits er geen bijen of hommels in de
kas actief naar voedsel zoeken. Voorkom dat bijen en andere bestuivende
insecten de kas binnenkomen, bijvoorbeeld door alle openingen met insectengaas
af te sluiten.
Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor bestuivers in kasteelten.
Raadpleeg uw leverancier van bestuivers over het gebruik van dit middel in
combinatie met het gebruik van bestuivers en over de in acht te nemen
wachttijden.
Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor
natuurlijke vijanden. Raadpleeg uw leverancier van natuurlijke vijanden over
het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke
vijanden.
Behandelde percelen mogen niet tijdens en binnen 30 dagen na toepassing worden beweid of gemaaid ten behoeve van voederdoeleinden.
VEILIGHEIDSTERMIJNEN
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan:
3 dagen voor aardbeien, aubergines, augurken, courgettes, komkommers, meloenen,
paprika's, Spaanse peper, tomaten, paddestoelen;
7 dagen voor aardappelen, landbouwerwten,
landbouwstambonen, veldbonen, peulvruchten bladrammenas, bladkool,
stoppelknollen, rode bessen, zwarte bessen, kruisbessen, bramen, frambozen, sla
(met uitzondering van veldsla), de onbedekte teelt van andijvie, de onbedekte
teelt van spinazie, rode kool, savooienkool, spitskool, witte kool, bloemkool,
broccoli, spruitkool, koolrabi, koolraap, knolraap (consumptieraap), de
onbedekte teelt van radijs, rammenas, zaaiuien, 1e-jaars plantuien, 2e-jaars
plantuien, zilveruien, picklers, sjalotten, knoflook, asperge en prei.
30 dagen voor granen, maïs, suiker- en voederbieten.
45 dagen voor zomer- en winterkoolzaad en karwij
60 dagen voor blauwmaanzaad, lijnzaad en vezelvlas
Dit middel is
uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik.
B.
GEBRUIKSAANWIJZING
Deltamethrin E.C. 25 is geformuleerd als emulgeerbaar concentraat (EC). Het middel werkt als een contact‑ en maaggif, de werking is bijzonder snel. Deltamethrin E.C. 25 werkt niet systemisch, heeft geen dampwerking en dringt niet in het blad door, wel dringt het middel diep in de waslaag door. Deltamethrin E.C. 25 bezit in de aangegeven doseringen geen fytotoxische eigenschappen.
Deltamethrin E.C. 25 is werkzaam tegen vele insecten.
TOEPASSINGEN
Consumptieaardappelen, zetmeelaardappelen en pootaardappelen, ter bestrijding van larven van de Coloradokever.
Een behandeling uitvoeren zodra de larven de grootte van een
tarwekorrel hebben bereikt.
Dosering: 300 ml per ha.
Pootaardappelen, ter
voorkoming van virusoverdracht (o.a. bladrolvirus) door bladluizen.
Toepassen zodra 90% van de planten is opgekomen. De behandeling 14
dagen later herhalen.
Dosering:
400 ml per ha.
Pootaardappelen, ter
voorkoming van virusoverdracht van het Yn-virus door bladluizen.
Toepassen in de periode vanaf de opkomst van het gewas tot één week voor
de rooidatum. In de beheersingsstrategie kan Deltamethrin E.C. 25 maximaal 3x
worden ingezet.
Dosering: 200 ml per hectare in combinatie met
minerale olie.
Voor de dosering van de minerale olie raadplege men de publicaties van
o.a. de DLV. Het middel toepassen in combinatie met minerale olie.
Consumptie- en zetmeelaardappelen, ter bestrijding van bladluizen ter voorkoming van zuigschade.
Een behandeling uitvoeren wanneer gemiddeld meer dan 50 bladluizen per
samengesteld blad voorkomen.
Dosering: 200
ml per ha.
Suiker‑ en voederbieten, ter bestrijding van tripsen en rupsen.
De bestrijding van trips kan het beste worden uitgevoerd wanneer de tripsen op de jonge plantjes worden waargenomen.
Rupsen, die in de
maand augustus hier en daar worden aangetroffen, kunnen soms een aanzienlijke
hoeveelheid blad wegvreten. De schade valt doorgaans mee. In een enkel geval
kan bestrijding gewenst zijn.
Dosering: 300 ml
per ha.
Granen,
ter bestrijding van bladluizen.
Een bespuiting uitvoeren als tenminste 70% van de
halmen met bladluizen is bezet.
Een toepassing in het
najaar kan ook noodzakelijk zijn bij veel bladluizen op de jonge halmen.
Een gecombineerde bestrijding van bladluizen en afrijpingsziekten is verantwoord
wanneer bij begin bloei tenminste 30% van de halmen met bladluizen is bezet.
Dosering: 250 ml per ha.
Maïs, ter bestrijding van de maïswortelkever (Diabrotica
virgifera virgifera).
Toepassingsinterval: ca. twee
weken
Dosering: 500 ml per ha
Landbouwerwten, ter bestrijding van tripsen en de erwtenpeulboorder.
Dosering: 300 ml per ha
Landbouwerwten en veldbonen, ter bestrijding van bladrandkever.
Zodra vreterij van de bladrandkever aan de blaadjes van de jonge planten wordt waargenomen een behandeling uitvoeren.
Dosering: 300
ml per ha
Landbouwstambonen (bruine bonen, witte bonen, gele bonen, kievitsbonen), ter bestrijding van tripsen.
Dosering: 300 ml per ha
Graszaadteelt, graszodenteelt, sportvelden en in weiland, ter bestrijding van de larven van de rouwvlieg.
Bij voorkeur spuiten met veel water; regen kort na de toepassing heeft een gunstig effect op de bestrijding.
De behandeling dient in de herfst te worden uitgevoerd.
Om de kans op contact van het middel met de larven te vergroten, verdient het aanbeveling het weiland eerst te slepen en geen drijfmest kort voor de bespuiting aan te brengen.
N.B.: Het middel heeft geen effect op emelten.
Dosering: 300 ml per ha.
Graszaadteelt van veldbeemd, ter bestrijding van de graszaadgalmug.
De 1e bespuiting dient circa één week na het begin van de eiafzetting te worden uitgevoerd; op overjarige percelen dient de bespuiting na 14 dagen te worden herhaald. Op 1e‑jaars percelen kan met één bespuiting worden volstaan, na verwijdering van de dekvrucht.
Dosering: 500
ml per ha.
Vezelvlas, lijnzaad en blauwmaanzaad, ter bestrijding van trips.
Een behandeling uitvoeren zodra aantasting wordt waargenomen.
Dosering:
300 ml per ha.
Zomer– en winterkoolzaad, ter bestrijding van de koolzaadglanskever.
Zodra vóór de bloei van het gewas gemiddeld 3‑5 glanskevers per plant aanwezig zijn, een behandeling uitvoeren.
Als het gewas bloeit, is een bestrijding niet zinvol meer.
Dosering: 200 ml per ha.
Zomer– en winterkoolzaad, ter bestrijding van de koolzaadsnuitkever.
Vanaf het moment dat de eerste hauwen gevormd zijn, een behandeling uitvoeren zodra per plant 1 of meer snuitkevers aanwezig zijn.
Nadat alle hauwen zijn gevormd, is een bestrijding niet zinvol meer.
Dosering: 200 ml per ha.
Karwij, ter bestrijding van de karwijmot.
Zodra de eerste rupsjes zich in de schermen inspinnen een behandeling uitvoeren.
Dosering: 200 ml
per ha.
Bladrammenas, bladkool en stoppelknollen, ter bestrijding van rupsen.
Een behandeling uitvoeren zodra aantasting wordt waargenomen.
Dosering: 300
ml per ha.
Fruitgewassen
De onbedekte teelt van rode bessen, zwarte bessen en kruisbessen, ter bestrijding van rupsen van bonte bessenvlinder, bladrollers en de bastaardrups van de bessebladwesp. De toepassing dient kort voor de bloei en na de bloei plaats te vinden als de eispiegels uitkomen.
De bestrijding van wantsen dient plaats te vinden bij het verschijnen van de larven.
Het is vrijwel zeker dat bij het juiste bestrijdingsmoment van deze insecten sommige bessen in bloei staan. Dat betekent dat een bespuiting vóór de bloei mogelijk te vroeg is en direct na de bloei herhaald moet worden.
Dosering: 0,02%
(20 ml per
Aardbeien, ter bestrijding van aardbeibloesemkever, trips en rupsen.
Dosering: 0,02%
(20 ml per
De onbedekte teelt van bramen en frambozen, ter bestrijding van aardbeibloesemkever en frambozekever. Eén keer spuiten 10‑14 dagen vóór de bloei en/of één keer spuiten kort vóór de bloei gevolgd door één keer spuiten vlak na de bloei.
Dosering: 0,02%
(20 ml per
De onbedekte teelt van bramen en frambozen, ter bestrijding van rupsen (o.a. bladrollers) toepassen vóór de bloei en eventueel op het tijdstip van de eerste generatie van de vruchtbladroller (± half juni).
Dosering: 0,02%
(20 ml per
De onbedekte teelt van bramen en frambozen, ter bestrijding van wantsen vóór de bloei spuiten bij het uitkomen van de eieren.
Dosering: 0,02%
(20 ml per
Groentegewassen
Sla (met uitzondering van veldsla), onbedekte teelt van andijvie en de onbedekte teelt van spinazie, ter bestrijding van rupsen.
Dosering: 0,05% (50 ml per
Peulvruchten (stamslaboon, stamsnijboon, boterboon, flageolet, stokslaboon, stoksnijboon, spekboon, pronkboon, peulen, asperge-erwt, doperwt, kapucijner, suikererwt, kouseband, tuinboon, sojaboon, limaboon, cowpea), ter bestrijding van tripsen.
Dosering: 300 ml per ha
Aubergines, komkommers, meloenen, paprika's, Spaanse peper en tomaten en de bedekte teelt van augurken en courgettes, ter bestrijding van rupsen, bladrollers, wittevlieg, mineervlieg en trips.
De behandeling enige malen (maximaal 3 keer) herhalen met een interval van plm. 7 dagen.
Dosering: 0,05%
(50 ml per
Rode kool, savooie kool, spitskool, witte kool, bloemkool, broccoli, spruitkool, en koolrabi, ter bestrijding van koolrupsen, koolmot en bladrollers. Spuiten zodra eerste vreterij zichtbaar wordt.
Ter bestrijding van koolgalmug het middel toepassen zodra de eerste eitjes zijn afgezet. De bespuiting zonodig herhalen.
Dosering: 300 ml per ha.
Koolraap en knolraap (consumptieraap) de onbedekte teelt van radijs en rammenas (rettich), ter bestrijding van rupsen en trips.
Zodra aantasting optreedt dient met de bespuiting begonnen te worden.
Dosering: 300 ml per ha.
Zaaiuien, 1e-jaars plantuien, 2e-jaars plantuien, zilveruien, picklers, sjalotten, knoflook en prei, ter bestrijding van preimot, trips en mineervlieg.
Dosering: 300 ml per ha.
Asperges, ter bestrijding van aspergekever en aspergevlieg.
‑ in 1‑ en 2‑jarige velden:
zodra de stengels boven de grond komen;
‑ in productievelden:
direct na de oogst. De behandeling desgewenst herhalen.
Dosering: 300 ml per ha.
Paddestoelenteelt, ter bestrijding van champignonvliegen en ‑muggen.
Spuitbehandeling
Het is aan te bevelen Deltamethrin E.C. 25 op de bedden onder lage druk en in de rest van de cel onder hoge druk toe te passen.
Tijdstip van toepassing: Ná het afdekken tot en met de oogst met in achtname van de veiligheidstermijn.
Dosering: 3 ml in
50-
Hiervan ongeveer twee‑derde gedeelte op de bedden en één‑derde gedeelte voor de rest van de cel (vloer, plafond, bekisting en muren).
Ruimtebehandeling
Toelichting:
Tijdens de behandeling en enige tijd daarna moeten de champignons droog blijven. Vanaf het moment van de behandeling dient de ventilatie en de circulatie gedurende 1 uur stopgezet te worden en dient de verlichting ingeschakeld te zijn.
Dosering: 3 ml per
Bloemisterij‑,
boomkwekerij‑, bolbloem- en bloembolgewassen en vaste planten
Bloembol- en bolbloemgewassen, ter bestrijding van rupsen, bladrollers, mineervlieg, trips, witte vlieg en dop en schildluizen.
Dosering: 0,05% (50 ml per
Gladiolen, ter bestrijding van trips (gewasbespuiting).
Dosering: 300 ml per ha.
Tulp en hyacint, ter beperking van verspreiding van non-persistente virussen.
Toepassen in de
periode vanaf mei . Bij tulpen de bespuitingen voortzetten tot de derde week
van juni en bij hyacinten tot één week voor het rooien. In de
beheersingsstrategie kan Deltamethrin E.C. 25 maximaal 2x worden ingezet.
Dosering: 400 ml per ha.
Lelie, ter beperking van verspreiding van non-persistente virussen.
Toepassen in de periode vanaf kort na opkomst tot kort voor rooien. In de beheersingsstrategie kan Deltamethrin E.C. 25 maximaal 2x worden ingezet. Gecombineerde toepassing met minerale olie kan het effect verbeteren.
Dosering: 400 ml per ha.
Bloemisterijgewassen, ter bestrijding van rupsen, bladrollers, mineervlieg, trips, witte vlieg en dop en schildluizen.
Behandeling herhalen met een interval van 7 dagen.
Dosering: 0,05%
(50 ml per
Boomkwekerijgewassen en vaste planten, ter bestrijding van diverse rupsen (o.a. spinselmotten, bastaardsatijnvlinder, bladrollers), trips, bladmineerders, eiketopgalmug en dennelotrups.
Spuiten zodra de aantasting optreedt. Bij rupsen van de bastaardsatijnvlinder eventueel ook spuiten in de nazomer vóórdat de rupsen zich inspinnen.
Het verdient aanbeveling door middel van een proefbespuiting vast te stellen of het gewas de behandeling verdraagt.
Dosering: 0,02%
(20 ml per
Gecombineerd toepassen met minerale olie kan het
effect verbeteren.
Voor de dosering van minerale olie raadpleegt men de voorlichting.
HET COLLEGE VOOR DE
TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN
BIJLAGE II
bij het besluit d.d. 18 januari 2013 tot verlenging
en wijziging van de toelating van het middel Deltamethrin
E.C. 25, toelatingnummer 10135 N
Het middel Deltamethrin E.C. 25 is een
paralleltoelating van de toelating van
het middel
DECIS EC (7774 N).
Onder paralleltoelating wordt verstaan de toelating van een bestrijdingsmiddel, dat van dezelfde fabrikant afkomstig is als een hier te lande toegelaten middel, daarvan niet wezenlijk verschilt, geïmporteerd wordt uit één van de lidstaten van de Europese Unie en aldaar is toegelaten of geregistreerd.
Bij besluit d.d. 18 januari 2013 is de toelating van het middel DECIS EC geherregistreerd en verlengd tot 1 januari 2023
Op grond hiervan kan de toelating van het middel Deltamethrin E.C. 25 ook worden verlengd.
Het toepassingsgebied en de etikettering zijn gewijzigd. In het WGGA zijn restrictiezinnen opgenomen.
Conclusie
De toelating van het middel Deltamethrin E.C. 25 wordt verlengd tot 1 januari 2023. |