Toelatingsnummer 10135 N

Deltamethrin E.C. 25  

 

10135 N

 

 

 

 

 

 

 

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN

GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

 

1 VERLENGING EN WIJZIGING PARALLELLE TOELATING

 

Gelet op de aanvraag d.d. 30 augustus 2007 (20070853 TVP) van

 

R. van Wesemael B.V.

Zoutestraat 109

4561 TB  HULST

 

 

tot verlenging van de parallelle toelating voor het gewasbeschermingsmiddel, op basis van de werkzame stof deltamethrin

 

Deltamethrin E.C. 25

 

gelet op artikel 121, eerste lid, jo. Artikel 80, vijfde lid Verordening (EG) 1107/2009 juncto artikel 39, eerste lid, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden,

 

BESLUIT HET COLLEGE als volgt:

 

Dit besluit treedt in werking op de dag van bekendmaking in de Staatscourant en heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2013.

 

1.1  Verlenging toelating

1.     De toelating van het middel Deltamethrin E.C. 25, welke expireert op 31 december 2012 wordt voor de in bijlage I genoemde toepassingen verlengd onder nummer 10135. Voor de gronden van dit besluit wordt verwezen naar bijlage II bij dit besluit.

2.     De toelating geldt tot 1 januari 2023.

 

1.2  Samenstelling, vorm en verpakking

De toelating geldt uitsluitend voor het middel in de samenstelling, vorm en de verpakking als waarvoor de toelating is verleend.

 

1.3  Gebruik

Het middel mag slechts worden gebruikt met inachtneming van hetgeen in bijlage I onder A bij dit besluit is voorgeschreven.

 


1.4 Classificatie en etikettering

 

Gelet op artikel 80, vijfde lid Verordening (EG) 1107/2009 juncto artikel 29, eerste lid, sub d, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden,

 

1.    De aanduidingen, welke ingevolge artikelen 9.2.3.1 en 9.2.3.2 van de Wet milieubeheer en artikelen 14, 15a, 15b, 15c en 15e van de Nadere regels verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten op de verpakking moeten worden vermeld, worden hierbij vastgesteld als volgt:

 

aard van het preparaat: Emulgeerbaar concentraat

 

werkzame stof:

gehalte:

deltamethrin

25 g/l

 

 

 

letterlijk en zonder enige aanvulling:

 

andere zeer giftige, giftige, bijtende of schadelijke stof(fen): nafta, laag kookpunt, aromatisch

 

 

gevaarsymbool:

aanduiding:

Xn

Schadelijk

N

Milieugevaarlijk

 

 

Waarschuwingszinnen: 

 

R10                 -Ontvlambaar.

R20/22            -Schadelijk bij inademing en opname door de mond.

R37/38            -Irriterend voor ademhalingswegen en de huid.

R41                 -Gevaar voor ernstig oogletsel.

R50/53            -Zeer vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

R65                 -Schadelijk: kan longschade veroorzaken na verslikken.

 

 

Veiligheidsaanbevelingen:

 

 

S23d               -Spuitnevel niet inademen.

S24                 -Aanraking met de huid vermijden.

S26                 -Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

S39a               -Een bescherming voor de ogen dragen.

S51                 -Uitsluitend op goed geventileerde plaatsen gebruiken.

S60                 -Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

S61                 -Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies / veiligheidsgegevenskaart.

 

 


Specifieke vermeldingen:

 

DPD01            -Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

 

  1. Behalve de onder 1. bedoelde en de overige bij de Wet Milieugevaarlijke Stoffen en Nadere regels verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten voorge­schreven aanduidingen en vermeldingen moeten op de verpakking voorkomen:

 

    1. letterlijk en zonder enige aanvulling:
      het wettelijk gebruiksvoorschrift
      De tekst van het wettelijk gebruiksvoorschrift is opgenomen in Bijlage I, onder A.

 

    1. hetzij letterlijk, hetzij naar zakelijke inhoud:
      de gebruiksaanwijzing
      De tekst van de gebruiksaanwijzing is opgenomen in Bijlage I, onder B.
      De tekst mag worden aangevuld met technische aanwijzingen voor een goede bestrijding mits deze niet met die tekst in strijd zijn
      .

 

c.      bij het toelatingsnummer een cirkel met daarin de aanduiding W.2.

 

1.5 Aflever- en opgebruiktermijn

Het middel Deltamethrin E.C. 25 mag voor de niet meer toegelaten etikettering:

1.      tot 1 januari 2014 nog worden gebruikt en in voorraad of voorhanden worden gehouden;

2.      tot 1 juli 2013 nog op de markt worden gebracht.

 

 

2 DETAILS VAN DE AANVRAAG EN TOELATING

 

2.1 Aanvraag

Het middel Deltamethrin E.C. 25 is toegelaten tot 31 december 2012. Het betreft een aanvraag tot verlenging van de toelating van het middel Deltamethrin E.C. 25 (10135 N), een middel op basis van de werkzame stof deltamethrin.

 

2.2 Voorgeschiedenis

De aanvraag is op 30 augustus 2007 ontvangen; op 5 september 2007 zijn de verschuldigde aanvraagkosten ontvangen.

 

2.3  Eindconclusie

Bij gebruik volgens het Wettelijk Gebruiksvoorschrift/Gebruiksaanwijzing is het middel Deltamethrin E.C. 25 op basis van de werkzame stof deltamethrin voldoende werkzaam en heeft het geen schadelijke uitwerking op de gezondheid van de mens en het milieu (artikel 80, vijfde lid Verordening (EG) 1107/2009.

 

 

 


Degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken kan gelet op artikel 119, eerste lid, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 7:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt een bezwaarschrift indienen bij: het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), Postbus 217, 6700 AE WAGENINGEN. Het Ctgb heeft niet de mogelijkheid van het elektronisch indienen van een bezwaarschrift opengesteld.

 

 

Wageningen, 18 januari 2013

 

 

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN  GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN  BIOCIDEN,
voor deze:
de secretaris,



dr.ir.  L.P. van Duijn



HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

 

BIJLAGE I bij het besluit d.d. 18 januari 2013 tot verlenging en wijziging van de toelating van het middel Deltamethrin E.C. 25, toelatingnummer 10135 N

 

A.

WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

 

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel:

a)      in de teelt van consumptieaardappelen, zetmeelaardappelen en pootaardappelen;

b)      in de teelt van suikerbieten en voederbieten;

c)      in de teelt van granen;

d)      in de teelt van maïs;

e)      in de teelt van landbouwerwten;

f)        in de teelt van landbouwstambonen;

g)      in de teelt van veldbonen;

h)      in de teelt van graszaad en graszoden alsmede in weiland en sportvelden;

i)        in de teelt van blauwmaanzaad, karwij, vezelvlas, lijnzaad en zomer- en winterkoolzaad;

j)        in de teelt van bladrammenas, bladkool en stoppelknollen;

k)      in de onbedekte teelt van rode bessen, zwarte bessen en kruisbessen;

l)        in de teelt van aardbeien;

m)   in de onbedekte teelt van bramen en frambozen;

n)      in de teelt van sla (met uitzondering van veldsla), de onbedekte teelt van andijvie en de onbedekte teelt van spinazie;

o)      in de teelt van peulvruchten

p)      in de teelt van aubergines, komkommers, meloenen, paprika's, Spaanse peper, tomaten en de bedekte teelt van augurken en courgette;

q)      in de teelt van rode kool, savooie kool, spitskool, witte kool, bloem­kool, broccoli, spruitkool en koolrabi;

r)       in de teelt van koolraap, knolraap (consumptieraap), de onbedekte teelt van radijs en de teelt van rammenas;

s)      in de teelt van zaaiuien, 1e-jaars plantuien, 2e-jaars plantuien, zilveruien, picklers, sjalotten, knoflook en prei;

t)        in de teelt van asperges mits toegepast na het steken;

u)      in de teelt van paddestoelen;

v)    in de teelt van bloembol- en bolbloemgewassen;

w)    in de teelt van bloemisterijgewassen, vaste planten en boomkwekerijge­wassen (waarbij voor de onbedekte teelt geldt dat uitsluitend toepassingen waarbij neerwaarts wordt bespoten zijn toegestaan).

 

Per teeltseizoen mogen maximaal 3 toepassingen met Deltamethrin E.C. 25 worden uitgevoerd, tenzij anders aangegeven.

 

Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing uitsluitend toegestaan wanneer in percelen die grenzen aan oppervlaktewater gebruik wordt gemaakt van:

 

- minimaal 75% driftreducerende spuitdoppen in de volgende teelten:

aardappelen (alle toepassingen), landbouwerwten, landbouwstambonen, veldbonen, bladrammenas, bladkool en stoppelknollen, rode bessen, zwarte bessen, kruisbessen, bramen en frambozen, sla, andijvie, spinazie, peulvruchten, rode kool, savooie kool, spitskool, witte kool, bloemkool, broccoli, spruitkool, koolraap, knolraap (consumptieraap), radijs, rammenas, zaaiuien, 1e-jaars plantuien, 2e-jaars plantuien, zilveruien, picklers, sjalotten, knoflook en prei, asperges, bloembol- en bolbloemgewassen, vaste planten; en

- minimaal 75% driftreducerende spuitdoppen in de teelt van boomkwekerijgewassen,waarbij geldt dat toepassing uitsluitend door middel van een neerwaartse bespuiting mag plaatsvinden.

- minimaal 90% driftreducerende spuitdoppen in de volgende teelten:

koolrabi, gladiool, bloemisterijgewassen, mais

 

Gevaarlijk voor bijen en hommels. Om de bijen en andere bestuivende insecten te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen of op niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen en hommels. Gebruik dit product niet wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn. Gebruik is wel toegestaan op bloeiende planten in de kas mits er geen bijen of hommels in de kas actief naar voedsel zoeken. Voorkom dat bijen en andere bestuivende insecten de kas binnenkomen, bijvoorbeeld door alle openingen met insectengaas af te sluiten.

 

Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor bestuivers in kasteelten. Raadpleeg uw leverancier van bestuivers over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van bestuivers en over de in acht te nemen wachttijden.

 

Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg uw leverancier van natuurlijke vijanden over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden.

 

Behandelde percelen mogen niet tijdens en binnen 30 dagen na toepassing worden beweid of gemaaid ten behoeve van voederdoeleinden.

 

VEILIGHEIDSTERMIJNEN

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan:

3 dagen voor aardbeien, aubergines, augurken, courgettes, komkom­mers, meloenen,

paprika's, Spaanse peper, tomaten, paddestoelen;

7 dagen voor aardappelen, landbouwerwten, landbouwstambonen, veldbonen, peulvruchten bladrammenas, bladkool, stoppelknollen, rode bessen, zwarte bessen, kruisbessen, bramen, frambozen, sla (met uitzondering van veldsla), de onbedekte teelt van andijvie, de onbedekte teelt van spinazie, rode kool, savooienkool, spitskool, witte kool, bloem­kool, broccoli, spruitkool, koolrabi, koolraap, knolraap (consumptieraap), de onbedekte teelt van radijs, rammenas, zaaiuien, 1e-jaars plantuien, 2e-jaars plantuien, zilveruien, picklers, sjalotten, knoflook, asperge en prei.

30 dagen voor granen, maïs, suiker- en voederbieten.

45 dagen voor zomer- en winterkoolzaad en karwij

60 dagen voor blauwmaanzaad, lijnzaad en vezelvlas

 

Dit middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik.

 

B.

GEBRUIKSAANWIJZING

 

Deltamethrin E.C. 25 is geformuleerd als emulgeerbaar concentraat (EC). Het middel werkt als een contact‑ en maaggif, de werking is bijzonder snel. Deltamethrin E.C. 25 werkt niet systemisch, heeft geen dampwerking en dringt niet in het blad door, wel dringt het middel diep in de waslaag door. Deltamethrin E.C. 25 bezit in de aangegeven doserin­gen geen fytotoxische eigenschap­pen.

Deltamethrin E.C. 25 is werkzaam tegen vele insecten.

 

 


TOEPASSINGEN

 

Consumptieaardappelen, zetmeelaardappelen en pootaardap­pelen, ter bestrijding van larven van de Colorado­kever.

Een behandeling uitvoeren zodra de larven de grootte van een tarwekor­rel hebben bereikt.

Dosering: 300 ml per ha.

 

Pootaardappelen, ter voorkoming van virusoverdracht (o.a. bladrolvirus) door bladluizen.

Toepassen zodra 90% van de planten is opgekomen. De behandeling 14 dagen later herhalen.

Dosering: 400 ml per ha.

 

Pootaardappelen, ter voorkoming van virusoverdracht van het Yn-virus door bladluizen.

Toepassen in de periode vanaf de opkomst van het gewas tot één week voor de rooidatum. In de beheersingsstrategie kan Deltamethrin E.C. 25 maximaal 3x worden ingezet.

Dosering: 200 ml per hectare in combinatie met minerale olie.

Voor de dosering van de minerale olie raadplege men de publicaties van o.a. de DLV. Het middel toepassen in combinatie met minerale olie.

 

Consumptie- en zetmeelaardappelen, ter bestrijding van bladluizen ter voorkoming van zuigschade.

Een behandeling uitvoeren wanneer gemiddeld meer dan 50 bladluizen per samengesteld blad voorkomen.

Dosering: 200 ml per ha.

 

Suiker‑ en voederbieten, ter bestrijding van tripsen en rupsen.

De bestrijding van trips kan het beste worden uitge­voerd wanneer de tripsen op de jonge plant­jes worden waar­geno­men.

Rupsen, die in de maand augustus hier en daar worden aange­troffen, kunnen soms een aanzienlijke hoeveel­heid blad wegvreten. De schade valt doorgaans mee. In een enkel geval kan bestrijding gewenst zijn.

Dosering: 300 ml per ha.

 

Granen, ter bestrijding van bladluizen.

Een bespuiting uitvoeren als tenminste 70% van de halmen met bladluizen is bezet.

Een toepassing in het najaar kan ook noodzakelijk zijn bij veel bladluizen op de jonge halmen.
Een gecombineerde bestrijding van bladluizen en afrijpingsziekten is verantwoord wanneer bij begin bloei tenminste 30% van de halmen met bladluizen is bezet.

Dosering: 250 ml per ha.

 

Maïs, ter bestrijding van de maïswortelkever (Diabrotica virgifera virgifera).

Toepassingsinterval: ca. twee weken

Dosering: 500 ml per ha

 

Landbouwerwten, ter bestrijding van tripsen en de erwtenpeulboor­der.

Dosering: 300 ml per ha

 

Landbouwerwten en veldbonen, ter bestrijding van bladrandkever.

Zodra vreterij van de bladrandkever aan de blaadjes van de jonge planten wordt waargenomen een behandeling uitvoeren.

Dosering: 300 ml per ha

 

Landbouwstambonen (bruine bonen, witte bonen, gele bonen, kievitsbonen), ter bestrijding van tripsen.

Dosering: 300 ml per ha

 

Graszaadteelt, graszodenteelt, sportvelden en in weiland, ter bestrijding van de larven van de rouw­vlieg.

Bij voorkeur spuiten met veel water; regen kort na de toepassing heeft een gunstig effect op de bestrij­ding.

De behandeling dient in de herfst te worden uitge­voerd.

Om de kans op contact van het middel met de larven te vergroten, verdient het aanbeveling het weiland eerst te slepen en geen drijfmest kort voor de bespui­ting aan te brengen.

N.B.: Het middel heeft geen effect op emelten.

Dosering: 300 ml per ha.

 

Graszaadteelt van veldbeemd, ter bestrijding van de graszaadgal­mug.

De 1e bespuiting dient circa één week na het begin van de eiafzetting te worden uitgevoerd; op overja­rige perce­len dient de bespuiting na 14 dagen te worden herhaald. Op 1e‑jaars percelen kan met één bespui­ting worden volstaan, na verwijdering van de dekvrucht.

Dosering: 500 ml per ha.

 

Vezelvlas, lijnzaad en blauwmaanzaad, ter bestrijding van trips.

Een behandeling uitvoeren zodra aantasting wordt waarge­nomen.

Dosering: 300 ml per ha.

 

Zomer– en winterkoolzaad, ter bestrijding van de koolzaadglanske­ver.

Zodra vóór de bloei van het gewas gemiddeld 3‑5 glanske­vers per plant aanwezig zijn, een behandeling uitvoe­ren.

Als het gewas bloeit, is een bestrijding niet zinvol meer.

Dosering: 200 ml per ha.

 

Zomer– en winterkoolzaad, ter bestrijding van de koolzaadsnuitkever.

Vanaf het moment dat de eerste hauwen gevormd zijn, een behandeling uitvoeren zodra per plant 1 of meer snuitke­vers aanwezig zijn.

Nadat alle hauwen zijn gevormd, is een bestrijding niet zinvol meer.

Dosering: 200 ml per ha.

 

Karwij, ter bestrijding van de karwijmot.

Zodra de eerste rupsjes zich in de schermen inspinnen een behandeling uitvoeren.

Dosering: 200 ml per ha.

 

Bladrammenas, bladkool en stoppelknollen, ter bestrijding van rupsen.

Een behandeling uitvoeren zodra aantasting wordt waargenomen.

Dosering: 300 ml per ha.

 

Fruitgewassen

 

De onbedekte teelt van rode bessen, zwarte bessen en kruisbessen, ter bestrijding van rupsen van bonte bessenvlin­der, blad­rollers en de bastaardrups van de bes­se­blad­wesp. De toepassing dient kort voor de bloei en na de bloei plaats te vinden als de eispiegels uitkomen.

De bestrijding van wantsen dient plaats te vinden bij het verschijnen van de larven.

Het is vrijwel zeker dat bij het juiste bestrijdingsmo­ment van deze  insecten sommige bessen in bloei staan. Dat betekent dat een bespui­ting vóór de bloei moge­lijk te vroeg is en direct na de bloei herhaald moet worden.

Dosering: 0,02% (20 ml per 100 liter water).

 

Aardbeien, ter bestrijding van aardbeibloesemkever, trips en rupsen.

Dosering: 0,02% (20 ml per 100 liter water) met een maximale hoeveelheid spuitvloeistof van 1000 liter per hectare

 

De onbedekte teelt van bramen en frambozen, ter bestrijding van aardbeibloesemkever en frambozekever. Eén keer spuiten 10‑14 dagen vóór de bloei en/of één keer spuiten kort vóór de bloei gevolgd door één keer spuiten vlak na de bloei.

Dosering: 0,02% (20 ml per 100 liter water)

 

De onbedekte teelt van bramen en frambozen, ter bestrijding van rupsen (o.a. bladrollers) toepassen vóór de bloei en eventueel op het tijdstip van de eerste generatie van de vrucht­bladrol­ler (± half juni).

Dosering: 0,02% (20 ml per 100 liter water)

 

De onbedekte teelt van bramen en frambozen, ter bestrijding van wantsen vóór de bloei spui­ten bij het uitkomen van de eieren.

Dosering: 0,02% (20 ml per 100 liter water)

 

Groentegewassen

 

Sla (met uitzondering van veldsla), onbedekte teelt van andijvie en de onbedekte teelt van spinazie, ter bestrij­ding van rupsen.

Dosering: 0,05% (50 ml per 100 liter water)

 

Peulvruchten (stamslaboon, stamsnijboon, boterboon, flageolet, stokslaboon, stoksnijboon, spekboon, pronkboon, peulen, asperge-erwt, doperwt, kapucijner, suikererwt, kouseband, tuinboon, sojaboon, limaboon, cowpea), ter bestrijding van tripsen.

Dosering: 300 ml per ha

 

Aubergines, komkommers, meloenen, papri­ka's, Spaanse peper en tomaten en de bedekte teelt van augurken en courgettes, ter bestrij­ding van rupsen, bladrollers, ­witte­vlieg, mi­neervlieg en trips.

De behandeling enige malen (maximaal 3 keer) herhalen met een inter­val van plm. 7 dagen.

Dosering: 0,05% (50 ml per 100 liter water) met een maximale hoeveelheid spuitvloeistof van 1400 liter per hectare

 

Rode kool, savooie kool, spitskool, witte kool, bloemkool, broccoli, spruitkool, en koolrabi, ter bestrijding van koolrupsen, koolmot en bladrollers. Spuiten zodra eerste vrete­rij zicht­baar wordt.

Ter bestrij­ding van koolgalmug het middel toepassen zodra de eerste eitjes zijn afgezet. De bespui­ting zonodig herhalen.

Dosering: 300 ml per ha.

 

Koolraap en knol­raap (con­sumptieraap) de onbedekte teelt van radijs en rammenas (rettich), ter bestrijding van rupsen en trips.

Zodra aantas­ting optreedt dient met de bespuiting begonnen te worden.

Dosering: 300 ml per ha.

 

Zaaiuien, 1e-jaars plantuien, 2e-jaars plantuien, zilver­uien, pick­lers, sjalotten, knoflook en prei, ter bestrijding van preimot, trips en mineervlieg.

Dosering: 300 ml per ha.

 

Asperges, ter bestrijding van aspergekever en asperge­vlieg.

  in 1‑ en 2‑jarige velden:

   zodra de stengels boven de grond komen;

  in productievelden:

   direct na de oogst. De behandeling desgewenst herha­len.

Dosering: 300 ml per ha.

 

Paddestoelenteelt, ter bestrijding van champignonvliegen en ‑mu­ggen.

 

Spuitbehandeling

Het is aan te bevelen Deltamethrin E.C. 25 op de bedden onder lage druk en in de rest van de cel onder hoge druk toe te passen.

Tijdstip van toepassing: Ná het afdekken tot en met de oogst met in achtname van de veiligheidstermijn.

Dosering: 3 ml in 50-100 liter water per 100 m² teeltoppervlak.

Hiervan ongeveer twee‑derde gedeelte op de bedden en één‑derde gedeelte voor de rest van de cel (vloer, plafond, bekisting en muren).

 

Ruimtebehandeling

Toelichting:

Tijdens de behandeling en enige tijd daarna moeten de champig­nons droog blijven. Vanaf het moment van de behandeling dient de ventilatie en de circulatie geduren­de 1 uur stopgezet te worden en dient de verlich­ting ingescha­keld te zijn.

Dosering: 3 ml per 100 m3 celinhoud door middel van ruimtebehandelingsapparatuur (Puls- of Swingfog of electrische verdampers).

 

Bloemisterij‑, boomkwekerij‑, bolbloem- en bloembolge­wassen en vaste planten

 

Bloembol- en bolbloemgewassen, ter bestrij­ding van rupsen, bladrollers, mineer­vlieg, trips, wit­te vlieg en dop en schildluizen.

Dosering: 0,05% (50 ml per 100 liter water)

                

Gladiolen, ter bestrijding van trips (gewas­bespuiting).

Dosering: 300 ml per ha.

 

Tulp en hyacint, ter beperking van verspreiding van non-persistente virussen.

Toepassen in de periode vanaf mei . Bij tulpen de bespuitingen voortzetten tot de derde week van juni en bij hyacinten tot één week voor het rooien. In de beheersingsstrategie kan Deltamethrin E.C. 25 maximaal 2x worden ingezet.

Dosering: 400 ml per ha.

 

Lelie, ter beperking van verspreiding van non-persistente virussen.

Toepassen in de periode vanaf kort na opkomst tot kort voor rooien. In de beheersingsstrategie kan Deltamethrin E.C. 25 maximaal 2x worden ingezet. Gecombineerde toepassing met minerale olie kan het effect verbeteren.

Dosering: 400 ml per ha.

    

Bloemisterijgewassen, ter bestrijding van rupsen, bladrollers, mineer­vlieg, trips, wit­te vlieg en dop en schildluizen.

Behandeling herhalen met een interval van 7 dagen.

Dosering: 0,05% (50 ml per 100 liter water) met een maximale hoeveelheid spuitvloeistof van 1000 liter per hectare in bedekte teelten

 

Boomkwekerijgewassen en vaste planten, ter bestrijding van diverse rupsen (o.a. spin­selmotten, bas­taardsa­tijnvlinder, bladrol­lers), trips, bladmi­neer­ders, eiketop­gal­mug en dennelotrups.

Spuiten zodra de aantasting optreedt. Bij rupsen van de bas­taardsatijnvlinder eventueel ook spuiten in de nazomer vóórdat de rupsen zich inspinnen.

Het verdient aanbeveling door middel van een proefbespuiting vast te stellen of het gewas de behandeling verdraagt.

Dosering: 0,02% (20 ml per 100 liter water).

Gecombineerd toepassen met minerale olie kan het effect verbeteren.

Voor de dosering van minerale olie raadpleegt men de voorlichting.

 


HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

 

BIJLAGE II bij het besluit d.d. 18 januari 2013 tot verlenging en wijziging van de toelating van het middel Deltamethrin E.C. 25, toelatingnummer 10135 N

 

Het middel Deltamethrin E.C. 25 is een paralleltoelating  van de toelating van het middel
DECIS EC (7774 N).

 

Onder paralleltoelating wordt verstaan de toelating van een bestrijdingsmiddel, dat van dezelfde fabrikant afkomstig is als een hier te lande toegelaten middel, daarvan niet wezenlijk verschilt, geïmporteerd wordt uit één van de lidstaten van de Europese Unie en aldaar is toegelaten of geregistreerd.

 

Bij besluit d.d. 18 januari 2013 is de toelating van het middel DECIS EC geherregistreerd en verlengd tot 1 januari 2023

Op grond hiervan kan de toelating van het middel  Deltamethrin E.C. 25  ook worden verlengd.

Het toepassingsgebied en de etikettering zijn gewijzigd. In het WGGA zijn restrictiezinnen opgenomen.

 

Conclusie 

De toelating van het middel Deltamethrin E.C. 25 wordt verlengd tot 1 januari 2023.