Toelatingsnummer 11228 N

Roundup Evolution  

 

11228 N

 

 

 

 

 

 

 

 

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN

GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

 

1 WIJZIGING TOELATING AMBTSHALVE

 

Ambtshalve wijziging van de toelating als bedoeld in artikel 28, eerste lid, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden van het gewasbeschermingsmiddel, op basis van de werkzame stof(fen) glyfosaat

 

Roundup Evolution

 

gelet op artikel 41, vierde lid, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden,

 

BESLUIT HET COLLEGE als volgt:

 

1.1  Wijziging toelating voor niet professioneel gebruik

De toelating van het middel Roundup Evolution is laatstelijk bij besluit d.d. 22 december 2006 verlengd tot 1 juli 2012. De toelating van het middel Roundup Evolution voor niet-professioneel gebruik wordt gewijzigd en is met ingang van datum dezes toegelaten voor de in bijlage I genoemde toepassingen voor niet professioneel gebruik.

 

1.2  Samenstelling, vorm en verpakking

De toelating geldt uitsluitend voor het middel in de samenstelling, vorm en de verpakking als waarvoor de toelating is verleend.

 

1.3  Gebruik

Het middel mag bij niet professioneel gebruik slechts worden gebruikt met inachtneming van hetgeen in bijlage I onder A bij dit besluit is voorgeschreven.

 

1.4 Classificatie en etikettering

 

Gelet op artikel 29, eerste lid, sub d, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden,

 

1.    De aanduidingen, welke ingevolge artikelen 9.2.3.1 en 9.2.3.2 van de Wet milieubeheer en artikelen 14, 15a, 15b, 15c en 15e van de Nadere regels verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten op de verpakking moeten worden vermeld, worden hierbij vastgesteld als volgt:

 

aard van het preparaat: vloeistof

 

werkzame stof:

gehalte:

glyfosaat

360 g/l

 

 

 

op verpakkingen die (mede)  bestemd zijn voor huishoudelijk gebruik: het kca-logo

(het kca-logo is het logo voor klein chemisch afval bestaande uit een afvalbak met een kruis erdoor als opgenomen in bijlage III bij de genoemde Nadere regels)         

 

letterlijk en zonder enige aanvulling:

 

andere zeer giftige, giftige, bijtende of schadelijke stof(fen):  

-

 

gevaarsymbool:

aanduiding:

-

-

 

 

Verpakking voor professioneel gebruik

Waarschuwingszinnen: 

 

R53                 -Kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

 

 

Veiligheidsaanbevelingen:

 

SPo 2              -Was alle beschermende kleding na gebruik.

S36/37            -Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.

S61                 -Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies / veiligheidsgegevenskaart.

V32-NL            -Middel en oplossingen ervan niet opslaan of laten overstaan in gegalvaniseerde of metalen tanks, omdat daardoor een zeer brandbaar gas kan ontstaan (niet roken!).

 

Verpakking voor niet-professioneel gebruik

Waarschuwingszinnen: 

 

R53                 -Kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

 

 

Veiligheidsaanbevelingen:

 

V32-NL            -Middel en oplossingen ervan niet opslaan of laten overstaan in gegalvaniseerde of metalen tanks, omdat daardoor een zeer brandbaar gas kan ontstaan (niet roken!).

 

Specifieke vermeldingen:

 

DPD01            -Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

 

1)    Behalve de onder 1. bedoelde en de overige bij de Wet Milieugevaarlijke Stoffen en Nadere regels verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten voorge­schreven aanduidingen en vermeldingen moeten op de verpakking voorkomen:

 

§         letterlijk en zonder enige aanvulling:
het wettelijk gebruiksvoorschrift
De tekst van het wettelijk gebruiksvoorschrift voor niet professioneel gebruik is opgenomen in Bijlage I, onder A.

 

§         hetzij letterlijk, hetzij naar zakelijke inhoud:
de gebruiksaanwijzing
De tekst van de gebruiksaanwijzing is opgenomen in Bijlage I, onder B.
De tekst mag worden aangevuld met technische aanwijzingen voor een goede bestrijding mits deze niet met die tekst in strijd zijn
.

 

1.      bij het toelatingsnummer een cirkel met daarin de aanduiding

Verpakking voor niet-professioneel gebruik: Wpart.4.

 

De wijzigingen in het WGGA voor niet professioneel gebruik dienen bij eerste aanmaakvan nieuwe verpakkingen te worden doorgevoerd.

Oude verpakkingen mogen worden opgemaakt.

 

 

2 DETAILS VAN DE WIJZIGING

 

2.1  Grondslag

 

Het college schrijft een aantal wijzigingen voor in de wettelijke gebruiksvoorschriften (WGGA’s) van de in Nederland toegelaten glyfosaathoudende middelen.

 

Aanleiding voor deze tussentijdse, ambtshalve wijziging is het feit dat de normoverschrijdingen van de concentraties glyfosaat in voor drinkwater bestemd oppervlaktewater voortduren en de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM), mede namens de minister van Landbouw, Natuur en voedselkwaliteit (LNV), hierin aanleiding heeft gezien het Ctgb te verzoeken om alle toelatingen van toepassingen op verhardingen in te trekken dan wel voor zover het de professionele toepassingen betreft, om de professionele toepassing op verhardingen aan een certificaat te binden.

De toepassing op open verhardingen valt niet onder de aanwijzing, aangezien hier geen sprake is van afvloeiing.

Bij de werkzaamheden die zijn verricht ter uitvoering van deze aanwijzing heeft het Ctgb geconstateerd, dat  in een aantal WGGA’s onjuistheden of onduidelijkheden voorkomen, die een verantwoord gebruik van het middel in de weg kunnen staan.  Om deze reden besluit het college ambtshalve tot de volgende wijzigingen in de WGGA’s van de glyfosaathoudende middelen.

 

a. Uniforme terminologie

Met de invoering van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden is het onderscheid geïntroduceerd in middelen voor professioneel gebruik en middelen voor niet-professioneel gebruik.

De term professioneel gebruik betekent gebruik waarvoor een vakbekwaamheidsdiploma is vereist. Hieronder valt alle gebruik dat voorheen als beroepsmatig gebruik werd aangeduid.

De ene term kan simpel door de andere term worden vervangen.

De term niet-professioneel gebruik geeft enkel aan dat voor het gebruik geen vakbekwaamheidsdiploma is vereist. Deze term heeft veel minder betekenis dan de voorheen gebruikte term particulier gebruik. Bij de omzetting van de WGGA’s voor particulier gebruik in WGGA’s voor niet-professioneel gebruik kan dus niet simpelweg de ene term door de andere worden vervangen. In een aantal gevallen is dat echter wel gebeurd.

In alle WGGA’s van glyfosaathoudende middelen voor particulier of niet-professioneel gebruik dient de volgende zin te worden opgenomen:

 

Het middel is uitsluitend bestemd voor niet-professioneel gebruik.

Dit middel mag uitsluitend worden gebruikt in de privésfeer, en mag niet worden gebruikt op voor het publiek toegankelijke plaatsen, op de werkplek of op terrein dat bestemd is voor bedrijfsuitoefening.

 

b. Doseringsvoorschriften aangepast aan het niet-professionele gebruik.

Zo nodig worden de doseringsvoorschriften in het WGGA voor de niet-professionele gebruiker omgezet in hoeveelheden die functioneel en hanteerbaar zijn voor niet-professioneel gebruik.

 

c. Splitsing van het WGGA voor professioneel gebruik en het WGGA voor niet-professioneel gebruik.

Het Ctgb acht het ongewenst dat voorschriften bij een middel worden gevoegd die op het gebruik van dat middel niet toepasselijk zijn. Dit is het geval indien bij een middel een WGGA wordt gevoegd dat voorschriften bevat zowel voor professioneel gebruik als voor niet-professioneel gebruik.

Middelen worden verkocht ofwel voor de professionele markt, ofwel voor de niet-professionele markt.  Bij elk middel dient slechts het WGGA te zijn gevoegd dat voor het gebruik van dat middel toepasselijk is.

Het college splitst de gecombineerde WGGA’s voor glyfosaathoudende middelen per 1 januari 2010 in een WGGA voor het product voor de professionele markt product en een WGGA voor het product voor de niet-professionele markt.

 

d. Gebruik terminologie DOB-systeem

Het WGGA voor de niet professionele gebruiker van Roundup Evolution  hanteert op voorstel van de toelatinghouder de DOB-terminologie voor de indeling van de typen verhardingen.  In lijn met deze terminologie is aan de opsomming van open verhardingen toegevoegd grasbetontegels en grasbetonstenen  “met open gaten”.

Het kenmerkende element van open verhardingen is dat er geen afspoeling plaatsvindt. De aanwijzing van de minister ziet niet op dit soort verhardingen.

 

2.2 Procedure

Bij brief van 17 november 2009 zijn de toelatinghouders geïnformeerd over het voornemen tot bovenomschreven ambtshalve wijziging van de WGGA’s.  De toelatinghouders zijn in de gelegenheid gesteld  te reageren op dit voornemen. Er zijn geen reacties binnengekomen die nopen tot een heroverweging van het voornemen.

 

2.3 Samenvatting van de wijzigingen voor het niet professionele gebruik

* Aan de opsomming van soorten open verhardingen is bij grasbetontegels en grasbetonstenen toegevoegd ‘met open gaten’.

 * Bovenaan in het WGGA wordt vermeld dat het WGGA geldt voor niet professioneel gebruik.

* Toegevoegd wordt de zinsnede “Dit middel mag uitsluitend worden gebruikt in de privésfeer, en mag niet worden gebruikt op voor het publiek toegankelijke plaatsen, op de werkplek of op terrein dat bestemd is voor bedrijfsuitoefening. “

 


 

3.  AFLEVER- EN/OF OPGEBRUIKTERMIJN 

 

Het betreft hier een ambtshalve wijziging in de voorschriften voor niet professioneel gebruik die niet is gebaseerd op aanwijzingen voor het bestaan van een risico voor de gezondheid van de mens of van een ander onaanvaardbaar risico.

De wijzigingen vloeien evenmin rechtstreeks voort uit de aanwijzing van de minister.

Het college ziet daarom geen reden om niet toe te staan dat oude verpakkingen mogen worden opgemaakt.

 

Degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken kan gelet op artikel 119, eerste lid, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 7:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt een bezwaarschrift indienen bij: het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), Postbus 217, 6700 AE WAGENINGEN. Het Ctgb heeft niet de mogelijkheid van het elektronisch indienen van een bezwaarschrift opengesteld.

 

Wageningen, 15 januari 2010

 

 

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN  GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN  BIOCIDEN,



dr. D. K. J. Tommel

voorzitter

 

Aan:

Monsanto Europe N.V. A.G. Benelux

Haven 627 - Scheldelaan 460
B-2040  ANTWERPEN

 


 

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

 

BIJLAGE I bij het besluit d.d. 15 januari 2010 tot wijziging van de toelating van het middel Roundup Evolution, toelatingnummer 11228 N

 

 

Voor niet professioneel gebruik

 

A.

WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

 

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel:

 

1. op permanent onbeteeld terrein, uitsluitend pleksgewijs op de aanwezige onkruiden  

      a.  op open verhardingen (grint, gravel, schelpen of grasbetontegels en grasbetonstenen met open gaten) en onverharde wegen en paden

      b. onder hekwerken, afrasteringen en hagen.

2.  op tijdelijk onbeteeld land uitgezonderd op sloottaluds.

3.   in beplantingen;

4.   voor de opkomst of het planten van gewassen in sier- en moestuin, alsmede voor de inzaai van gazons.

5. als middel voor behandeling van stobben van afgezaagde bomen en struiken, ter vermijding van nieuwe uitloop.

 

Niet toepassen over oppervlaktewater en afvoerkolken.

 

Het middel is uitsluitend bestemd voor niet-professioneel gebruik.

 

Dit middel mag uitsluitend worden gebruikt in de privésfeer, en mag niet worden gebruikt op voor het publiek toegankelijke plaatsen, op de werkplek of op terrein dat bestemd is voor bedrijfsuitoefening.

 

B.

GEBRUIKSAANWIJZING

 

Roundup Evolution is een niet-selectief systemisch herbicide voor de bestrijding van overblijvende grassen (als kweek), overblijvende tweezaadlobbige onkruiden en de meeste eenjarige onkruiden. Mossen worden niet bestreden. Het middel wordt door de bladeren opgenomen en naar de ondergrondse delen getransporteerd. Bij de bespuiting moet daarom een flink ontwikkelde onkruidbegroeiing van 10 – 15 cm hoogte aanwezig zijn. Het wordt na contact met de grond als regel snel geïnactiveerd en afgebroken. Planten en zaaien kan één week na toepassing.

Weersomstandigheden

Niet te warm, bewolkt weer met een hoge luchtvochtigheid tijdens de bespuiting geeft de beste resultaten. Fel zonnig weer, met hoge temperaturen, veroorzaakt een te snelle doding van de bovengrondse delen, waardoor onvoldoende transport kan plaatsvinden. Niet toepassen als er binnen 6 uur kans op regen bestaat, en niet bij of na strenge vorst. Bij voorkeur spuiten op een droge vegetatie.

Dosering (uitgezonderd stobbenbehandeling) bij hand- of rugspuit: Maximaal 6 ml in 0,5 liter water voor 10 m2.

Voor pleksgewijze toepassing  een  2%-oplossing  gebruiken (20 mL in 1 liter water)

 

WAARSCHUWING

Voor elke toepassing van Roundup Evolution dient men er op bedacht te zijn dat het middel niet selectief is en dus planten, struiken, bomen enz. die met het middel in contact komen rechtstreeks of na overwaaien, ernstig kan beschadigen of doden. Werk dus nauwkeurig, behandel alleen die planten die bestreden moeten worden en spuit zo mogelijk bij windstil weer of met afschermkap. Het werken met een fijne druppel wordt daarom ontraden.

Restoplossing niet in de afvoerkolken gieten!

Na gebruik de spuitapparatuur goed reinigen. De spoeloplossing verspuiten op een stukje onbeteeld terrein.

 

Roundup Evolution werkt alleen op aanwezige onkruiden en grassen.

 

Stobbenbehandeling

Het middel dient royaal op de zaag- of snijvlakken te worden aangebracht zonder dat afdruipen plaatsvindt, dit ter vermijding van mogelijke schade aan omringende beplantingen.

Concentratie: 5% = 50 mL in 1 liter water.