HET COLLEGE
VOOR DE TOELATING VAN
GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN
EN BIOCIDEN
1
WIJZIGING TOELATING
Gelet op het verzoek d.d. 8 maart 2010 (20060342 THG) van
tot wijziging van de toelating als bedoeld in artikel 28, eerste lid, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden van het gewasbeschermingsmiddel, op basis van de werkzame stof mecoprop-P
gelet op artikel 41, tweede lid, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden,
BESLUIT HET COLLEGE als volgt:
1.1 Wijziging toelating
De toelating van het middel Duplosan MCPP is laatstelijk bij besluit d.d. 27 november 2009 verlengd tot 1 mei 2010. De toelating van het middel Duplosan MCPP wordt gewijzigd en is met ingang van datum dezes toegelaten voor de in bijlage I genoemde toepassingen. Op verzoek van de toelatinghouder wordt de toepassing in gazons en sportvelden, en de pleksgewijze toepassing onder appel- en perenbomen ingetrokken. Tevens wordt het WGGA en de etikettering van het middel gewijzigd; er wordt nu onderscheid gemaakt tussen professioneel gebruik en niet-professioneel gebruik.
1.2 Samenstelling, vorm en verpakking
De toelating geldt uitsluitend voor het middel in de samenstelling, vorm en de verpakking als waarvoor de toelating is verleend.
1.3 Gebruik
Het middel mag slechts worden gebruikt met inachtneming van hetgeen in bijlage I onder A bij dit besluit is voorgeschreven.
1.4 Classificatie en etikettering
Gelet op artikel 29, eerste lid, sub d, Wet gewasbeschermingsmiddelen en
biociden,
1. De aanduidingen, welke ingevolge artikelen 9.2.3.1 en 9.2.3.2 van de Wet milieubeheer en artikelen 14, 15a, 15b, 15c en 15e van de Nadere regels verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten op de verpakking moeten worden vermeld, worden hierbij vastgesteld als volgt:
aard van het preparaat: Met water mengbaar concentraat
werkzame stof: |
gehalte: |
mecoprop-P |
600 g/l |
op verpakkingen die (mede) bestemd zijn voor huishoudelijk gebruik: het kca-logo
(het kca-logo is het logo voor klein chemisch afval bestaande uit een afvalbak met een kruis erdoor als opgenomen in bijlage III bij de genoemde Nadere regels)
letterlijk en zonder enige
aanvulling:
andere zeer giftige, giftige, bijtende of schadelijke stof(fen):
gevaarsymbool: |
aanduiding: |
Xn |
Schadelijk |
Verpakking voor professioneel gebruik
Waarschuwingszinnen:
R22 -Schadelijk
bij opname door de mond.
R38 -Irriterend
voor de huid.
R41 -Gevaar
voor ernstig oogletsel.
Veiligheidsaanbevelingen:
SPo 2 -Was
alle beschermende kleding na gebruik.
S21 -Niet
roken tijdens gebruik.
S26 -Bij
aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig
medisch advies inwinnen.
S36/37/39a -Draag
geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor de ogen.
S46 -In
geval van inslikken onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket
tonen.
Specifieke vermeldingen:
DPD01 -Volg
de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Verpakking voor niet-professioneel gebruik
Waarschuwingszinnen:
R22 -Schadelijk
bij opname door de mond.
R38 -Irriterend
voor de huid.
R41 -Gevaar
voor ernstig oogletsel.
Veiligheidsaanbevelingen:
SPo 2 -Was
alle beschermende kleding na gebruik.
S02 -Buiten
bereik van kinderen bewaren.
S13 -Verwijderd
houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
S21 -Niet
roken tijdens gebruik.
S26 -Bij
aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig
medisch advies inwinnen.
S36/37/39a -Draag
geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor de ogen.
S46 -In
geval van inslikken onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket
tonen.
Specifieke vermeldingen:
DPD01 -Volg
de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
2)
Behalve de onder 1. bedoelde en de overige bij
de Wet Milieugevaarlijke Stoffen en Nadere regels verpakking en aanduiding milieugevaarlijke
stoffen en preparaten voorgeschreven aanduidingen en vermeldingen moeten op de
verpakking voorkomen:
a)
letterlijk en zonder enige aanvulling:
het wettelijk gebruiksvoorschrift
De tekst van het wettelijk gebruiksvoorschrift is opgenomen in Bijlage I, onder
A.
b)
hetzij
letterlijk, hetzij naar zakelijke inhoud:
de gebruiksaanwijzing
De tekst van de gebruiksaanwijzing
is opgenomen in Bijlage I, onder B.
De tekst mag worden aangevuld met technische aanwijzingen voor een goede
bestrijding mits deze niet met die tekst in strijd zijn.
c)
bij het
toelatingsnummer een cirkel met daarin de aanduiding
-
Verpakking
voor professioneel gebruik: W.7.
-
Verpakking
voor niet-professioneel gebruik: Wpart.7.
1.5 Aflever- en
opgebruiktermijn
Op grond van
artikel 41, vijfde lid, Wet
gewasbeschermingsmiddelen en biociden en het Besluit bestuursreglement
regeling toelating gewasbeschermingsmiddelen en biociden Ctgb 2007, mag het middel Duplosan
MCPP voor niet meer toegelaten toepassingen:
Voor professioneel
gebruik
1.
voor de
periode van 1 april 2010 tot 1 oktober 2010 nog op de markt worden gebracht.
2.
voor de
periode van 1 april
2010 tot 1 april 2011 nog worden gebruikt en in voorraad of voorhanden worden gehouden;
De onderbouwing van de termijnen is opgenomen in Hoofdstuk 4 van dit besluit.
Voor
niet-professioneel gebruik
3.
voor de
periode van 1 april 2010 tot 1 oktober
2010 nog op de markt worden gebracht.
4.
voor de
periode van 1 april 2010 tot 1 april
2011 nog worden gebruikt en in voorraad of voorhanden
worden gehouden;
De
onderbouwing van de termijnen is opgenomen in Hoofdstuk 4 van dit besluit.
2 DETAILS VAN HET VERZOEK
EN DE TOELATING
2.1 Verzoek
Het betreft een verzoek tot wijziging van de toelating van
het middel Duplosan MCPP (9531 N), een middel op basis van de werkzame stof mecoprop-P.
De gevraagde wijzigingen betreffen:
De toepassing op gazons en sportvelden, en de pleksgewijze toepassing onder appel- en perenbomen worden ingetrokken.
Tevens wordt het WGGA en de etikettering van het middel gewijzigd; er wordt nu onderscheid gemaakt tussen professioneel gebruik en niet-professioneel gebruik.
2.2 Informatie met betrekking tot de stof
De werkzame stof mecoprop-P is per 1 juni 2004 geplaatst op Annex I van gewasbeschermingsrichtlijn 91/414/EEG.
2.3 Karakterisering van het middel
Duplosan MCPP is een
contactherbicide en bevat 600 g/L mecoprop-p in de vorm van kaliumzout en is
geformuleerd als een oplosbaar concentraat (SL). Het is bestemd voor na-opkomst
behandeling in het najaar of voorjaar. Duplosan MCPP wordt toegepast tegen een aantal
overblijvende en éénjarige tweezaadlobbige onkruiden.
Mecoprop-p is een bestaande werkzame stof
behorend tot de groep van fenoxy herbiciden. Fenoxy herbiciden zijn in Europa
reeds voor meer dan 50 jaar in de handel gebracht. Mecoprop-p is een selectief
en systemische hormoon-achtige onkruidbestrijder, dat wordt opgenomen via het
blad en zich in de plant verspreid naar de wortels. De stof heeft meerdere
werkingsmechanismen en wordt beschouwd als een synthetische auxine.
2.4 Voorgeschiedenis
De aanvraag is op 10 maart 2010 ontvangen.
3 RISICOBEOORDELINGEN
Er is geen
risicobeoordeling uitgevoerd aangezien het een intrekking van toepassingen
betreft.
4 AFLEVER- EN/OF OPGEBRUIKTERMIJN
Bij besluit d.d. 2 april 2010 is de toelating gewijzigd.
De toepassing op gazons en sportvelden, en de pleksgewijze toepassing onder appel- en perenbomen worden ingetrokken.
Tevens wordt het WGGA en de etikettering van het middel gewijzigd; er wordt nu onderscheid gemaakt tussen professioneel gebruik en niet-professioneel gebruik.
Op grond hiervan wordt de W-codering opgehoogd tot W.7 (professioneel gebruik) resp. Wpart.7 (niet-professioneel gebruik).
Er wordt een aflever- en opgebruiktermijn opgenomen tot
resp. 1 oktober 2010 en
1 april 2011 (Besluit
bestuursreglement regeling gewasbeschermingsmiddelen en biociden Ctgb 2007).
HET COLLEGE VOOR
DE TOELATING VAN
GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN
BIOCIDEN,
dr. D. K. J. Tommel
voorzitter
HET COLLEGE VOOR DE
TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN
BIJLAGE I bij het besluit d.d. 2 april 2010 tot wijziging van de toelating van het middel Duplosan MCPP, toelatingnummer 9531 N
Voor professioneel gebruik:
A.
WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel:
a. in de teelt van granen;
b. in de teelt van graszaad;
c. in weilanden waarin geen vee aanwezig is;
d. onder windschermen en op erven;
e. op akkerranden en randen van weilanden.
Het middel niet toepassen
voor 1 maart en na 1 september, met uitzondering van de pleksgewijze
toepassing onder windschermen en op erven.
Om niet tot
de doelsoorten behorende planten te beschermen is toepassing uitsluitend
toegestaan indien gebruikt wordt gemaakt van één van de volgende
driftreducerende maatregelen:
- zomer- en wintergranen, graszaad, weilanden (tegen muur):
75% driftreducerende doppen;
- weilanden (tegen ridderzuring en grote brandnetel), akkerranden en randen van
weilanden: 75% driftreducerende doppen + kantdop
- pleksgewijze toepassing op
weilanden, onder windschermen en op erven:
Zonder luchtondersteuning
- Conventionele spuit +
driftarme spuitdop + kantdop
-
Lage spuitboomhoogte + driftarme spuitdop + kantdop
-
Lage spuitboomhoogte + driftarme Venturidop + kantdop
- Sleepdoek + standaard spleetdop
-
Overkapte beddenspuit XR11004 + UB8504
Met luchtondersteuning
- Conventionele spuit +
driftarme spuitdop + kantdop
- Conventionele spuit + standaard spleetdop +
-
Lage spuitboomhoogte + driftarme spuitdop + kantdop
- Lage spuitboomhoogte + driftarme Venturidop + kantdop
Veiligheidstermijn
In weilanden niet
korter dan 28 dagen voor de beweiding toepassen.
Dit middel is
uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik.
B.
GEBRUIKSAANWIJZING
Algemeen:
Dit middel is een selectief bladherbicide dat een aantal tweezaadlobbige
overblijvende en éénjarige onkruiden bestrijdt.
Het beste resultaat wordt verkregen als men spuit bij zacht, groeizaam weer,
een bedekte lucht en als het onkruid voldoende blad heeft gevormd. Voor een
goede werking moet het middel door de planten worden opgenomen; daarom moet het
na toepassing minstens 6 uur droog blijven.
Overwaaien van de spuitvloeistof op andere gewassen moet beslist worden
voorkomen; vruchtbomen, groenten, bieten in een jong stadium en witlof zijn
zeer gevoelig voor deze groeistof.
Daarom verspuiten met een grove druppel en lage druk.
Toepassingen
Zomer- en wintergranen
Toepassen tegen muur, kleefkruid en andere onkruiden als het graan 15-
Dosering:
Graszaadteelt
In het bijzonder ter bestrijding van muur. Bij voorkeur toepassen in
augustus. Het gras moet op het moment van toepassing 4 à 5 blaadjes hebben. Dan
nog kan de spruit- en wortelontwikkeling van het gras enigszins worden geremd.
Dosering:
Weilanden
Toepassen tegen ridderzuring in het volle rozetstadium tot het begin van
het doorschieten van de bloemstengels; eventueel ook in de zomer mits voldoende
blad aanwezig is.
Dosering:
Toepassen tegen grote brandnetel bij een hoogte van de grote
brandnetelpollen van 15-
Dosering:
Tegen muur uitsluitend toepassen wanneer het gras onder de muur dreigt
te verstikken en bij voorkeur in het voorjaar. In het voorjaar is een
bespuiting alleen mogelijk in een periode met zacht weer en wanneer niet binnen
enkele dagen vorst te verwachten is.
Aanwezige klaver wordt door dit middel gedood.
Dosering: in pas ingezaaid gras 1-
Het vee moet tijdens het spuiten en gedurende tenminste 28 dagen er na
uit de weide worden gehouden.
Onder windschermen en op erven, als pleksgewijze
bestrijding tegen zuringsoorten, grote
brandnetel, kleefkruid en muur.
Dosering: 0,5% (50 ml in
Op akkerranden en op randen van weilanden, tegen zuringsoorten, grote brandnetel, kleefkruid
en andere onkruiden.
Dosering:
Pleksgewijs toepassen uitsluitend op die plaatsen waar deze onkruiden
overlast veroorzaken. Gebruik maken van een afschermkap om contact van de
spuitvloeistof met bomen of struiken te vermijden.
Bereiding spuitvloeistof
De te gebruiken hoeveelheid middel dient bij
het water te worden gegoten en niet omgekeerd.
Voor niet-professioneel gebruik:
A.
WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel:
a. in weilanden waarin geen dieren aanwezig zijn;
Veiligheidstermijn
In weilanden niet
korter dan 28 dagen voor de beweiding toepassen.
Het middel niet
toepassen voor 1 maart en na 1 september.
Dit middel is
uitsluitend bestemd voor niet-professioneel gebruik.
B.
GEBRUIKSAANWIJZING
Algemeen:
Dit middel is een selectief bladherbicide dat een aantal tweezaadlobbige
overblijvende en éénjarige onkruiden bestrijdt.
Het beste resultaat wordt verkregen als men spuit bij zacht, groeizaam weer,
een bedekte lucht en als het onkruid voldoende blad heeft gevormd. Voor een
goede werking moet het middel door de planten worden opgenomen; daarom moet het
na toepassing minstens 6 uur droog blijven.
Overwaaien van de spuitvloeistof op andere gewassen moet beslist worden
voorkomen; vruchtbomen, groenten, bieten in een jong stadium en witlof zijn
zeer gevoelig voor deze groeistof.
Daarom verspuiten met een grove druppel en lage druk.
Toepassingen
Weilanden
Toepassen tegen ridderzuring in het volle rozetstadium tot het begin van
het doorschieten van de bloemstengels; eventueel ook in de zomer mits voldoende
blad aanwezig is.
Dosering: 30 ml per
Toepassen tegen grote brandnetel bij een hoogte van de grote
brandnetelpollen van 15-
Dosering: 30 ml per
Tegen muur uitsluitend toepassen wanneer het gras onder de muur dreigt
te verstikken en bij voorkeur in het voorjaar. In het voorjaar is een
bespuiting alleen mogelijk in een periode met zacht weer en wanneer niet binnen
enkele dagen vorst te verwachten is.
Aanwezige klaver wordt door dit middel gedood.
Dosering: in pas ingezaaid gras 10-15 ml per
De dieren moeten tijdens het spuiten en gedurende tenminste 28 dagen er
na uit de weide worden gehouden.
Uitsluitend pleksgewijs toepassen op die plaatsen waar deze onkruiden
overlast veroorzaken. Gebruik maken van een afschermkap om contact van de
spuitvloeistof met bomen of struiken te vermijden.
Bereiding spuitvloeistof
De te gebruiken hoeveelheid middel dient bij
het water te worden gegoten en niet omgekeerd.