Toelatingsnummer 9531 N

Duplosan MCPP  

 

9531 N

 

 

 

 

 

 

 

 

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN

GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

 

1 WIJZIGING TOELATING

 

Gelet op het verzoek d.d. 8 maart 2010 (20060342 THG) van

 

Nufarm UK Limited

Wyke Lane

BRADFORD  BD12 9 EJ

GROOT-BRITTANNIË

 

tot wijziging van de toelating als bedoeld in artikel 28, eerste lid, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden van het gewasbeschermingsmiddel, op basis van de werkzame stof mecoprop-P

 

Duplosan MCPP

 

gelet op artikel 41, tweede lid, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden,

 

BESLUIT HET COLLEGE als volgt:

 

1.1  Wijziging toelating

De toelating van het middel Duplosan MCPP is laatstelijk bij besluit d.d. 27 november 2009 verlengd tot 1 mei 2010. De toelating van het middel Duplosan MCPP wordt gewijzigd en is met ingang van datum dezes toegelaten voor de in bijlage I genoemde toepassingen. Op verzoek van de toelatinghouder wordt de toepassing in gazons en sportvelden, en de pleksgewijze toepassing onder appel- en perenbomen ingetrokken. Tevens wordt het WGGA en de etikettering van het middel gewijzigd; er wordt nu onderscheid gemaakt tussen professioneel gebruik en niet-professioneel gebruik.

 

1.2  Samenstelling, vorm en verpakking

De toelating geldt uitsluitend voor het middel in de samenstelling, vorm en de verpakking als waarvoor de toelating is verleend.

 

1.3  Gebruik

Het middel mag slechts worden gebruikt met inachtneming van hetgeen in bijlage I onder A bij dit besluit is voorgeschreven.

 

1.4 Classificatie en etikettering

Gelet op artikel 29, eerste lid, sub d, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden,

 

1.    De aanduidingen, welke ingevolge artikelen 9.2.3.1 en 9.2.3.2 van de Wet milieubeheer en artikelen 14, 15a, 15b, 15c en 15e van de Nadere regels verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten op de verpakking moeten worden vermeld, worden hierbij vastgesteld als volgt:

 

aard van het preparaat: Met water mengbaar concentraat

 

werkzame stof:

gehalte:

mecoprop-P

600 g/l

 

op verpakkingen die (mede)  bestemd zijn voor huishoudelijk gebruik: het kca-logo

(het kca-logo is het logo voor klein chemisch afval bestaande uit een afvalbak met een kruis erdoor als opgenomen in bijlage III bij de genoemde Nadere regels)         

 

letterlijk en zonder enige aanvulling:

 

andere zeer giftige, giftige, bijtende of schadelijke stof(fen):  

-

 

gevaarsymbool:

aanduiding:

Xn

Schadelijk

 

Verpakking voor professioneel gebruik

Waarschuwingszinnen: 

 

R22                 -Schadelijk bij opname door de mond.

R38                 -Irriterend voor de huid.

R41                 -Gevaar voor ernstig oogletsel.

 

Veiligheidsaanbevelingen:

 

SPo 2              -Was alle beschermende kleding na gebruik.

S21                 -Niet roken tijdens gebruik.

S26                 -Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

S36/37/39a     -Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor de ogen.

S46                 -In geval van inslikken onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

 

Specifieke vermeldingen:

 

DPD01            -Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

 

Verpakking voor niet-professioneel gebruik

Waarschuwingszinnen: 

 

R22                 -Schadelijk bij opname door de mond.

R38                 -Irriterend voor de huid.

R41                 -Gevaar voor ernstig oogletsel.

 

Veiligheidsaanbevelingen:

 

SPo 2              -Was alle beschermende kleding na gebruik.

S02                 -Buiten bereik van kinderen bewaren.

S13                 -Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

S21                 -Niet roken tijdens gebruik.

S26                 -Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

S36/37/39a     -Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor de ogen.

S46                 -In geval van inslikken onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

 

Specifieke vermeldingen:

 

DPD01            -Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

 

2)      Behalve de onder 1. bedoelde en de overige bij de Wet Milieugevaarlijke Stoffen en Nadere regels verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten voorge­schreven aanduidingen en vermeldingen moeten op de verpakking voorkomen:

 

a)      letterlijk en zonder enige aanvulling:
het wettelijk gebruiksvoorschrift
De tekst van het wettelijk gebruiksvoorschrift is opgenomen in Bijlage I, onder A.

 

b)      hetzij letterlijk, hetzij naar zakelijke inhoud:
de gebruiksaanwijzing
De tekst van de gebruiksaanwijzing is opgenomen in Bijlage I, onder B.
De tekst mag worden aangevuld met technische aanwijzingen voor een goede bestrijding mits deze niet met die tekst in strijd zijn
.

 

c)     bij het toelatingsnummer een cirkel met daarin de aanduiding

-          Verpakking voor professioneel gebruik: W.7.

-          Verpakking voor niet-professioneel gebruik: Wpart.7.

 

1.5 Aflever- en opgebruiktermijn

Op grond van artikel 41, vijfde lid, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en het Besluit bestuursreglement regeling toelating gewasbeschermingsmiddelen en biociden Ctgb 2007, mag het middel Duplosan MCPP voor niet meer toegelaten toepassingen:

Voor professioneel gebruik

1.      voor de periode van 1 april 2010 tot 1 oktober 2010 nog op de markt worden gebracht.

2.      voor de periode van 1 april 2010 tot 1 april 2011 nog worden gebruikt en in voorraad of voorhanden worden gehouden;

De onderbouwing van de termijnen is opgenomen in Hoofdstuk 4 van dit besluit.

 

Voor niet-professioneel gebruik

3.      voor de periode van 1 april 2010 tot 1 oktober 2010 nog op de markt worden gebracht.

4.      voor de periode van 1 april 2010 tot 1 april 2011 nog worden gebruikt en in voorraad of voorhanden worden gehouden;

De onderbouwing van de termijnen is opgenomen in Hoofdstuk 4 van dit besluit.

 

 


2 DETAILS VAN HET VERZOEK EN DE TOELATING

 

2.1 Verzoek

Het betreft een verzoek tot wijziging van de toelating van het middel Duplosan MCPP (9531 N), een middel op basis van de werkzame stof mecoprop-P.

 

De gevraagde wijzigingen betreffen:

De toepassing op gazons en sportvelden, en de pleksgewijze toepassing onder appel- en perenbomen worden ingetrokken.

Tevens wordt het WGGA en de etikettering van het middel gewijzigd; er wordt nu onderscheid gemaakt tussen professioneel gebruik en niet-professioneel gebruik.

 

2.2 Informatie met betrekking tot de stof

De werkzame stof mecoprop-P is per 1 juni 2004  geplaatst op Annex I van gewasbeschermingsrichtlijn 91/414/EEG.

 

2.3 Karakterisering van het middel

Duplosan MCPP is een contactherbicide en bevat 600 g/L mecoprop-p in de vorm van kaliumzout en is geformuleerd als een oplosbaar concentraat (SL). Het is bestemd voor na-opkomst behandeling in het najaar of voorjaar. Duplosan MCPP wordt toegepast tegen een aantal overblijvende en éénjarige tweezaadlobbige onkruiden.

Mecoprop-p is een bestaande werkzame stof behorend tot de groep van fenoxy herbiciden. Fenoxy herbiciden zijn in Europa reeds voor meer dan 50 jaar in de handel gebracht. Mecoprop-p is een selectief en systemische hormoon-achtige onkruidbestrijder, dat wordt opgenomen via het blad en zich in de plant verspreid naar de wortels. De stof heeft meerdere werkingsmechanismen en wordt beschouwd als een synthetische auxine.

 

2.4 Voorgeschiedenis

De aanvraag is op 10 maart 2010 ontvangen.

 

 

3  RISICOBEOORDELINGEN

 

Er is geen risicobeoordeling uitgevoerd aangezien het een intrekking van toepassingen betreft.

 

 

4 AFLEVER- EN/OF OPGEBRUIKTERMIJN 

 

Bij besluit d.d. 2 april 2010 is de toelating gewijzigd.

De toepassing op gazons en sportvelden, en de pleksgewijze toepassing onder appel- en perenbomen worden ingetrokken.

Tevens wordt het WGGA en de etikettering van het middel gewijzigd; er wordt nu onderscheid gemaakt tussen professioneel gebruik en niet-professioneel gebruik.

Op grond hiervan wordt de W-codering opgehoogd tot W.7 (professioneel gebruik) resp. Wpart.7 (niet-professioneel gebruik).

Er wordt een aflever- en opgebruiktermijn opgenomen tot resp. 1 oktober 2010 en
1 april 2011 (Besluit bestuursreglement regeling gewasbeschermingsmiddelen en biociden Ctgb 2007).

 

 

 


Degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken kan gelet op artikel 119, eerste lid, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 7:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt een bezwaarschrift indienen bij: het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), Postbus 217, 6700 AE WAGENINGEN. Het Ctgb heeft niet de mogelijkheid van het elektronisch indienen van een bezwaarschrift opengesteld.

 

 

Wageningen, 2 april 2010

 

 

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN  GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN  BIOCIDEN,





dr. D. K. J. Tommel

voorzitter

 

 



HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

 

BIJLAGE I bij het besluit d.d. 2 april 2010 tot wijziging van de toelating van het middel Duplosan MCPP, toelatingnummer 9531 N

 

 

Voor professioneel gebruik:

 

A.

WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

 

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel:

a. in de teelt van granen;

b. in de teelt van graszaad;

c. in weilanden waarin geen vee aanwezig is;

d. onder windschermen en op erven;

e. op akkerranden en randen van weilanden.

Het middel niet toepassen voor 1 maart en na 1 september, met uitzondering van de pleksgewijze toepassing onder windschermen en op erven.

Om niet tot de doelsoorten behorende planten te beschermen is toepassing uitsluitend toegestaan indien gebruikt wordt gemaakt van één van de volgende driftreducerende maatregelen:
- zomer- en wintergranen, graszaad, weilanden (tegen muur):
75%  driftreducerende doppen;
- weilanden (tegen ridderzuring en grote brandnetel), akkerranden en randen van weilanden: 75% driftreducerende doppen + kantdop

- pleksgewijze toepassing op weilanden, onder windschermen en op erven:
Zonder luchtondersteuning
- Conventionele spuit + driftarme spuitdop + kantdop

- Lage spuitboomhoogte + driftarme spuitdop + kantdop

- Lage spuitboomhoogte + driftarme Venturidop + kantdop
- Sleepdoek + standaard spleetdop

- Overkapte beddenspuit XR11004 + UB8504

 

Met luchtondersteuning
- Conventionele spuit + driftarme spuitdop + kantdop
- Conventionele spuit + standaard spleetdop + 0,5 m teeltvrije zone

- Lage spuitboomhoogte + driftarme spuitdop + kantdop

- Lage spuitboomhoogte + driftarme Venturidop + kantdop

Veiligheidstermijn

In weilanden niet korter dan 28 dagen voor de beweiding toepassen.

Dit middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik.


 

B.

GEBRUIKSAANWIJZING

 

Algemeen:

Dit middel is een selectief bladherbicide dat een aantal tweezaadlobbige overblijvende en éénjarige onkruiden bestrijdt.
Het beste resultaat wordt verkregen als men spuit bij zacht, groeizaam weer, een bedekte lucht en als het onkruid voldoende blad heeft gevormd. Voor een goede werking moet het middel door de planten worden opgenomen; daarom moet het na toepassing minstens 6 uur droog blijven.

Overwaaien van de spuitvloeistof op andere gewassen moet beslist worden voorkomen; vruchtbomen, groenten, bieten in een jong stadium en witlof zijn zeer gevoelig voor deze groeistof.  Daarom verspuiten met een grove druppel en lage druk.

 

Toepassingen

 

Zomer- en wintergranen

Toepassen tegen muur, kleefkruid en andere onkruiden als het graan 15-20 cm lang is tot uiterlijk één week voordat het gewas in de aar of pluim schiet. Kleefkruid moet minimaal 10 cm lang zijn. Niet gebruiken in rogge en wanneer klaver als ondervrucht aanwezig is omdat anders schade optreedt.

Dosering: 2 liter per ha.

 

Graszaadteelt

In het bijzonder ter bestrijding van muur. Bij voorkeur toepassen in augustus. Het gras moet op het moment van toepassing 4 à 5 blaadjes hebben. Dan nog kan de spruit- en wortelontwikkeling van het gras enigszins worden geremd.

Dosering: 2 liter per ha.

 

Weilanden

Toepassen tegen ridderzuring in het volle rozetstadium tot het begin van het doorschieten van de bloemstengels; eventueel ook in de zomer mits voldoende blad aanwezig is.

Dosering: 3 liter per ha. Bij pleksgewijze bestrijding dient te worden gespoten met een concentratie van 0,5% (50 ml in 10 l water).

 

Toepassen tegen grote brandnetel bij een hoogte van de grote brandnetelpollen van 15-20 cm en wanneer zij in goede groei verkeren. Ook kan men eerst de pollen afmaaien en na opnieuw uitlopen een bespuiting uitvoeren.

 

Dosering: 3 liter per ha. Bij pleksgewijze bestrijding dient te worden gespoten met een concentratie van 0,5% (50 ml in 10 l water).

 

Tegen muur uitsluitend toepassen wanneer het gras onder de muur dreigt te verstikken en bij voorkeur in het voorjaar. In het voorjaar is een bespuiting alleen mogelijk in een periode met zacht weer en wanneer niet binnen enkele dagen vorst te verwachten is.
Aanwezige klaver wordt door dit middel gedood.

Dosering: in pas ingezaaid gras 1-1,5 liter per ha, in ouder weiland 2 liter per ha.

 

Het vee moet tijdens het spuiten en gedurende tenminste 28 dagen er na uit de weide worden gehouden.

 

Onder windschermen en op erven, als pleksgewijze bestrijding tegen zuringsoorten, grote brandnetel, kleefkruid en muur.

Dosering: 0,5% (50 ml in 10 l water).

 

Op akkerranden en op randen van weilanden, tegen zuringsoorten, grote brandnetel, kleefkruid en andere onkruiden.

Dosering: 3 liter per ha. Bij pleksgewijze bestrijding dient te worden gespoten met een concentratie van 0,5% (50 ml in 10 l water).

Pleksgewijs toepassen uitsluitend op die plaatsen waar deze onkruiden overlast veroorzaken. Gebruik maken van een afschermkap om contact van de spuitvloeistof met bomen of struiken te vermijden.

Bereiding spuitvloeistof

De te gebruiken hoeveelheid middel dient bij het water te worden gegoten en niet omgekeerd.

 

 

 

 

Voor niet-professioneel gebruik:

 

 

A.

WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

 

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel:

a. in weilanden waarin geen dieren aanwezig zijn;

Veiligheidstermijn

In weilanden niet korter dan 28 dagen voor de beweiding toepassen.

Het middel niet toepassen voor 1 maart en na 1 september.

Dit middel is uitsluitend bestemd voor niet-professioneel gebruik.

 

B.

GEBRUIKSAANWIJZING

 

Algemeen:

Dit middel is een selectief bladherbicide dat een aantal tweezaadlobbige overblijvende en éénjarige onkruiden bestrijdt.
Het beste resultaat wordt verkregen als men spuit bij zacht, groeizaam weer, een bedekte lucht en als het onkruid voldoende blad heeft gevormd. Voor een goede werking moet het middel door de planten worden opgenomen; daarom moet het na toepassing minstens 6 uur droog blijven.

Overwaaien van de spuitvloeistof op andere gewassen moet beslist worden voorkomen; vruchtbomen, groenten, bieten in een jong stadium en witlof zijn zeer gevoelig voor deze groeistof.  Daarom verspuiten met een grove druppel en lage druk.

 

Toepassingen

 

Weilanden

Toepassen tegen ridderzuring in het volle rozetstadium tot het begin van het doorschieten van de bloemstengels; eventueel ook in de zomer mits voldoende blad aanwezig is.

Dosering: 30 ml per 100 m². Bij pleksgewijze bestrijding dient te worden gespoten met een concentratie van 0,5% (50 ml in 10 l water).

 

Toepassen tegen grote brandnetel bij een hoogte van de grote brandnetelpollen van 15-20 cm en wanneer zij in goede groei verkeren. Ook kan men eerst de pollen afmaaien en na opnieuw uitlopen een bespuiting uitvoeren.

Dosering: 30 ml per 100 m². Bij pleksgewijze bestrijding dient te worden gespoten met een concentratie van 0,5% (50 ml in 10 l water).

 

Tegen muur uitsluitend toepassen wanneer het gras onder de muur dreigt te verstikken en bij voorkeur in het voorjaar. In het voorjaar is een bespuiting alleen mogelijk in een periode met zacht weer en wanneer niet binnen enkele dagen vorst te verwachten is.
Aanwezige klaver wordt door dit middel gedood.

Dosering: in pas ingezaaid gras 10-15 ml per 100 m², in ouder weiland 20 ml per 100 m².

 

De dieren moeten tijdens het spuiten en gedurende tenminste 28 dagen er na uit de weide worden gehouden.

Uitsluitend pleksgewijs toepassen op die plaatsen waar deze onkruiden overlast veroorzaken. Gebruik maken van een afschermkap om contact van de spuitvloeistof met bomen of struiken te vermijden.

Bereiding spuitvloeistof

De te gebruiken hoeveelheid middel dient bij het water te worden gegoten en niet omgekeerd.