HET COLLEGE
VOOR DE TOELATING VAN
BESTRIJDINGSMIDDELEN
1
TOELATING
Gelet op de aanvraag d.d. 30 maart 2005 (20050109 TG) van
SUMITOMO
CHEMICAL AGRO EUROPE S.A.
69370
SAINT DIDIER AU MONT, D'OR
tot verkrijging van een toelating als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (Stb. 288) voor het onkruidbestrijdingsmiddel, op basis van de werkzame stof flumioxazin
gelet op de artikelen 3 en 4 van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962,
BESLUIT HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN BESTRIJDINGSMIDDELEN als volgt:
§ I Toelating
1. Het bestrijdingsmiddel TOKI wordt toegelaten in de zin van artikel 2, eerste lid, van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962, onder nummer en datum dezes. Voor de gronden waarop dit besluit berust wordt verwezen naar bijlage II dezes.
2. De toelating geldt tot 31 december 2012.
§ II Samenstelling, vorm en afwerking
Onverminderd hetgeen omtrent de samenstelling, vorm en afwerking van een bestrijdingsmiddel is bepaald in de Regeling samenstelling bestrijdingsmiddelen, moeten de samenstelling, vorm en fysische toestand van het middel alsmede de chemische en fysische eigenschappen daarvan overeenkomen met de bij de aanvraag tot toelating ingediende gegevens op basis waarvan de toelating is verstrekt.
§ III Gebruik
Het bestrijdingsmiddel mag slechts worden gebruikt met inachtneming van hetgeen in bijlage I dezes onder A. is voorgeschreven.
§ IV Classificatie en
etikettering
Overeenkomstig artikel 15c, lid 1, onder b van de Nadere regels verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten:
- aard van het preparaat: Spuitpoeder
Overeenkomstig artikel 15e, onder b van de Nadere regels verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten:
- Werkzame stof: |
- Gehalte: |
|
||
|
flumioxazin |
500 g/kg |
||
Overeenkomstig artikel 14, leden 1, 2 en 3 van de Nadere regels verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten:
- andere zeer giftige, giftige, bijtende of schadelijke stof(fen):
a.
letterlijk en zonder enige aanvulling:
het wettelijk gebruiksvoorschrift
De tekst van het wettelijk gebruiksvoorschrift is opgenomen in Bijlage I, onder
A.
b.
hetzij letterlijk,
hetzij naar zakelijke inhoud:
de gebruiksaanwijzing
De tekst van de gebruiksaanwijzing
is opgenomen in Bijlage I, onder B.
De tekst mag worden aangevuld met technische aanwijzingen voor een goede
bestrijding mits deze niet met die tekst in strijd zijn.
c.
overeenkomstig
artikel 14, lid 4 tot en met lid 13 van de Nadere regels verpakking en
aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten, letterlijk en zonder enige
aanvulling, tenzij bij de veiligheidsaanbeveling anders is vermeld:
- Gevaarsymbool: |
- Aanduiding: |
|
|||
|
T |
Vergiftig |
|
||
|
N |
Milieugevaarlijk |
|||
-
Waarschuwingszinnen:
Zeer vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch
milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.
Kan het ongeboren kind schaden.
-
Veiligheidsaanbevelingen:
Was alle beschermende kleding na gebruik.
Niet roken tijdens gebruik.
Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.
Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket tonen).
Blootstelling vermijden, vóór gebruik speciale aanwijzingen raadplegen.
Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren. (Deze zin hoeft niet te worden vermeld op het etiket indien u deelneemt aan het verpakkingenconvenant, en op het etiket het STORL-vignet voert, en ingevolge dit convenant de toepasselijke zin uit de volgende verwijderingszinnen op het etiket vermeldt:
Deze verpakking is bedrijfsafval, mits deze is schoongespoeld, zoals wettelijk is voorgeschreven.
Deze verpakking is bedrijfsafval, nadat deze volledig is geleegd.
Deze verpakking dient nadat deze volledig is geleegd te worden ingeleverd bij een KCA-depot. Informeer bij uw gemeente.)
Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies / veiligheidsgegevenskaart.
d. overeenkomstig artikel 14, lid 13 en lid 14
van de Nadere regels verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en
preparaten, letterlijk en zonder enige aanvulling:
-
Specifieke
vermeldingen:
-
e. n.v.t.
f. overeenkomstig artikel 15e, onder a van de Nadere regels verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten, letterlijk en zonder enige aanvulling:
'Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor
mens en milieu te voorkomen.'
g. n.v.t.
h. n.v.t.
2 DETAILS VAN DE AANVRAAG
2.1 Aanvraag
Het betreft een aanvraag tot
toelating van het middel TOKI (12968 N), een middel op basis van de werkzame stof flumioxazin. Het middel
wordt aangevraagd als onkruidbestrijdingsmiddel op permanent onbeteelde terreinen, onder vangrails,
rondom verkeersborden en wegbebakeningen, alsmede op de grensstrook tussen
wegen en paden en de daarlangs liggende bermen, met uitzondering van
verhardingen
2.2 Informatie met betrekking tot de stof
De werkzame stof flumioxazin betreft een nieuwe stof. Er zijn in Nederland nog geen andere middelen
op basis van deze stof toegelaten.
Flumioxazin
is per 1 januari 2003
geplaatst op Annex I van de Richtlijn 91/414/EEG (Richtlijn 2002/81/EG, 10
oktober 2002). De einddatum is 31 december 2012.
2.3 Karakterisering van het middel
Toki is een bodemherbicide met een geringe contactwerking en bevat de werkzame stof flumioxazin.
Deze stof behoort tot de herbicidengroep phenylphthalimides. Dit zijn
zogenaamde PPO-remmers (remming van protoporphyrin oxydase). Andere stoffen
binnen deze groep zijn cinidon-ethyl en flumiclorac-pentyl. De werkzame stof
wordt vooral door de wortels van kiemplanten opgenomen en in enige mate door de
bladeren. De activiteit van het middel hangt af van de aanwezigheid van
zuurstof en licht. In Nederland zijn nog geen middelen op basis van flumioxazin
toegelaten.
2.4 Voorgeschiedenis
De aanvraag is op 4 april 2005 ontvangen; op 8 mei 2005 zijn de verschuldigde aanvraagkosten
ontvangen. Op 25 juli 2005 zijn ontbrekende gegevens gevraagd. Op
20 september 2005 zijn ontbrekende gegevens ontvangen. De aanvraag is op 13 oktober 2005 in behandeling genomen. Op 20 oktober 2005
zijn de verschuldigde beoordelingskosten ontvangen. Op 8 maart 2006 heeft het
college aanvullende gegevens gevraagd.
Op 27 juni 2007 zijn
aanvullende gegevens geleverd. Deze zijn 24 september 2007 in behandeling genomen.
3 RISICOBEOORDELINGEN
Het gebruikte
toetsingskader voor de beoordeling van deze aanvraag is de Handleiding
toelating bestrijdingsmiddelen (HTB) versie 0.2.
3.1 Fysische en chemische eigenschappen
De geleverde gegevens geven in voldoende mate de
mogelijkheid om op basis daarvan de identiteit van het middel vast te stellen,
te specificeren en te karakteriseren. Er is vastgesteld dat de
standaardgegevens voor milieu, toxicologische aspecten en risico’s met
betrekking tot de fysisch-chemische eigenschappen beschikbaar zijn (artikel 3,
lid 1, sub d Bmw 1962).
De beoordeling van de evaluatie van het middel en de stof staat beschreven in Bijlage II, Hoofdstuk 2. Physical and chemical properties behorende bij dit besluit.
3.2
Analysemethoden
De geleverde
analysemethoden voldoen aan de vereisten. De residuanalysemethoden zijn
specifiek en gevoelig genoeg om te kunnen worden gebruikt voor het controleren
van de betreffende plantaardige en dierlijke producten op het maximaal
toegestane gehalte, en het monitoren van de verspreiding van de residuen in het
milieu (artikel 3, lid 1, sub b en c Bmw 1962).
De beoordeling van de evaluatie van de analysemethoden staat beschreven in Bijlage II, Hoofdstuk 3. Methods of analysis behorende bij dit besluit.
3.3 Humane Toxicologie
Er is vastgesteld dat het middel en zijn omzettingsproducten, wanneer het overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 wordt gebruikt:
- de gezondheid niet schaadt of de veiligheid niet in gevaar brengt van degene die het middel toepast, en
- de gezondheid niet schaadt of de veiligheid niet in gevaar brengt van diegenen, die na toepassing van het middel door verrichten van werkzaamheden daarmee of met de residuen daarvan in aanraking komen (artikel 3, lid 1, sub a, onderdelen 5 en 6 Bmw 1962).
Het profiel humane toxicologie inclusief de beoordeling van het risico voor de toepasser staat beschreven in Bijlage II, Hoofdstuk 4. Mammalian toxicology behorende bij dit besluit.
3.4
Residuen en risico voor de volksgezondheid
Er is vastgesteld
dat het middel en zijn omzettingsproducten, wanneer het overeenkomstig het
bepaalde bij of krachtens de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 wordt gebruikt geen
schadelijke uitwerking heeft op de gezondheid van de mens (artikel 3, lid 1,
sub a, onderdeel 3 Bmw 1962).
De vastgestelde
maximum residuniveaus en de beoordeling van het risico voor de volksgezondheid
staan beschreven in Bijlage II, Hoofdstuk 5. Residues behorende bij dit
besluit.
3.5 Gedrag in bodem, water en lucht
Er is vastgesteld
dat het middel en zijn omzettingsproducten, wanneer het overeenkomstig het
bepaalde bij of krachtens de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 wordt gebruikt
-
geen
schadelijke uitwerking heeft op het grondwater en)
-
geen voor het
milieu onaanvaardbaar effect heeft, waarbij in het bijzonder rekening wordt
gehouden met:
·
de plaats waar
het bestrijdingsmiddel in het milieu terecht komt en wordt verspreid, met name
voor wat betreft besmetting van het water, met inbegrip van drink- en
grondwater en belasting van de bodem;
·
de gevolgen
voor niet doel-soorten
(artikel 3, lid 1, sub a, onderdelen 9 en 10 Bmw 1962).
Het profiel milieu inclusief de beoordeling van het risico voor het milieu staat beschreven in Bijlage II, Hoofdstuk 6. Environmental fate and behaviour behorende bij dit besluit.
3.6 Ecotoxicologie
Er
is vastgesteld dat het middel en zijn omzettingsproducten, wanneer het
overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de Bestrijdingsmiddelenwet 1962
wordt gebruikt
-
geen voor het
milieu onaanvaardbaar effect heeft, waarbij in het bijzonder rekening wordt
gehouden met:
·
de plaats waar
het bestrijdingsmiddel in het milieu terecht komt en wordt verspreid, met name
voor wat betreft besmetting van het water, met inbegrip van drink- en
grondwater en belasting van de bodem;
· de gevolgen voor niet doel-soorten (artikel 3, lid 1, sub a, onderdeel 10 Bmw 1962).
Het profiel ecotoxicologie inclusief de beoordeling van het risico voor niet-doelwit soorten staat beschreven in Bijlage II, Hoofdstuk 7. Ecotoxicology behorende bij dit besluit.
3.7 Werkzaamheid
Er is vastgesteld dat het middel en zijn omzettingsproducten, wanneer het overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 wordt gebruikt:
-
voldoende
werkzaam is en
- geen onaanvaardbare uitwerking heeft op planten of plantaardige producten (artikel 3, lid 1, sub a, onderdelen 1 en 2 Bmw 1962).
De beoordeling van het aspect werkzaamheid staat beschreven in Bijlage II, Hoofdstuk 8. Efficacy behorende bij dit besluit.
3.8 Eindconclusie
Bij gebruik volgens het Wettelijk Gebruiksvoorschrift/Gebruiksaanwijzing is het middel TOKI op basis van de werkzame stof flumioxazin voldoende werkzaam en heeft het geen schadelijke uitwerking op de gezondheid van de mens en het milieu (artikel 3 Bestrijdingsmiddelenwet 1962).
Degene wiens belang rechtstreeks
bij dit besluit is betrokken kan gelet op artikel 8 van de Bestrijdingsmiddelenwet
1962 en artikel 7:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes
weken na de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt een bezwaarschrift
indienen bij: het College voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen (Ctb),
Postbus 217, 6700 AE WAGENINGEN. Het Ctb heeft niet de mogelijkheid van het
elektronisch indienen van een bezwaarschrift opengesteld.
HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN
BESTRIJDINGSMIDDELEN,
(voorzitter)
HET COLLEGE VOOR DE
TOELATING VAN BESTRIJDINGSMIDDELEN
BIJLAGE I bij het besluit d.d. 16 oktober 2007 tot toelating van het middel TOKI, toelatingnummer 12968 N
A.
WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT
Toegestaan is
uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel
1.
Op permanent
onbeteelde terreinen (met uitzondering van verhardingen) en
2.
Onder
vangrails, rondom verkeersborden en wegbebakingen, alsmede op de grensstrook,
met een breedte van max. 25 cm, tussen wegen en paden, en de daarlangs liggende
bermen (met uitzondering van verhardingen).
Dit middel is
uitsluitend bestemd voor beroepsmatig gebruik.
B.
GEBRUIKSAANWIJZING
Toepassingen
Algemeen
Toki bestrijdt
zowel kiemende als zeer jonge één- en tweejarige onkruiden incl. grassen. O.a.
klein kruiskruid, muur, kleefkruid, perzikkruid, ooievaarsbek, bingelkruid,
ereprijs en melganzevoet worden goed bestreden. Van de eenjarige onkruidsoorten
zijn straatgras en hanenpoot als minder gevoelig te beschouwen.
Het middel is een
lang werkend bodemherbicide met geringe contactwerking. Het middel wordt met
name opgenomen door de wortels en minder door de bladeren. Het beste resultaat
wordt verkregen door toepassing in het voorjaar op kale grond, waardoor kiemende
onkruiden het middel direct kunnen opnemen.
Dosering: 1,2 kg /ha, watervolume
200-400 liter per ha.
1)
Op permanent onbeteelde terreinen met uitzondering van verhardingen.
Toe te passen op plaatsen waar plantengroei ongewenst
is, zoals fabrieksterreinen, opslagplaatsen, los- en laadplaatsen, boerenerven,
rondom gebouwen, onder hekwerk en omheiningen, zand- en grindpaden, spoor- en
trambanen, mits deze terreinen niet verhard zijn.
Een behandeling
niet binnen één jaar herhalen.
Dosering: 1,2 kg
/ha, watervolume 200-400 liter per ha.
2)
Onder vangrails, rondom verkeersborden en weg-bebakingen, alsmede op de
grensstrook met een breedte van max. 25 cm tussen wegen en paden en de
daarlangs liggende bermen met uitzondering van verhardingen.
Toepassen op
onverharde plaatsen waar plantengroei ongewenst is in verband met een
onbelemmerde regenafvoer, het instandhouden van een goede begaanbaarheid, een
onbelemmerd uitzicht op verkeersborden, voorkomen van beschadiging door ingroei
van de bermvegetatie op wegen of paden.
Een behandeling
niet binnen één jaar herhalen.
Dosering: 12 gr /
are (= 100 m²), watervolume 2-4 liter
per are.
HET COLLEGE VOOR DE
TOELATING VAN BESTRIJDINGSMIDDELEN
BIJLAGE II bij
het besluit d.d. 16 oktober 2007 tot toelating van het middel TOKI, toelatingnummer 12968 N
RISKMANAGEMENT
Contents Page
1. Identity of the plant protection product 2
2. Physical and chemical properties 3
3. Methods of analysis 8
4. Mammalian toxicology 10
5. Residues 16
6. Environmental fate and behaviour 16
7. Ecotoxicology 24
8. Efficacy 35
9. Conclusion 38
10. Classification and labelling 38
1. Identity
of the plant protection product
1.1 Applicant
Sumitomo Chemical Agro Europe
2 rue Claude Chappe
69370 St Didier au Mont d’Or
France
1.2 Identity
of the active substance
ISO common name |
Flumioxazin |
Name in Dutch |
Flumioxazin |
Chemical name |
N-(7-fluoro-3,4-dihydro-3-oxo-4-prop-2-ynyl-2H-1,4-benzoxazin-6-yl)cyclohex-1-ene-1,2-dicarboximide
(IUPAC) |
CAS nr |
103361-09-7 |
EEG nr |
Not allocated |
The active substance was included
on October 10th 2002 in Annex 1 of directive 91/414/EEC.
1.3 Identity
of the plant protection product
Name |
Toki |
Formulation type |
Wettable powder
(WP) |
Content
active substance |
500 g/kg
pure active substance |
The
formulation is identical to that assessed for the inclusion of the active
substance in Annex 1 of directive 91/414/EEC.
1.4 Function
The formulation is used as a
herbicide.
1.5 Uses applied for
Uses |
Dose a.s. (g
a.s./ha) |
Number
of applications |
Interval
between applications |
Application
time (growth stage and season) |
Permanent non cultivated land, excluding hard surfaces |
600 |
1 |
- |
March-July |
Roadsides,
under roadsigns, along roads and paths (max 25 cm). |
600 |
1 |
- |
March-July |
1.6 Background to the
application
It
concerns an application for registration of a an herbicide.
1.7 Packaging details
1.7.1 Packaging description
Material: |
Primary internal packaging: PVAL-film
(water soluble bag) Secondary internal packaging: PE |
Capacity: |
200 g |
Type of closure and size of opening: |
The water soluble bag is sealed
at the bottom and at the top |
Other information |
UN registration No. of the
packaging: 4G/Z16/F/<manufacturing year>/D/BAM9249 |
1.7.2 Detailed instructions for safe disposal
See
application form and MSDS
2.
Physical and chemical properties
2.1
Active substance: Flumioxazin
Data about the identity and the
physical and chemical properties are taken from the List of Endpoints (ECCO
73). Changes and/or additions are taken up in italics.
Identity
Active substance (ISO Common Name) |
Flumioxazin |
Chemical name
(IUPAC) |
N-(7-fluoro-3,4-dihydro-3-oxo-4-prop-2-ynyl-2H-1,4-benzoxazin-6-yl)cyclohex-1-ene-1,2-dicarboximide |
Chemical name (CA) |
2-[7-fluoro-3,4
-dihydro-3-oxo-4-(2-propynyl)-2H-1,4-benzoxazine-6-yl]-4,5,6,7-tetrahydro-1H-isoindole-1,3(2H)-dione |
CIPAC No |
578 |
CAS No |
103361-09-7 |
EEC No (EINECS or
ELINCS) |
Not allocated |
FAO Specification
(including year of publication) |
Not available |
Minimum purity of
the active substance as manufactured (g/kg) |
960 g/kg (specifications for full scale active substance) |
Identity of relevant impurities (of toxicological, environmental
and/or other significance) in the active substance as manufactured (g/kg) |
No impurity of
toxicological or environmental significance |
Molecular formula |
C19H15FN2O4 |
Molecular mass |
354.33 |
Structural formula |
|
Physical-chemical properties
Melting point (state purity) |
202.8 °C (97.6 % purity) |
Boiling point (state purity) |
Not required |
Temperature of decomposition |
Not required as decomposition or sublimation does not occur up to
the temperature at which measurement of melting point was taken |
Appearance (state purity) |
Odourless, brown yellow powder
(97.6 % purity) |
Relative density (state purity) |
1.5 at 20 °C (97.6 % purity) |
Surface tension |
70.9
mN/m at 20 °C |
Vapour pressure (in Pa, state temperature) |
3.2 x 10-3 Pa at 22 °C |
Henry’s law constant (in Pa·m3·mol-1) |
6.36 ·10-2 Pa·m3·mol-1 |
Solubility in water (in g/l or mg/l, state
temperature) |
1.79 mg/l at 25 °C The effect of pH on
solubility in water has not been studied as the compound has no dissociation
constant
|
Solubility in organic solvents (in g/l or mg/l, state temperature) |
At 25 °C: acetone: 17 g/l Acetonitrile: 32.3 g/l ethyl acetate: 17.8 g/l Dichloromethane: 191 g/l hexane: 2.5 ·10-2 g/l methanol: 1.6 g/l n-octanol: 0.16 g/l |
Partition co-efficient (log Pow) (state pH and
temperature) |
2.55
at 20 °C (neutral pH) no effect of pH as the compound has no
dissociation constant |
Hydrolytic stability (DT50) (state pH and
temperature) |
at
25°C DT 50 : 3.4 - 5.2 days at pH
5 DT 50 : 19-26 hours at pH 7 DT 50 : 14-23 min at pH 9 |
Dissociation constant |
Compound has no dissociation constant |
UV/VIS absorption (max.) (if absorption >290 nm state ε at wavelength) |
lmax 215 nm (e =57861 l·mol-1·cm-1)
acid pH lmax 215 nm (e = 58211 l·mol-1·cm-1)
neutral pH l max
219.8 nm (e
= 27512 l·mol-1·cm-1) alkaline pH |
Photostability (DT50) (aqueous, sunlight, state pH) |
21 h at 25 °C |
Quantum yield of direct photo- transformation in water at λ > 290 nm |
As both hydrolysis and photolysis
in water are very rapid, quantum yield has not been requested. In addition,
no maximum absorption at l >290 nm |
Photochemical oxidative
degradation in air |
Atmospheric Oxidation (25 deg C)
[AopWin v1.91]: Hydroxyl Radicals Reaction: OVERALL OH Rate Constant =
56.7867 E-12 cm3/molecule-sec Half-Life = 0.188 Days (12-hr
day; 1.5 E6 OH/cm3) Half-Life = 2.260 Hrs Stability in air was carried out
following Atkinson equation (doc. SBP-0039). The calculated decomposition rate
was 5.49x10-11 cm3mol-1sec-1 Half-life was calculated to be
5.8 hours |
Flammability |
Not flammable |
Auto-flammability
|
No autoflammability up to
420 °C
|
Oxidative properties |
Not
oxidising (statement) |
Explosive properties |
Not explosive |
2.2
Plant protection product: Toki
Data about the plant protection
product are taken from the monograph.
Section (Annex point) |
Study |
Guidelines and GLP |
Findings |
Evaluation and conclusion |
B.2.2.1 (IIIA 2.1) |
Appearance: physical state |
GLP: yes Method EPA 63-2 |
acceptable |
|
B.2.2.2 (IIIA 2.1) |
Appearance: colour |
GLP: yes Method EPA 63-3 |
Typically tan |
acceptable |
B.2.2.3 (IIIA 2.1) |
Appearance: odour |
GLP: yes Method EPA 63-4 |
odourless |
acceptable |
B.2.2.4 (IIIA 2.2) |
Explosive properties |
GLP: yes Method EEC A14 |
No explosive properties |
acceptable |
B.2.2.5 (IIIA 2.2) |
Oxidising properties |
GLP: yes Method EEC A17 |
No oxidising properties |
acceptable |
B.2.2.6 (IIIA 2.3) |
Flammability |
GLP: yes Method EEC A10 |
No flammable properties |
acceptable |
B.2.2.7 (IIIA 2.3) |
Auto-flammability |
GLP: yes Method EEC A16 |
No self-ignition up to 420 °C |
acceptable |
B.2.2.8 (IIIA 2.3) |
Flash point |
|
Not applicable |
|
B.2.2.9 (IIIA 2.4) |
Acidity/alkalinity |
GLP: yes Method CIPAC MT 31.2 |
0.007356 % H2SO4 |
acceptable |
B.2.2.10 (IIIA 2.4) |
pH |
GLP: yes Method CIPAC MT 31.2 |
pH: 6.00-6.06 at 22 °C (5 % w/w aqueous dispersion) |
acceptable |
B.2.2.11 (IIIA 2.5) |
Surface tension |
|
Not applicable |
|
B.2.2.12 (IIIA 2.5) |
Viscosity |
|
Not applicable |
|
B.2.2.13 (IIIA 2.6) |
Relative density |
|
Not applicable |
|
B.2.2.14 (IIIA 2.6) |
Bulk (tap) density |
GLP: yes Method EPA 63-7 |
Pour density: 0.366 g/ml Tap density: 0.492 g/ml at room temperature |
acceptable |
B.2.2.14 (IIIA 2.7) |
Storage stability |
GLP: yes Method CIPAC MT 46 |
2 weeks at 54 °C: Characteristics and content
of the formulation are stable after a storage at 54°C for 14 days in water
soluble PVA bags. |
acceptable |
B.2.2.15 (IIIA 2.7) |
Shelf life |
GLP: yes GIFAP 17 |
2 weeks at 54 °C: Physically and chemically
stable after a storage at ambient temperature for 2 years in water soluble
PVA bags. |
acceptable |
B.2.2.16 (IIIA 2.8) |
Wettability |
GLP: yes Method CIPAC MT 53.3 |
In water soluble PVA bags: Without swirling: 2minutes 55 seconds With swirling: 1minute 40 seconds |
acceptable |
B.2.2.17 (IIIA 2.8) |
Persistent foaming |
GLP: yes Method CIPAC MT 47.1 |
In water soluble PVA bags: After 1 min: 6.3 ml |
acceptable |
B.2.2.18 (IIIA 2.8) |
Active suspensibility |
GLP: yes Method CIPAC MT 15.1 |
With bagging material present: 86.7% Without bagging material present: 86.5% |
acceptable |
B.2.2.19 (IIIA 2.8) |
Active suspension stability |
|
Not applicable |
|
B.2.2.20 (IIIA 2.8) |
Dilution stability |
|
Not applicable |
|
B.2.2.21 (IIIA 2.8) |
Dry sieve test |
GLP: yes Method CIPAC MT 170 |
Distribution by weight: More than 90 % are below 300 µm Less than 10 % are above 2 mm |
Acceptable (data is non-essential; the study is not required
for wettable powders) |
B.2.2.22 (IIIA 2.8) |
Wet sieve test |
GLP: yes Method CIPAC MT 59.3 |
In water soluble PVA bags: All formulation passed through a 38 µm sieve |
acceptable |
B.2.2.23 (IIIA 2.8) |
Particle size distribution |
GLP: yes Method OECD 110 |
Volume medium
diameter is 5.8 µm 100 % (w/w) of particles are < 100 µm 82 % (w/w) of particles are < 10 µm 100 % (number) of particles are < 10 µm |
acceptable |
B.2.2.24 (IIIA 2.8) |
Content of dust/fines |
|
Not applicable |
|
B.2.2.25 (IIIA 2.8) |
Attrition and friability |
|
Not applicable |
|
B.2.2.26 (IIIA 2.8) |
Emulsifiability, re-emulsifiability and emulsion
stability |
|
Not applicable |
|
B.2.2.27 (IIIA 2.8) |
Stability of dilute emulsion |
|
Not applicable |
|
B.2.2.28 (IIIA 2.8) |
Flowability |
|
Not applicable |
|
B.2.2.29 (IIIA 2.8) |
Pourability (rinsibility) |
|
Not applicable |
|
B.2.2.30 (IIIA 2.8) |
Dustability |
|
Not applicable |
|
B.2.2.31 (IIIA 2.8) |
Adherence and distribution to seeds |
|
Not applicable |
|
2.9.1 |
Physical compatibility with other products |
|
Not applicable; no mixing is proposed. |
|
2.9.2 |
Chemical compatibility with other products |
|
Not applicable; no mixing is proposed. |
|
|
Dissolution rate of water soluble bags |
GLP: yes CIPAC
MT176 |
10 g/L in CIPAC D water at 20 oC:
complete dissolution after 11 seconds. |
Acceptable |
No mixing
with other plant protection products or adjuvants is proposed. No information
is available on the behaviour of this product when mixed. Mixing with another
product or adjuvant can therefore result in unexpected behaviour.
Conclusion
The
physical and chemical properties of the active substance and the plant
protection product are sufficiently described by the available data. Neither
the active substance nor the product has any physical or chemical properties,
which would adversely affect the use according to the proposed use and label
instructions.
2.3 Data
requirements
None.
3.
Methods of analysis
Description
and data about the analytical methods are taken from the List of Endpoints
(ECCO 73). Changes and/or additions are taken up in italics.
3.1. Analytical methods in
technical material and plant protection product
Technical
as (principle of method) |
Dilution in
acetonitrile. Quantification by reversed phase chromatography, UV detection |
Impurities in
technical as (principle of method) |
Dilution in
acetonitrile. Reversed phase chromatography, UV detection |
Preparation
(principle of method) |
Extraction in
acetonitrile/water. Reversed phase chromatography, UV detection |
Conclusion
These
analytical methods have been assessed in the monograph and are considered to be
acceptable.
3.2 Residue
analytical methods
Food/feed
of plant origin (principle of method and LOQ for methods for monitoring
purposes) |
Extraction
with acetonitrile/water. Determination with GC equipped with NPD detection. LOQ =
0.02 mg/kg in corn grains and 0.05 mg/kg in grapes and vines |
Food/feed
of animal origin (principle of method and LOQ for methods for monitoring
purposes) |
Extraction
with acetone. Determination with GC equipped with NPD. LOQ =
0.02 ppm in meat, fat, liver, egg, kidney LOQ = 0.02 mg/kg
|
Soil
(principle of method and LOQ) |
Extraction
with acetonitrile-water. Determination with GC equipped with FTD. LOQ = 0.5
ppm LOQ = 0.05 ppm = 0.05 mg/kg according to the evaluation table
7/2/2003 |
Water
(principle of method and LOQ) |
Determination
with reversed phase liquid chromatography, UV detection. LOQ =
0.05 ng/ml water LOQ =
0.05 µg/l |
Air (principle of method and LOQ) |
Determination
with reversed phase liquid chromatography, UV detection. LOQ = 5 µg/l air = 5 mg/m3 air |
Body
fluids and tissues (principle of method and LOQ) |
Not
required, non toxic compound |
Based on
the proposed use of the plant protection product, the analytical methods for
determination of residues in food/feed of plant origin are not required to be
validated for food/feed of animal or plant origin.
Definition of the residue and
proposed MRL’s for Flumioxazin |
||
Matrix |
Proposed definition of the residue for monitoring |
Proposed MRL |
Food/feed of plant origin |
Flumioxazin. However
the product is not used on or near edible crops |
Not applicable |
Food/feed of animal origin |
Not required (no uses on animal feed) |
Not applicable |
|
Required LOQ |
|
Soil |
Flumioxazin. |
0.05 mg/kg (default) |
Drinking water |
Flumioxazin. |
0.1 µg/L (Dutch drinking water guideline) |
Surface water |
Flumioxazin. |
0.35 µg/L (EC50 for L. Gibba) |
Air |
Flumioxazin. |
0.0054 mg/m3 (derived from the AOEL
[0.018 mg/kg bw/d] according to SANCO/825/00) |
Body fluids and tissues |
The active substance is not classified as (very)
toxic thus no definition of the residue is proposed. |
The residue analytical methods for water, soil and air,
evaluated in the monograph, are acceptable and suitable for monitoring residues
in the environment.
The LOQ of
the residue analytical method for air is 5 µg/l air, which is too high according
to the present guidelines. Based on the AOEL the LOQ should be no higher than
5.4µg/m3.
The active substance flumioxazin is only slightly volatile and the AOEL is
based on oral intake, not on an inhalation study (rat LC50 > 3.93
g/l). Therefore, in this case, the residue analytical method for air can be
accepted.
Conclusion
The
submitted analytical methods meet the requirements. The methods are regarded
specific and sufficiently sensitive to enable
their use for monitoring residues in the environment.
3.3
Data
requirements
None.
3.4 Physical-chemical classification and Labelling
Proposal
for the classification of the active ingredient (symbols and R phrases)
(EU classification) concerning physical chemical properties
Symbol(s): |
- |
Indication(s)
of danger: - |
Risk
phrase(s) |
- |
- |
Proposal
for the classification and labeling of the formulation concerning physical
chemical properties
Based on the profile of the substance, the provided toxicology of the
preparation, the characteristics of the co-formulants, the method of application,
the following labeling of the preparation is proposed:
Substances,
present in the formulation, which should be mentioned on the label by their
chemical name (other very toxic, toxic, corrosive or harmful substances): |
|||
- |
|||
Symbol: |
- |
Indication
of danger: |
- |
R phrases |
- |
- |
|
|
|
|
|
S phrases |
21 |
When
using do not smoke. |
|
|
|
|
|
Special
provisions: |
- |
- |
|
|
|
|
|
Child-resistant
fastening obligatory? |
not
applicable |
||
Tactile
warning of danger obligatory? |
not
applicable |
Explanation: |
|
Hazard symbol: |
- |
Risk
phrases: |
- |
Safety
phrases: |
ppp
contains halogenated a.s. |
Other: |
- |
4.
Mammalian toxicology
List of
End-points
Flumioxazin is included in Annex I of Directive 91/414/EEC.
The List of Endpoints is copied from the review report (7471/V/98-Final, 27
June 2002). Remarks are added in italics.
Absorption,
distribution, excretion and metabolism in mammals |
|||
Rate and extent of absorption: |
83 %
based on urinary and biliary excretions in the rat |
||
Distribution: |
Widely
distributed |
||
Potential for accumulation: |
No
potential for accumulation |
||
Rate and extent of excretion: |
Rapidly excreted, 30-40 % via
urine and 60 % via faeces within 7 days |
||
Toxicologically significant compounds: |
Parent
compound |
||
Metabolism in animals: |
Extensively
metabolised; hydroxylation of cyclohexene ring and cleavage of the imide
linkage |
||
|
|
||
Acute toxicity |
|||
Rat LD50 oral: |
> 5000 mg/kg bw |
||
Rat LD50 dermal: |
> 2000 mg/kg bw |
||
Rat LC50 inhalation: |
> 3.93
mg/l |
||
Skin irritation: |
Non-irritant |
||
Eye irritation: |
Non-irritant |
||
Skin sensitization (test method used and
result): |
Non-sensitising
(M & K) |
||
|
|
||
Short term
toxicity |
|||
Target / critical effect: |
Reversible
hematotoxicity (heme synthesis), liver1 |
||
Lowest relevant oral NOAEL / NOEL: |
30 ppm (2.2 mg/kg bw/d; 90-d rat) |
||
Lowest relevant dermal NOAEL / NOEL: |
300 mg/kg bw/d (21-d rat) |
||
Lowest relevant inhalation NOAEL / NOEL: |
No data, no study required |
||
|
|
||
Genotoxicity |
No genotoxic potential |
||
|
|
||
Long term toxicity and carcinogenicity |
|||
Target / critical effect: |
Reversible
hematotoxicity (heme synthesis), liver1 |
||
Lowest relevant NOAEL: |
50 ppm (1.8
mg/kg bw/d; 2 y rat) |
||
Carcinogenicity: |
No
carcinogenic potential |
||
|
|||
Reproductive toxicity |
|||
Target / critical effect - Reproduction: |
Impairment of reproductive capacity at
systemic toxic dose levels. |
||
Lowest relevant reproductive NOAEL / NOEL: |
100 ppm (7.5 mg/kg bw/d)2 |
||
Target / critical effect - Developmental
toxicity: |
Teratogenic and foetotoxic in absence of
maternal toxicity in rat, but not in rabbit. |
||
Lowest relevant developmental NOAEL / NOEL: |
Rat, oral: 10 mg/kg bw/d; 3 Rat, dermal:100 mg/kg bw/d |
||
|
|
||
Delayed
neurotoxicity |
Not
relevant |
||
|
|
||
Other
toxicological studies |
Mechanistic studies suggest an association between impairment of heme
synthesis and toxicity in rats.1 |
||
|
|
||
Medical data |
No
data, new compound. |
||
Summary |
|
||
|
Value |
Study |
Safety factor |
ADI: |
0.009 mg/kg bw/d |
Rat, 2-y study |
2004 |
AOEL systemic: |
0.018 mg/kg bw/d |
Rat, 90-d study, corrected for 83 % oral
absorption |
1004 |
ARfD (acute reference dose) |
0.05mg/kgbw/d |
Rat, developmental toxicity study (10 mg/kg
bw/d) |
200 |
|
|
||
Dermal absorption |
5.5 %
in 24 h (in vivo, rat) |
||
|
|
1 The critical effect of flumioxazin is inhibition of
protoporphyrinogenoxidase (PPO) in bone marrow and liver, resulting in
reversible effects on red blood cell formation (heme synthesis) and liver
(cytochromes).
2 Parental NOAEL < 7.5 mg/kg bw/d
3 Maternal NOAEL > 30mg/kg bw/day. The Scientific
Committee on plants was asked to advise on the relevance for humans of the
developmental effects seen in animal studies (SCP/FLUMIO/002-Final, 23 May
2001).
The opinion of the committee was:
The developmental effects observed in animals
consist of increases in the incidence of ventricular septal defects, wavy ribs,
curvature of the scapula and decreased ossification of sacrococcygeal vertebral
bodies. All of these occur in rats, but not in rabbits. Only the ventricular
septal defects are important and considered to be relevant for humans. However,
the data are sufficient to support the establishment of a NOEL for the developmental
effects. The proposed mechanism by which flumioxazin causes developmental
toxicity in rats but not in rabbits is the inhibition of the enzyme
protoporphyrinogen oxidase, thereby interfering with normal heme synthesis and
resulting in anaemia. The rat enzyme is about 2.5 fold more sensitive than
human which is about 8 fold more sensitive than the rabbit enzyme.
4 The reason why an extra safety factor is applied
for the ADI and ARfD but not for the AOEL is not clear from the EU-dossier.
This point has been put forward by NL during the evaluation process. Based on
the knowledge of the underlying mechanism and the availability of a clear no
effect level for developmental effects and the lower sensitivity in humans for
this effect a SF 100 should be sufficient for derivation of ADI, AOEL and ARfD.
Since the intended use is not on edible corps, this problem is not relevant for
the applications claimed.
Data
requirements active substance
None
4.1
Toxicity of the formulated product (IIIA 7.1)
The
formulation Toki does not need to be classified on the basis of its acute oral (LD50
rat > 5000 mg/kg bw),
dermal (LD50 rat > 2000 mg/kg bw), and inhalation toxicology (LC50
rat > 0.97 g/m3, highest attainable concentration).
The
formulation Toki does not need to be classified for dermal irritation, eye
irritation or skin sensitisation.
4.1.1
Data requirements formulated product
None
4.2
Dermal absorption (IIIA 7.3)
See List of Endpoints.
The value for dermal absorption is based on an in vivo study with the active ingredient.
The value can be used for the WP formulation.
4.3
Available toxicological data relating to non-active substances (IIIA 7.4)
Other
formulants: no reason for toxicological concern.
4.4
Exposure/risk assessments
Overview of the proposed uses
Toki is a
wettable powder formulation containing 500 g/kg flumioxazin. It is sold in
water soluble bags of 200 g. Toki is a herbicide for application on permanent
non cultivated land, including applications under crash barriers, around road
markings and signposts and border strips of max. 25 cm between roads and paths
and roadsides, excluding hard surfaces,. It can be applied by mechanical
downward spraying (vehicle ground boom) or by handheld downward spraying.
Application is on young weeds, preferably in spring. Therefore risk assessment
for semi chronic exposure will cover the operators, including contract workers.
Calculation of the AOEL
The EU-AOEL
for semi chronic exposure is set at 0.018 mg/kg bw/day (1.3 mg/day for a 70 kg
operator), based on a 90 d oral study in rats.
4.4.1
Operator exposure/risk
Exposure to flumioxazin during mixing and loading and
application of Toki is estimated with models. The exposure is estimated for the
unprotected operator. In the table below the estimated internal exposure is
compared with the systemic AOEL. In general, mixing and loading and application
is performed by the same person. Therefore, for the total exposure, the
respiratory and dermal exposure during mixing/loading and application of the
formulation have to be combined.
The prescribed dose is 1.2 L Toki/ha. For risk
assessment a maximum treatment of 10 ha/day is assumed for mechanical spraying
on permanently non cultivated land, and 0,5 ha/day for hand held spraying. Applications under crash barriers,
around road markings and signposts and border strips of 25 cm between roads and
paths and roadsides may also be done with special mechanical methods. At
present there are no models for estimation of operator exposure in small scale
mechanical treatments. The exposure estimation for hand held applications is
used as a worst case for small scale mechanical applications.
Tabel T.1 Internal Operator exposure to flumioxazin and risk assessment
for the use of Toki
|
Route |
Estimated internal exposure a
(mg /day) |
Systemic AOEL (mg/day) |
Risk-index b |
Mechanical downward spraying |
||||
Mixing/ Loading |
Respiratory |
0.075 |
1.3 |
0.06 |
Dermal |
0.550 |
1.3 |
0.42 |
|
Application |
Respiratory |
0.048 |
1.3 |
0.04 |
Dermal |
1.000 |
1.3 |
0.77 |
|
|
Total |
1.7 |
1.3 |
1.3 |
Hand held downward spraying |
||||
Mixing/ Loading |
Respiratory |
0.019 |
1.3 |
0.02 |
Dermal |
0.140 |
1.3 |
0.11 |
|
Application |
Respiratory |
0.525 |
1.3 |
0.40 |
Dermal |
11.500 |
1.3 |
8.85 |
|
|
Total |
12.2 |
1.3 |
9.4 |
a exposure was estimated by NL model
for mixing loading and hand held spraying, EUROPOEM for mechanical application.
For the use of water soluble bags a
reduction factor 100 in comparison to powder formulations was applied for
exposure during mixing/loading.
biological availability via the dermal route:
5.5%
biological
availability via the respiratory route: 100% (worst case)
b The risk-index is calculated by
dividing the internal exposure by the systemic AOEL.
4.4.2
Bystander
exposure/risk
Mechanical
application
The
bystander exposure is only a fraction of the operator exposure. Based on the
risk-index for the operator, no exposure calculations are performed for
bystanders.
Hand held
application (including small scale mechanical application)
There are
no models available for estimating the exposure to bystanders as a result of
hand held applications. Hand held spraying is to be expected for applications
around road markings and signposts and border strips of 25 cm between roads and
paths and roadsides. Close presence of bystanders during these applications can
not be excluded. At this moment a quantitative risk assessment for this
application is not possible. However, exposure of bystanders will be of very
short duration. Since flumioxazin has no acute toxic effects, no risk for
bystanders is expected.
4.4.3 Worker exposure/risk
Shortly after application it is not necessary to
perform any re-entry activities during which intensive contact with the treated
weeds or surfaces will occur.
4.4.4
Re-entry
See 4.4.3
Worker exposure/risk.
Overall conclusion of the exposure/risk assessments of operator, bystander, and worker
The
product complies with the Uniform Principles.
Operator
Mechanical
spraying
Based on the risk assessment it can be concluded that
no adverse health effects are expected for the unprotected operator after
respiratory exposure to flumioxazin as a result of the application of Toki in permanent non cultivated land.
For the unprotected operator the estimated dermal exposure exceeds the AOEL
only marginally. Since the estimation of the dermal exposure does not include
reduction of exposure by clothes and since a reduction factor of 100 at
mixing/loading for a water soluble formulation is a very conservative
assumption, actual exposure will be lower. Therefore, no risk is expected for
the operator as result of dermal exposure to flumioxazin due to the use of Toki
on permanent non cultivated land.
Hand held
spraying
For the
unprotected operator, adverse health effects after dermal exposure to
flumioxazin as a result of the application of Toki on permanent non cultivated land, including also
applications under crash barriers, around road markings and signposts and
border strips of 25 cm between roads and paths and roadsides cannot
be excluded. Correct use of personal protective equipment can reduce the dermal
exposure with a factor of 10. This results in sufficient reduction of the
dermal exposure to flumioxazin for the application of Toki on permanent non cultivated land,
including also applications under crash barriers, around road markings and
signposts and border strips of 25 cm between roads and paths and roadsides.
Bystanders
Based on the risk assessment it can be concluded that
no adverse health effects are expected
for the
unprotected bystander due to exposure to flumioxazin during mechanical or hand
held application of Toki on permanent non cultivated land, including also
applications under crash barriers, around road markings and signposts and
border strips of 25 cm between roads and paths and roadsides.
Worker
Based on the risk assessment it can be concluded that
no adverse health effects are expected
for the unprotected worker due to exposure to
flumioxazin during application of Toki on permanent non cultivated land,
including also applications under crash barriers, around road markings and
signposts and border strips of 25 cm between roads and paths and roadsides for mechanical applications.
4.5 Appropriate
mammalian toxicology and operator exposure end-points relating to the product
and approved uses
See List of end-points.
4.6 Data
requirements
None.
4.7
Combination toxicology
Toki
contains only 1 active substance and it is not mentioned that it should be used
in combination with other formulations.
4.8
Mammalian toxicology classification and labelling
Proposal
for the classification of the active ingredient (symbols and R phrases)
(EU classification)
Symbol: |
T |
Indication
of danger: Toxic |
Risk phrases |
R61 |
May cause
harm to the unborn child |
Proposal
for the classification and labelling of the formulation concerning health
Based on the profile of the substance, the provided toxicology of the preparation,
the characteristics of the co-formulants, the method of application
and the risk assessment for the operator, as mentioned above, the following
labelling of the preparation is proposed:
Substances, present in the formulation, which should be mentioned on
the label by their chemical name (other very toxic, toxic, corrosive or
harmful substances): |
||||
- |
||||
Symbol: |
T |
Indication
of danger: |
toxic |
|
R phrases |
R61 |
May cause
harm to the unborn child. |
||
|
|
|
||
S phrases
|
36/37 |
Wear
suitable protective clothing and gloves. |
||
|
45 |
In case
of accident or if you feel unwell, seek medical advice immediately (show the
label where possible). |
||
|
53 |
Avoid
exposure - obtain special instructions before use. |
||
|
SPo2 |
Wash all
protective clothing after use. |
||
|
|
|
||
Special
provisions: DPD-phrases |
- |
- |
||
|
|
|
||
Plant
protection products phrase: DPD-phrase |
DPD01 |
To avoid risk for man and the environment, comply with the instructions
for use |
||
Child-resistant fastening obligatory? |
n.a. |
|||
Tactile
warning of danger obligatory? |
n.a. |
|||
Explanation: |
||||
Hazard
symbol: |
- |
|||
Risk
phrases: |
- |
|||
Safety
phrases: |
36/37 is
assigned based on the operator risk assessment SPo2 is
assigned as the a.i. is included on annex I of 91/414 and is obligatory when
formulation is labeled with T. |
|||
Other: |
- |
|||
5.
Residues
Since Toki is intended only for use as a herbicide in the uses listed in
§1.5, no intake of residues will take
place to consumers. Therefore, no risk is expected for consumers.
6.
Environmental fate and behaviour
Background
It concerns
an application for authorisation of the plant protection product Toki (500 g
flumioxazin/L) as a herbicide in the uses listed in Table M.1.
Table
M.1 Overview of intended use
Use |
Application
rate a.s. [kg/ha] |
Frequency |
Interval
[days] |
Time
of application |
Permanent
non-cultivated area’s (i.e. verges, underneath crash-barriers, traffic signs
etc.) excluding hard surfaces |
0.6 |
1 |
- |
spring |
|
|
|
|
|
List of
Endpoints Fate and behaviour
Flumioxazin is a new substance, placed on Annex I (10/10/2002). For the
risk assessment the LoEP is used. Comments are given in italic.
The 50 WP formulation mentioned in the LoEP is the
formulation Pledge. This is comparable with the WP50% formulation Toki. The
endpoints of Pledge will be used for the risk assessment of Toki.
Fate and
behaviour in the environment
Fate and behaviour in soil
Route of degradation |
|
Aerobic: |
|
Mineralization
after 100 days: |
Phenyl moiety: THP moiety: |
Non-extractable
residues after 100 days: |
Phenyl moiety: THP moiety: 29 %
(91 d) at 25°C |
Relevant
metabolites above 10 % of applied active substance: name and/or code |
None |
|
|
Supplemental studies |
|
Anaerobic: |
Phenyl moiety: same as under aerobic condition THP moiety: no data provided, not required (spring
application, high mineralization) CO2 about 3 %, bound 47 % (85 d) |
|
|
Soil photolysis: |
Light has no effect on degradation route but
degradation rate is slightly enhanced. |
|
|
Remarks: |
None |
Rate of degradation |
|
Laboratory studies |
|
DT50lab
(20 °C, aerobic): |
Soil type pH OC % Temp. DT50 (in days) Sandy
loam 7.8 0.7 25°C 11.9 Sandy
loam 7.9 0.8 17.5 Loamy
sand 5.8 1.2 20°C 27.5 Sand 4.4 0.7 120.0* Clay
loam 5.4 2.0 23.5 Loamy
sand 7.4 1.7 15.2 Sandy
loam 5.6 2.5 19.0 * soil type not relevant for the intended uses |
DT90lab
(20 °C, aerobic): |
Soil
type pH OC % Temp. DT90 (days) Loamy
sand 5.8 1.2 20°C 91.4 Sand 4.4 0.7 399.0* Clay
loam 5.4 2.0 78.2 Loamy
sand 7.4 1.7 50.5 Sandy
loam 5.6 2.5 63.3 * soil type not relevant for the intended uses |
DT50lab
(10 °C, aerobic): |
89 d (sandy
loam, pH 5.4, OC 1.7 %) |
DT50lab
(20 °C, anaerobic): |
43 d (sandy
loam, pH 5.6, OC 2.5 %) |
|
|
Field studies (country or
region) |
|
DT50f
from soil dissipation studies: |
DT50f: |
DT90f
from soil dissipation studies: |
DT90f: |
Soil
accumulation studies: |
Not
relevant, not required |
Soil
residue studies: |
Not
relevant, not required |
|
|
Remarks: |
None |
Adsorption/desorption |
|
Kf
/ KOC: |
Koc estimated to be 1412 ml/g (95% CI = 758-2884) by HPLC
method because of rapid degradation in water. |
Mobility |
|
Laboratory studies: |
|
Column
leaching: |
525 mm over 2 days (data in %, except pH) Soil
type sand clay OC pH RA
in leachates (flumioxazin) Sand 97 2 0.2 5.4 63.9 - 67.4 Sandy
loam 67 4 0.7 7.8 51.2 - 54.6 Silt
loam 29 13 0.6 7.0 7.4
- 15.3 Clay
loam 21 32 2.9 7.0 3.0
- 5.0 |
Aged
residue leaching: |
Loamy sand (71%
sand, 11% clay, 1.2 % OC, pH 5.8); incubation 20°C, 31 d; 200 mm water over 2
d: 49 % flumioxazin
remaining after incubation 0.55 % of applied
RA in leachates |
|
|
Field studies: |
|
Lysimeter/Field
leaching studies: |
No data, not required |
|
|
Remarks: |
None |
Fate and behaviour in water
Abiotic degradation |
|
Hydrolytic
degradation: |
pH 5 (25° C): DT50
= 3-5 d pH 7 (25° C): DT50 = 19-26 hours pH 9
(25° C): DT50 = 14-23 minutes |
Relevant
metabolites: |
THPA,
APF, 482-HA (depends on pH) |
Photolytic
degradation: |
pH 5
(25°C): DT50 = 21-26 hours |
Relevant
metabolites: |
THPA |
|
|
Biological degradation |
|
Readily
biodegradable: |
Not readily biodegradable |
Water/sediment
study: Mineralization Non
extractable residues |
27-31%(THP), <9% (phenyl) after 98d 29-47%(THP), 60-61% (phenyl) after 98d Flumioxazin max. 27 % in sediment (7 d) |
Accumulation
in water and/or sediment: |
Not
relevant |
|
|
Degradation in the
saturated zone |
No data available, not required. |
|
|
Remarks: |
None |
Fate and behaviour in air
Volatility |
|
Vapour
pressure: |
3.2 ·10-3
Pa at 22 °C |
Henry's
law constant: |
6.36 ·10-2 Pa·m3·mol-1 |
|
|
Photolytic degradation |
|
Direct
photolysis in air: |
No data provided, not required (no absorbance above
290 nm) |
Photochemical
oxidative degradation in air DT50: |
5.8 h |
Volatilisation: |
From
plant surfaces: no data provided From
soil: 7.7 % (DOW model) |
|
|
Remarks: |
None |
In the
Dutch Pesticide Law the Uniform Principles are implemented in the Regulation of Uniform Principles for Plant
protection products (BUBG).
6.1 Fate and behaviour in soil
The Order
Uniform Principles Plant Protection Products came into effect on 23
December 2005 by publication of the implementation decision in the Bulletin of
Acts and Decrees (Staatsblad) 663 of 22 December 2005, while repealing the Order
Environmental Authorisation Criteria Pesticides (Staatsblad 413).
The Regulation
elaborating the uniform principles for plant protection products published
in the Government Gazette (Staatscourant) 248 of 21 December 2005 took effect
at the same time, while repealing the Regulation implementation
environmental authorisation criteria for pesticides 2000. A transitional
provision has not been laid down. This means that the regulation takes
immediate effect. All applications for authorisation of plant protection
products should be evaluated in compliance with the new regulation.
Article 2
of the Regulation elaborating the uniform principles for plant protection
products contains the authorisation criterion persistence. The Board
for the authorization of pesticides in the Netherlands (CTB) has to
evaluate persistence in compliance with INS[1].
Reference is made to a new ‘decision tree’, which has been laid down in the
RIVM[2]
report 601506008/2005: ‘Persistence of plant protection products in soil; a
proposal for risk assessment. Persistence has to be evaluated by the CTB on
the basis of this decision tree.
However,
this decision tree is currently still under development, which means that
immediate application is not possible. So, application of the new method for
the assessment of persistence of plant protection products for authorization
will start in the near future.
As long as
the mentioned RIVM report has not yet been laid down by the competent
authorities, the CTB will fall back on the tested and applied method as it has
been in use until now for the evaluation of applications for authorisation of
plant protection products.
In this
case this means the following for the evaluation of persistence of plant
protection product.
6.1.1 Persistence in soil
The
following laboratory DT50 values are available for the active substance
flumioxazin: 11.9, 17.5, 27.5, 120.0, 23.5, 15.2, 19.0 days (median 19.0 days,
range 11.9 - 120 days). The mean DT50-value of the a.i. can thus be
established to be <90 days. Furthermore it can be excluded that after 100
days there will be more than 70% bound (non-extractable) residues of the
initial dose together with the formation of less than 5% CO2 of the
initial dose.
Herewith,
the standards for persistence as laid down in the Regulation of Uniform Principles
for Plant protection products (BUBG) are met.
The concentration of flumioxazin in soil is needed to assess the risk for
soil organisms (earthworms, micro-organisms). The PIECsoil is calculated for
the upper 5 cm of soil using a soil bulk density of 1500 kg/m3. See
Table M.2 for input values and results.
Table
M.2 PEC soil calculations (5 cm and 20 cm)
Use |
Rate [kg
a.s./ha] |
Frequency |
Fraction
on soil |
PECsoil
5 cm (mg/kg) |
Permanent
non-cultivated area’s (i.e. verges, underneath crash-barriers, traffic signs
etc.) excluding hard surfaces |
0.6 |
1 |
1 |
0.80 |
Herewith,
the proposed applications of the pesticide meet the standards for persistence
as laid down in the Regulation of Uniform Principles for Plant protection
products (BUBG).
6.1.2 Leaching to shallow groundwater
The
leaching potential of the a.i. flumioxazin) is calculated in the first tier
using Pearl 2.2.2. and the FOCUS Kremsmünster
scenario. The new
decision tree for leaching including the new model GeoPEARL has been released
for use in risk assessment at the end of 2004. In a letter of minister Veerman
of the department of Agriculture, Nature and Food quality he asked the CTB to
anticipate on the revision of the Rumb (2000) concerning the assessment of
leaching to groundwater. This request is based on article 6 of the Pesticide
act (state of science) in combination with article 6 of the Regulation (new
models). The methodology as described in the report "The new decision tree for the evaluation of pesticide leaching
from soils", A.M.A van der Linden, J.J.T.I. Boesten, A.A. Cornelese, R.
Kruijne, M. Leistra, J.B.H.J Linders, J.W. Pol, A. Tiktak and A.J Verschoor,
RIVM report 601450019/2004, RIVM, Bilthoven (2004) has to be used.
Input
variables are the actual application rate [0.6 kg/ha], the crop [bare soil] and
an interception value appropriate to the crop of [0][3].
The
following input data are used for the calculation:
PEARL: Active substance: Median DT50 for degradation in soil (20°C): 19.0 days Median Kom (pH-independent): 523 L/kg .
Saturated vapour pressure: 3.2 x 10-3
Pa (22°C) Solubility in water: 1.79 mg/L (25°C) Molecular weight: 354.3 g/mol Other parameters: standard settings of PEARL
2.2.2 |
The
following concentrations are predicted for the a.i. flumioxazin following
spring applications, see table M.3.
Table M.3
Leaching of a.i. and metabolites as predicted by PEARL 2.2.2
Use |
Substance |
Rate
substance |
Frequency |
Interval |
Fraction on soil |
PEC groundwater |
|
|
[kg/ha] |
|
[days] |
|
spring [mg/L] |
Permanent
non-cultivated area’s (i.e. verges, underneath crash-barriers, traffic signs
etc.) excluding hard surfaces |
flumioxazin |
0.6 |
1 |
- |
1 |
<0.001 |
Results of
Pearl 2.2.2. using the Kremsmünster scenario are examined against the standard
of 0.01 µg/l. This is the BUBG standard of 0.1 µg/L with an additional safety
factor of 10 for vulnerable groundwater protection areas (NL-specific
situation).
From table
M.3 it reads that the expected leaching based on the PEARL-model calculations
for the a.i. flumioxazin is <0.001.
Hence, the
formulation meets the standards laid down in the Regulation of Uniform
Principles for Plant protection products (BUBG) for the proposed
applications.
Lysimeterstudies
-
Monitoring
data
There are
no data available regarding the presence of the substance flumioxazin in
groundwater.
Conclusions
The product
complies with the requirements laid down in BUBG concerning persistence and
leaching in soil.
6.2 Fate and behaviour in water
6.2.1 Rate and route of degradation in surface
water
The exposure
concentrations of the active substance flumioxazin and metabolites in the
surface water are estimated for the various proposed uses using calculations of
surface water concentrations (in a ditch of 30 cm depth), which originate from
spray drift during application of the active substance. The spray drift percentage
depends on the use. Concentrations in surface water are calculated using the
model TOXSWA. For the active substance and the metabolite(s) the following
input is required (all
on the basis of mean values):
TOXSWA: Active
substance: DT50
for degradation in water at 20°C: 1.85 days DT50
for degradation in sediment at 20°C:
10000 days (default). Kom
for suspended organic matter: 523 L/kg Kom
for sediment: 523 L/kg Saturated vapour pressure: 3.2 x 10-3 Pa (22°C) Solubility in water: 1.79 mg/L (20°C) Molecular weight: 354.3 g/mol Metabolite 482 HA: DT50
for degradation in water at 20°C: 10.7 days DT50
for degradation in sediment at 20°C:
10000 days (default). Kom
for suspended organic matter:? L/kg Kom
for sediment: ? L/kg Formation
fraction: 62.9% Molecular weight: 372.3 g/mol Metabolite
APF: DT50
for degradation in water at 20°C: 29 days DT50
for degradation in sediment at 20°C:
10000 days (default). Kom
for suspended organic matter:? L/kg Kom
for sediment: ? L/kg Formation
fraction: 58% Molecular
weight: 220.2 g/mol Metabolite
THPA: DT50
for degradation in water at 20°C: 28 days DT50
for degradation in sediment at 20°C:
10000 days (default). Kom
for suspended organic matter:? L/kg Kom
for sediment: ? L/kg Formation
fraction: 63% in water 17% in
sediment Molecular weight: 170.08 g/mol |
Because
there is no standard method to determine separate degradation rates in water
and sediment from the water/sediment study, the DT50 system is used
for the water phase and degradation in the sediment is assumed to be zero,
which is simulated using a DT50 value of 10000 days.
In table
M.4, the drift percentages and calculated surface water concentrations for the
active substance flumioxazin and its metabolites APF and THPA for each intended
use are presented.
Because
insufficient data are available for the metabolites, exposure concentrations
can be calculated from the active substance, correcting for formation
percentage and relative molecular weight.
Table M.4 Overview of surface water concentrations for flumioxazin and metabolites
following spring application
Use |
Substance |
Rate a.s. [kg/ha] |
Drift [%] |
PIEC [mg/L] * |
PEC21 [mg/L] * |
PEC28 [mg/L] * |
PECsed [mg/kg]** |
|
|
|
|
spring |
spring |
spring |
|
Permanent
non-cultivated areas (i.e. verges, underneath crash-barriers, traffic
signs etc.) excluding hard surfaces |
Flumioxazin |
0.60 |
1 |
2.85 |
0.56 |
0.43 |
0.0727 |
482 HA |
0.397 |
1 |
1.88 |
- |
- |
|
|
APF |
0.216 |
1 |
1.03 |
- |
- |
|
|
THPA |
0.182 |
1 |
0.866 |
- |
- |
0.0059 |
* calculated according to
TOXSWA
**calculated by taking the
highest concentration in sediment in TOXSWA and a bulk density of 80 kg/m3
(dw).
These
exposure concentrations are examined against ecotoxicological threshold values
in section 7.2.
These
exposure concentrations are examined against ecotoxicological threshold values
in section 7.2.
Drinking water criterion
It follows from the
decision of the Court of Appeal on Trade and Industry of 19 August 2005 (Awb
04/37 (General Act Administrative Law)) that the Ctb should for an
authorisation, on the basis of the scientific and technical knowledge,
considering the data submitted with the application, also test against the
drinking water criterion as regards surface water intended for drinking water
production to establish whether the product has no effect that is unacceptable
for the environment. A mathematical model for this aspect is not available.
This means that possibly available data cannot be taken into account
adequately. It is therefore not possible to arrive at a scientifically
well-based assessment of an expectation for this criterion. The Ctb has not
been given the instruments for testing surface water from which drinking water
is produced against the drinking water criterion. In order to meet the Court
decision, however - from which it can be concluded that the Ctb should make an
effort to arrive at a judgement on this point – and as transitional period, to
prevent that not a single authorisation can be granted in the period during
which a model is being developed and data need to be generated for the
application for authorisation, the Ctb has investigated whether the product
under consideration and the active substance could give cause for concern about
the drinking water criterion.
Flumioxazin
As flumioxazin is a
new active substance, no knowledge exists on its potential presence in surface
water. At the moment, a preliminary decision tree (C-163.5) is used to address
this matter, while waiting for the final decision tree that is currently under
construction by the Drinking Water Criterion Project Team (expected in
2007-2008).
For the time being
a refinement considering the remaining time in water (14 days) and a dilution
factor (10) can be used.
Permanent
non-cultivated area’s excluding hard surfaces
The maximum predicted concentration in water, calculated with TOXWA
amounts 2.85 µg a.s./L. Assuming a remaining time before intake of 14 days and
a dilution factor of 10, the maximum predicted concentration in drinking water
abstraction points is 0.0015 µg/L. For metabolites 482 HA, APF and THPA this is
respectively 0.076, 0.074 and 0.061 µg/L. These concentrations are <0.1 µg/L
and no exceeding of the drinking water criterion is to be expected.
Therefore,
the proposed application meets the drinking water criterion.
Monitoring data
There are
no data available regarding the presence of the flumioxazin in surface water.
6.3 Fate and behaviour in air
Route
and rate of degradation in air
The active
substance is moderately volatile. The vapour pressure is 3.2 x10-3
Pa at 22 °C. The
Henry constant is 6.36 x·10-2 Pa·m3·mol-1 at 20°C. The half-life in air is 5.8 h.
At present
there is no framework to assess fate and behaviour in air of plant protection
products.
6.4 Appropriate
fate and behaviour end-points relating to the product and approved uses
See List of
End-points.
6.5
Data
requirements
-
7.
Ecotoxicology
List of
Endpoints Ecotoxicology
Flumioxazin is a new substance, placed on Annex I (10/10/2002). For the
risk assessment the LoEP is used. Commands are given in Italic.
The 50 WP formulation mentioned in the LoEP is the
formulation Pledge. This is comparable with the WP50% formulation Toki. The
endpoints of Pledge will be used for the risk assessment of Toki.
An additional study for non-target arthropods was
submitted. This study has been evaluated and summarised by the
CTB
(toki_20050109_a-rhopalospihi_extlabtest_samenv).
Ecotoxicology
Terrestrial Vertebrates
Acute toxicity to mammals: |
LD50 (rat) > 5000 mg/kg |
Acute toxicity to birds: |
LD50 (bobwhite quail) > 2250 mg/kg bw LD50 (mallard duck) > 2250 mg/kg bw |
Dietary toxicity to birds: |
LC50 (bobwhite quail) > 1870 mg/kg bw LC50 (mallard duck) > 2130 mg/kg bw |
Reproductive toxicity to birds: |
NOEC (bobwhite quail) = 500 ppm NOEC (mallard duck) = 250 ppm |
Short term oral toxicity to mammals: |
NOEL = 300 ppm (1st
oral 90-d study, rat) NOEL = 10 mg/kg/d (teratogenicity
study, rat) |
Aquatic Organisms
Acute toxicity fish: |
LC50 = 2.3 mg/l (96 h, Oncorhynchus
mykiss) LC50 > 21 mg/l (96 h, Lepomis
macrochirus) LC50 > 26 mg a.s./l (96 h, O.
mykiss, 50% WP) |
Long term toxicity fish: |
NOEC = 0.37 mg/l (21 d, O.
mykiss) |
Bioaccumulation fish: |
Not relevant (log Pow = 2.55) |
Acute toxicity invertebrate: |
EC50 = 5.9 mg/l (48 h, D. magna) |
Chronic toxicity invertebrate: |
NOEC = 0.057 mg/l (21
d, D. magna) |
Acute toxicity algae: |
EC50 = 0.000852 mg/l (72 h; Selenastrum
capricornutum) EC50 = 0.0015 mg/l (120 h; Navicula
pelliculosa) EC50 = 0.00078 mg a.s./l (72 h; Pseudokirchneriella
subcapitata, 50% WP)* EC50 = 0.0015 mg a.s./l (120 h; Navicula
pelliculosa, 50% WP)* |
Chronic toxicity sediment dwelling organism: |
NOEC = 0.73 mg/kg (23 d; Chironomus
riparius) |
Acute toxicity aquatic plants: |
EC50 = 0.00035 mg/l (14 d; Lemna
gibba) |
Acute toxicity aquatic plants with sediment: |
14 d, Lemna gibba, 50% WP: EC50 = 0.0023 mg a.s./l (biomass)** |
*Taken from monograph (addendum ecotox):
In addition, the exposure was prolonged to 7 d in the new studies with
50WG in order to observe potential recovery. The green alga and diatom began
the exponential growing within 2-3 days delay even in the highest test
concentrations of 2.2 and 14 microg as/l, respectively. A few days delay for
algal growth should be regarded as not significant and considered as acceptable
to the aquatic ecosystems.
**Taken from monograph (addendum ecotox):
In addition, continuous frond production was observed up to 10 microg
as/l with 5 days delay to achieve or exceed frond density similar to the
control. Considering the fluctuation of aquatic plant populations in the field
due to the daily weather conditions especially for the sunlight intensity, 5
days delay of the growth should be regarded as not significant and considered
acceptable to the aquatic ecosystems. In addition, it is likely that aquatic
plants immigrate from other areas by water flow or attaching to materials or
organisms in the actual field, and immigrations accelerate the re-colonisation
of aquatic plants due to rapid dissipation of the compound.
Honeybees
Acute oral toxicity: |
LD50 > 100 µg a.s./bee LD50 > 200 µg 50% WP/bee |
Acute contact toxicity: |
LD50 > 105 µg a.s./bee LD50 > 200 µg 50% WP/bee |
Other arthropod species
|
% Adverse effect |
Typhlodromus pyri |
Mortality,
fertility: 2 % |
Aphidius rhopalosiphi |
Mortality,
parasitism: 75 % |
Poecilus cupreus |
Mortality,
food consumption: 0 % |
Chrysoperla carnea |
Mortality: 0 % |
Aleochara bilineata |
Reproduction:
< 0 % |
Pardosa amentata. |
Mortality,
food consumption: 0 % |
Adverse effect means: x % effect on mortality = x % increase of mortality compared to control y % effect on a sublethal parameter = y %
decrease of sublethal paramether compared to control (sublethal
parameters are e.g. reproduction, parasitism, food consumption) When effects are favourable for the test
organisms, a + sign is used for the sublethal effect percentages (i.e. increase of
e.g. reproduction) and a – sign for mortality effect percentages (i.e.
decrease of mortality). |
Additional study with Aphidius rhopalosiphi:
Extended laboratory study with Toki 50% WP on barley. LR50 > 1.2 kg
a.s./ha, EC50 > 1.2 kg a.s./ha.
Earthworms
Acute toxicity: |
LC50 > 982 mg/kg soil NOEC = 61 mg/kg soil |
Reproductive toxicity: |
Not required. |
Soil micro-organisms
Nitrogen mineralization: |
1.75 mg a.s./kg d.w. soil (equivalent to 1.2 kg
a.s./ha): no effect |
Carbon mineralization: |
1.75 mg a.s./kg d.w. soil (equivalent to 1.2 kg
a.s./ha: no effect |
In the
Dutch Pesticide Law the Uniform Principles are implemented in the Regulation of Uniform Principles for Plant
protection products (BUBG).
7.1 Effects on birds
Birds can
be exposed to the active substance by natural food (sprayed insects, seeds,
leafs), drinking water and as a result of secondary poisoning.
7.1.1 Natural food and drinking water
The
threshold value for birds is based on the trigger from the BUBG. The threshold
value for acute and short term exposure is set to 0.1 times the LD50
en LC50 value, and the threshold value for chronic exposure is set
to 0.2 times the NOEC. In table E.1 an overview of toxicity data and resulting
threshold values are presented.
In the risk
assessment a small bird with a body weight (BW) of 10 gram, a daily food intake
(DFI) of 2.9 g/day and a daily water intake (DWI) van 3 g is chosen as
representative target species.
Table
E.1 Overview of threshold values for birds
Substance |
Exposure |
|
Endpoint |
Safety
factor |
Threshold
value |
|
|
|
[mg/kg bw] |
|
[mg/bird] |
flumioxazin |
Acute |
LD50 |
>2250 |
10 |
>225 |
|
|
|
[mg/kg food] |
|
[mg/kg food] |
|
Short term |
LC50 |
>1870 |
10 |
>187 |
|
Long term |
NOEC |
250 |
5 |
50 |
The initial
concentration in food is calculated using the relationship of Luttik et al.
for [leafs, leafy crops, fodder crop and small seeds and insects] as 25 *
application rate* number of applications. In first instance, acute, short term
and long term exposure is examined against the PIECfood, without
taking decline of the residue between applications into account.
Surface
water concentrations are calculated using TOXSWA (see paragraph 6.2.1). In
first instance, acute exposure is compared to the maximum PIECwater (1.77mg/L).
In table
E.2 an overview is presented of the calculated concentrations in food.
Tabel
E.2 Overview of concentrations in food
use |
Rate |
RUD * |
Max.
freq. |
PIECfood |
|
[kg
a.s./ha] |
|
|
[mg/kg] |
Permanent
non-cultivated area’s excluding hard surfaces (i.e. verges, underneath
crash-barriers, traffic signs etc.) |
0.60 |
25 |
1 |
15 |
* residue per unit dose according to Luttik
In table
E.3, threshold exceeding factors at exposure to food and drinking water are
presented.
Table
E.3 Threshold exceeding factors for natural food and drinking water
Use |
Threshold
exceeding factors |
|||
|
water,
acute |
food,
acute |
food,
short term |
food,
long term |
|
PIEC*DWI/
0.1*LD50target species |
PIEC*DFI/
0.1*LD50target species |
PIEC/
0.1*LC50 |
PIEC/
0.2*NOEC |
Permanent
non-cultivated area’s (i.e. verges, underneath crash-barriers, traffic signs
etc.) excluding hard surfaces |
<0.024 |
<0.019 |
<0.08 |
0.3 |
Taking the
results in Table E.3 into account, a low risk for birds can be expected due to
foraging and drinking of surface water for all proposed uses.
The
proposed uses meet the standards laid down in the Regulation of Uniform
Principles for Plant protection products (BUBG).
7.1.2 Secondary poisoning
Since the log Kow of flumioxazin is 2.55 and thus < 3, the
risk on secondary poisoning is acceptable.
Hence, the proposed application meets the standards for secondary
poisoning as laid down in the Regulation of Uniform Principles for Plant
protection products (BUBG).
Conclusions
birds
The
product complies with the Regulation of Uniform Principles for Plant protection products (BUBG).
7.2 Effects on aquatic organisms
7.2.1 Aquatic organisms
The
threshold values based on toxicity data for aquatic organisms are presented in
table M.9 for the active substance flumioxazin. Threshold values for acute
exposure are 0.01 times the L(E)C50-value (daphnids and fish) and
0.1 times the lowest EC50-value for algae.
Because the
application for authorisation concerns an herbicide, also the effects on
macrophytes/aquatic plants are evaluated against the acute threshold value (0.1
times the lowest EC50).
Threshold
values for chronic exposure are 0.1 times the lowest NOEC-value for daphnids
and fish. See Table E.4 for the derivation of acute and chronic threshold
values.
Table
E.4 Overview toxicity endpoints and threshold values for flumioxazin
Substance |
Organism |
Lowest |
Safety factor |
Threshold value |
||
|
|
L(E)C50
[mg/L] |
NOEC [mg/L] |
|
[mg/L] |
[mg/L] |
Flumioxazin |
Acute |
|
|
|
|
|
|
Algae |
0.00085 |
|
10 |
0.000085 |
0.085 |
|
Daphnids |
5.9 |
|
100 |
0.059 |
59 |
|
Fish |
2.3 |
|
100 |
0.023 |
23 |
|
Macrophytes |
0.00035 |
|
10 |
0.000035 |
0.035 |
|
Chronic |
|
|
|
|
|
|
Daphnids |
|
0.057 |
10 |
0.0057 |
5.7 |
|
Fish |
|
0.37 |
10 |
0.037 |
37 |
50% WP |
Acute |
|
|
|
|
|
|
Algae |
0.00078 |
|
10 |
0.000078 |
0.078 |
|
Daphnids |
- |
|
100 |
|
- |
|
Fish |
>26 |
|
100 |
>0.26 |
>260 |
|
Macrophytes* |
0.0023* |
|
10 |
0.00023 |
0.23 |
*test with sediment
For the risk assessment the lowest endpoints are used.
The risk for aquatic organisms for the various uses of the active
substance is assessed by comparing surface water exposure concentrations (from
section 6.2) with the above trigger values. In table E.5 it is indicated if and to what
extent exceeding of the threshold values for aquatic organisms occurs.
Table E.5 Threshold exceeding factors for
flumioxazin
Use |
Substance |
PIEC*/ (0.1* EC50) |
PIEC*/ (0.01*EC50) |
PIEC*/ (0.01*LC50) |
PIEC*/ (0.1* EC50) |
PEC21*/ (0.1*NOEC) |
PEC28*/ (0.1*NOEC) |
|
|
Algae |
Daphnids |
Fish |
Lemna1 |
Daphnid |
Fish |
|
|
Spring |
Spring |
Spring |
Spring |
Spring |
Spring |
Permanent non-cultivated area’s (i.e. verges,
underneath crash-barriers, traffic signs etc.) excluding hard surfaces |
Flumioxazin |
36.5 |
0.048 |
0.12 |
81.4/12.4 |
0.098 |
0.012 |
* calculated according TOXSWA
1 x /x
= normal study / study with sediment
On the basis of the above risk assessment, a risk for
flumioxazin cannot be excluded for algae and macrophytes. Therefore, it has to
be demonstrated by means of an adequate risk assessment that the risk is
acceptable. The following data are provided and used in the refined risk
assessment described below.
Second tier (refinement of the risk assessment)
From the
addendum (ecotox) of the monograph it appears that the studies with algae and Lemna
gibba (50% WP formulation) were prolonged with 7 days. From these
studies it appears that the effects on algae and water plants disappeared
within 7 days for algae and 5 days for Lemna gibba at concentrations up
to 14 µg a.s./L (algae) and 10 µg a.s./L (Lemna). It is stated that
these short lasting effects are of no ecological significance.
The maximal predicted concentration in the use on permanently non-cultivated areas
excluding hard surfaces (i.e. verges, underneath crash-barriers, traffic signs
etc.) is 2.85 µg a.s./L. For this use, the expected risk is acceptable and the standards for aquatic organisms as laid
down in the Regulation of
Uniform Principles for Plant protection products (BUBG) are met.
Metabolites
Metabolites 482-HA, APF and THPA are considered relevant for the aquatic
system. However, no ecotoxicological data is available. In the Addendum on
Ecotoxicology (B8.2.9.2) a reasoning is provided concerning these metabolites,
stating that any effects of the metabolites will be sufficiently covered by the
tests with the active substance (the standard toxicity tests will have
addressed the hydrolysis product 482-HA, and the higher tier studies will have
covered APF and THPA). This reasoning is acceptable. Therefore, the expected risk is acceptable and the standards for aquatic organisms as laid
down in the Regulation of
Uniform Principles for Plant protection products (BUBG) are met.
7.2.2 Risk assessment for bioconcentration
Since the
logPow is 2.55 and below 3, the risk for bioconcentration is small. Therefore
the active substance meets the standards for bioconcentration as laid down in
the BUBG.
7.2.3 Risk assessment for sediment organisms
Since the
NOEC for daphnids is below 0.1 mg/L and the water–sediment study indicates that
over 10% of flumioxazin is found in the sediment after 14 days, there is a
potential risk for sediment organisms.
The
threshold value for Chironomus is 0.1
x NOEC = 0.1 x 0.3 =0.073 mg/kg. When this value is examined against the PIEC
in sediment for the use in permanent non-cultivated areas excluding hard
surfaces of 0.0727 mg/kg, the threshold exceeding value is 0.996.
The maximum percentage of metabolite THPA in sediment
is 17%. No ecotoxicological data is available. However, since the maximum
concentration was found after 7 days and the study for C. riparius was 23 days, effects of this
metabolite should be included in the test with the active substance.
For the use in permanently
non-cultivated areas excluding hard surfaces, the standards for sediment
organisms as laid down in the Regulation
of Uniform Principles for Plant protection products (BUBG) are met.
Conclusions
aquatic organisms
The
product complies with the Regulation of Uniform Principles for Plant protection products (BUBG).
An adequate risk evaluation for the use on hard surfaces (i.e.
concentrations in STP or in run-off water) and ecotoxicological data for the
metabolites APF and THPA for aquatic organisms are required
7.3 Effects on terrestrial vertebrates other
than birds
Mammals can
be exposed to the active substance by natural food (sprayed insects, seeds,
leafs), granules as food, drinking water and as a result of secondary
poisoning.
7.3.1 Natural food and drinking water
The
threshold value for mammals is based on the trigger from the BUBG. The threshold
value for acute and short term exposure is set to 0.1 times the LD50
en LC50 value, and the threshold value for chronic exposure is set
to 0.2 times the NOEC. In table E.6 an overview of toxicity data and resulting
threshold values are presented.
In the risk
assessment a small mammal with a body weight (BW) of 6 gram (i.e., a mouse), a
daily food intake (DFI) of 1.025 g/day and a daily water intake (DWI) van 1.8 g
is chosen.
Table
E.6 Overview of threshold values for mammals
Substance |
Exposure |
|
Endpoint |
Safety
factor |
Threshold
value |
|
|
|
[mg/kg bw] |
|
[mg/mammal] |
Flumioxazin |
Acute |
LD50 |
>5000 |
10 |
>500 |
|
|
|
[mg/kg food] |
|
[mg/kg food] |
|
Long term |
NOEC |
300 |
5 |
60 |
The initial
concentration in food is calculated using the relationship of Luttik et al.
for leafs, leafy crops, fodder crop and small seeds and insects as [25] *
application rate* number of applications. In first instance, acute, short term
and long term exposure is examined against the PIECfood, without
taking decline of the residue between applications into account.
Surface
water concentrations are calculated using TOXSWA (see paragraph 6.2.1). In
first instance, acute exposure is compared to the PIECwater.
In table
E.7 an overview is presented of the calculated concentrations in food.
Table E.7
Overview concentrations in food
Use |
Rate |
RUD * |
Max.
freq. |
PIECfood |
|
[kg/ha] |
|
|
[mg/kg] |
Permanent
non-cultivated area’s (i.e. verges, underneath crash-barriers, traffic signs
etc.) excluding hard surfaces |
0.6 |
25 |
1 |
15 |
* residue
per unit dose according to Luttik
In table
E.8, threshold exceeding factors at exposure to food and drinking water are
presented.
Table
E.8 Threshold exceeding factors for natural food and drinking water
Use |
Threshold
exceeding factors |
||
|
water,
acute |
food,
acute |
food,
long term |
|
PIEC*DWI/
0.1*LD50target species |
PIEC*DFI/
0.1*LD50target species |
PIEC/
0.2*NOEC |
Permanent
non-cultivated area’s (i.e. verges, underneath crash-barriers, traffic signs
etc.) excluding hard surfaces |
<0.0011 |
<0.0051 |
0.25 |
Taking the
results in Table E.8 into account, it appears that a low risk for mammals can
be expected due to foraging and drinking of surface water for all proposed
uses.
The
proposed uses meet the standards laid down in the BUBG.
7.3.2 Secondary poisoning
Since the log Kow of flumioxazin is 2.55 and thus < 3, the
risk on secondary poisoning is acceptable.
Hence, the proposed application meets the standards for secondary
poisoning as laid down in the Regulation of Uniform Principles for Plant
protection products (BUBG).
Conclusions
mammals
The
product complies with the Regulation of Uniform Principles for Plant
protection products (BUBG)
7.4 Effects on bees
The risk
assessment for bees and bumblebees is based on the ratio between the single
application rate and toxicity endpoint (LD50 value). An overview of
the risk at the proposed applications/uses is given in table E.9.
Tabel
E.9 Risk for bees and bumblebees
Use |
Application rate a.s. [g/ha] |
LD50 [µg/bee] |
Rate/LD50 |
Permanent
non-cultivated area’s (i.e. verges, underneath crash-barriers, traffic signs
etc.) excluding hard surfaces |
600 |
>100 |
<6 |
Since the
ratio rate/LD50 is below 50, the risk for bees is considered to be
low. Hence, all proposed applications meet the standards for bees and
bumblebees as laid down in the Regulation of Uniform Principles for Plant
protection products (BUBG).
Conclusions
bees
The
product complies with the Regulation of Uniform Principles for Plant protection products (BUBG).
7.5 Effects on any other organisms (see annex
IIIA 10.5-10.8)
7.5.1 Effects on non-target arthropods
The risk
for non-target arthopods is assessed by calculating Hazard Quotients. To enable
this, Lethal Rate values (LR50) are needed.
Based on LR50-values
from laboratory studies with Typhlodromus
pyri (LR50 > 0.60 kg a.s./ha) an in-field and an off-field Hazard Quotient
(HQ) can be calculated according to the (new) assessment method established in
the SETAC/ESCORT 2 workshop and described in the HTB (v 0.2). Hazard Quotients
should be below the trigger value of 2 to meet the standards. Resulting Hazard
Quotients are presented in Table E.10.
Table
E.10 HQ-values for T. pyri
|
Application
rate (kg
a.s./ha) |
MAF1 |
Drift
factor/ Vegetation
factor2 |
Safety
factor2 |
LR50
(kg
a.s./ha) |
HQ |
In-field |
|
|
|
|
|
|
T. pyri |
0.600 |
1 |
- |
- |
>0.600 |
<1 |
Off-field |
|
|
|
|
|
|
T. pyri |
0.600 |
1 |
1 |
10 |
>0.600 |
<0.1 |
1:
Multiple Application Factor
2:
off-field: drift factor = 10%, vegetation dilution factor = 10, safety factor =
10 (default values)
From the above Table, it
reads that both in- and off-field HQ values are below/above the trigger value
of 2.
For the standard species Aphidius rhopalosiphi an extended laboratory study is available. Based on LR50-values
from extended laboratory studies with Aphidius
rhopalosiphi (LR50 > 1.2 kg a.s./ha and ER50 >
1.2 kg a.s./ha) an
in-field and an off-field Hazard Quotient (HQ) can be calculated according to
the (new) assessment method established in the SETAC/ESCORT 2 workshop and
described in the HTB (v 0.2). Hazard Quotients should be below the trigger
value of 1 to meet the standards. Resulting Hazard Quotients are presented in
Table E.11.
Table
E.11 HQ-values for A. rhopalosiphi
|
Application
rate (kg
a.s./ha) |
MAF1 |
Drift
factor/ Vegetation
factor2 |
Safety
factor2 |
L(E)R50
(kg
a.s./ha) |
HQ |
In-field |
|
|
|
|
|
|
A. rhopalosiphi |
0.6 |
1 |
- |
- |
>1.200 |
<0.5 |
Off-field |
|
|
|
|
|
|
A. rhopalosiphi |
0.600 |
1 |
1 |
10 |
>1.200 |
<0.05 |
1:
Multiple Application Factor
2:
off-field: drift factor = 10%, vegetation dilution factor = 10, safety factor =
10 (default values)
Several other non target
arthropods were tested. In laboratory test with an application rate of 0.6 kg
a.s./ha (maximum proposed concentration) no lethal and sublethal effects were
found for Crysoperla carnea,
Poecilus cupreus, Aleochara bilineata and Pardosa amentata.
Therefore, the formulation
meets the standards as laid down in the Regulation of Uniform
Principles for Plant protection products (BUBG).
7.5.2 Earthworms
The trigger
value for acute toxicity to earthworms is based on the standards from the BUBG
and amounts 0.1 * LC50. The initial PEC soil is examined against
that value. Since the logPow of the active substance > 2, correction to the
reference soil containing 4.7 % organic matter is necessary. The trigger value
for earthworms based on this normalised 14-day LC50 (>462 mg/kg)
of the active substance amounts >46.2 mg/kg. PEC soil is calculated for a
soil layer of 5 cm taking into account the application rate, application
frequency, fraction on soil, soil bulk density, and degradation of the
substance. Table E.12 presents the PECsoil and the threshold exceeding for
flumioxazin.
Table
E.12 Overview of soil concentrations and exceeding of threshold values at acute
exposure
Application/ use |
Substance |
Application
rate [kg/ha] |
Fre quency |
Interval
[day] |
Fraction on
soil |
PIEC soil [mg/kg] |
Exceeding
of threshold |
Permanent
non-cultivated area’s (i.e. verges, underneath crash-barriers, traffic signs
etc.) excluding hard surfaces |
Flumioxazin |
0.600 |
1 |
- |
1 |
0.800 |
<0.017 |
Since the
threshold exceeding factor is 0.001 – 0.1, the frequency of application is £ 3 per season and the DT90-value
of the active substance is < 100 days, sublethal studies are not required.
However,
since a sublethal study is available, the chronic risk will be assessed.
Examination
of the PIEC is against the trigger of 0.2*NOEC. The NOEC is 61 mg a.s./kg soil.
Corrected for the organic matter this amounts 28.68 mg a.s./kg. Thus, the
trigger value is 5.73 mg a.s./kg.
Table
E.13 Overview of soil concentrations and threshold exceeding factors at chronic
exposure
Use |
Substance |
Application
rate [kg/ha] |
Fre quency |
Interval
[day] |
Fraction
on soil |
PIEC soil [mg/kg] |
Threshold
exceeding factor |
Permanent non-cultivated area’s (i.e. verges, underneath
crash-barriers, traffic signs etc.) excluding hard surfaces |
Flumioxazin |
0.600 |
1 |
- |
1 |
0.80 |
0.14 |
The
threshold value for earthworms at chronic exposure to flumioxazin is not
exceeded. Therefore, all proposed applications/uses meet the standards as laid
down in the Regulation of Uniform Principles for Plant protection products
(BUBG).
7.5.3 Effects on soil micro-organisms
In the
tested soils no effects are observed on nitrogen and carbon metabolisation
processes at application rates of 1.75 mg a.s./kg soil (equivalent to 1.2 kg
a.s./ha) with flumioxazin. Since the reduction percentage is below 25% after 28
days, the standards from the Regulation of Uniform Principles for Plant
protection products (BUBG) regarding soil micro-organisms are met.
7.5.4 Effects on activated sludge
For the proposed use (permanently non-cultivated areas
excluding hard surfaces), no exposure of
activated sludge is expected. Therefore, the proposed applications comply with
the standards for activated sludge as laid down in the BUBG.
N.B. In the
monograph is stated that:
‘Due to:
-
the
rapid and extensive degradation of flumioxazin and limited usage
-
the
absence of significant effect on soil micro-organisms
-
the
negative results of microbial mutagenicity assays
no
significant contamination of sewage treatment plants is anticipated to arise
from the proposed agricultural use.’
Furthermore,
the notifier has provided a study (not evaluated; Noack, M. Ecological study –
respiration inhibition test with activated sludge, 2002) in which no EC50 could
be determined within the range tested due to no clear dose-response relation.
All effect % were below 20%. The EC50 is > 10000 mg/L.
The use on
permanent non-cultivated area’s excluding hard surfaces meets the standard for
activated sludge as laid down in the Regulation of Uniform Principles for Plant
protection products (BUBG).
7.5.5 Effects on non target-plants
No data to evaluate the risk on non-target
plants are available. This data is not needed for this risk assessment, but is
required for future risk assessments (coming under HTB 1.0). For future
assessments an adequate risk assessment according to the guidance document on
terrestrial organisms is needed.
Conclusions
any other organisms
The product
complies with the Regulation of Uniform Principles for Plant protection
products (BUBG).
7.6 Appropriate
ecotoxicological end-points relating tot the product and approved uses
See List of
End-points.
7.7 Data requirements
·
none
For future
assessments (coming under HTB 1.0):
·
an
adequate risk assessment for effects on non-target plants, according to the
guidance document on terrestrial organisms.
7.8 Classification and Labelling
Proposal
for the classification of the active ingredient (symbols and R phrases)
(EU classification)
Symbol: |
N |
Indication
of danger: dangerous for the environment |
Risk
phrases |
R50 |
Very
toxic to aquatic organisms. |
Proposal
for the classification and labelling of the formulation concerning the
environment
Based on the profile of the substance, the provided toxicology of the
preparation, the characteristics of the co-formulants, the method of
application, the following labeling of the preparation is proposed:
Substances,
present in the formulation, which should be mentioned on the label by their
chemical name (other very toxic, toxic, corrosive or harmful substances): |
|||
- |
|||
Symbol: |
N |
Indication
of danger: |
Dangerous
for the environment. |
R phrases |
R50/53 |
Very
toxic to aquatic organisms, may cause long-term adverse effects in the
aquatic environment. |
|
|
|
|
|
S phrases
|
S60 |
This material and
its container must be disposed of as hazardous waste. (Deze zin hoeft
niet te worden vermeld op het etiket indien u deelneemt aan het
verpakkingenconvenant, en op het etiket het STORL-vignet voert, en ingevolge
dit convenant de toepasselijke zin uit de volgende verwijderingszinnen op het
etiket vermeldt: 1) Deze verpakking is bedrijfsafval, mits deze is
schoongespoeld, zoals wettelijk is voorgeschreven. 2) Deze verpakking is
bedrijfsafval, nadat deze volledig is geleegd. 3) Deze verpakking dient nadat
deze volledig is geleegd te worden ingeleverd bij een KCA-depot. Informeer
bij uw gemeente.) |
|
|
S61 |
Avoid release to the
environment. Refer to special instructions/safety data sheets. |
|
Special
provisions: DPD-phrases3 |
- |
- |
|
|
|
|
|
Plant
protection products phrase: DPD-phrase |
DPD01 |
To avoid
risk for man and the environment, comply with the instructions for use |
|
Child-resistant
fastening obligatory? |
n.a. |
||
Tactile
warning of danger obligatory? |
n.a. |
In the GAP/instructions for use the following has to be stated:
7.9 Overall conclusions regarding the
environment
It can be
concluded that:
8.
Efficacy
8.1 Efficacy evaluation
Dose justification
In 12 proeven is naast de geclaimde dosering van Toki (1,2
kg/ha) ook een lagere dosering (0,8 kg/ha) beproefd, terwijl in de 3 in België
uitgevoerde proeven ook een hogere dosering (1,6 kg/ha) werd beproefd. Tussen
de 3 doseringen waren geen grote verschillen in werking aanwezig. Wel was in
een aantal proeven de tendens aanwezig dat de dosering van 0,8 kg/ha een
kortere werkingsduur had dan de hogere doseringen en dat de werking van 0,8
kg/ha een wat mindere werking had tegen een aantal monocotylen.
Efficacy against weeds
In totaal zijn 12 werkingsproeven uitgevoerd waarvan 3 in
België en 9 in Nederland, verdeeld over de jaren 2001 en 2002.
Tien proeven werden uitgevoerd op terreinen waarop op het
moment van toepassing nog geen onkruiden aanwezig waren; in een proef werden de
middelen op een aanwezige onkruidvegetatie toegediend. In enkele proeven was
een zware onkruidvegetatie aanwezig die 1 week voor toediening van de middelen
werd doodgespoten met paraquat, Roundup of MCPA. Dit zou een negatief effect
kunnen hebben gehad op de proefresultaten.
Naast de geclaimde dosering van 1,2 kg/ha werd in alle
proeven een dosering van 0,8 kg/ha toegediend en in 3 proeven een dosering van
1,6 k/ha.
Een dosering van 0,8 kg/ha lijkt marginaal gezien het feit
dat in een aantal proeven de werkingsduur t.o.v. de hogere doseringen wat te
kort schoot en gezien het feit dat de werking tegen een aantal monocotylen wat
minder was dan van de hogere doseringen.
Tussen 1,2 kg/ha en 1,6 kg/ha waren weinig verschillen
aanwezig.
In de proeven is een grote verscheidenheid aan dicotyle
onkruiden voorgekomen. Hoewel een aantal onkruiden slechts in beperkte mate
voorkwam en de bezetting niet overal de gewenste omvang had kan toch worden
geconcludeerd dat Toki in de geclaimde dosering van 1,2 kg/ha een goede en
langdurige werking heeft gegeven. Dit omdat de resultaten over de proeven heen
consistent zijn.
Alleen tegen enkele wilgenroosjessoorten was de werking wat
minder.
De werking was gelijk of beter dan die van de
standaardmiddelen op basis van dichlobenil en diuron.
In een andere proef werden de middelen op een bestaande
vegetatie toegepast en in 1 proef waarin een zware onkruidvegetatie aanwezig
was werden de middelen 1 week nadat deze vegetatie met paraquat was
doodgespoten toegediend. In beide proeven gaf Toki op enkele onkruidsoorten een
wat mindere werking. Waarschijnlijk waren in laatstgenoemde proef de onkruiden
op het moment van toediening van Toki nog niet geheel dood.
Uit de resultaten van deze beide proeven kan worden afgeleid
dat Toki bij voorkeur op een onkruidvrije bodem dient te worden toegediend.
Het aantal gegevens dat van de bestrijding van monocotylen
werd verkregen is vrij beperkt. De resultaten zijn wat wisselend. Geconcludeerd
kan worden dat tegen monocotylen de werkingsduur van Toki korter is dan tegen
dicotylen.
Conclusion
The product
complies with the Uniform Principles because, in accordance with article 2.1,
it controls the claimed weeds on permanent non cultivated land (excluding hard
surfaces),
8.2 Harmful effects
Harmfull
effects on plants or plant products are not relevant for phytotoxicity, yield,
succeeding or substitution crops and plants or plant parts used for propagation,
because the use of the product is restricted to non-cultivated areas were no
crops are grown.
8.2.1 Phytotoxicity
Not
relevant
8.2.2 Yield
Not
relevant
8.2.3 Effects
on succeeding crops or substitution crops
Not
relevant
8.2.4 Effects on plants or plant products to be
used for propagation
Not
relevant
8.2.5 Effects
on adjacent crops
Due to the
field of use claimed (non cultivated land where plant growth is unwanted), and
the fact that crops are seldom grown within the near vicinity (1-5 metres) of
these areas, no unacceptable adverse effects on adjacent crops are expected.
Conclusion
Based
on the characteristics of the product and the field of use claimed, no
unacceptable side effects are expected.
The
product complies with the Uniform Principles because it does not, in accordance
with article 2.2., induce any unacceptable side effects on plants or in this
case plant products, when used and applied in accordance with the proposed
label.
8.3 Resistance
No data are provided. Hardly any resistance
has been found against flumioxazin or PPO-inhibitors. One case of
resistance in Amaranthus rudis has been
reported in the United States. Considering the single application per year and
the mode of action, resistance build up risk is considered small.
Conclusion
The product
complies with the Uniform Principles, article 2.1.3 as the level of control on
the long term is not influenced by the use of this product because of the
possible build up of resistance.
8.4 For
vertebrate control agents: impact on target vertebrates
Not
applicable. This aspect is not relevant as no vertebrates are controlled.
8.5 Any other relevant data / information
The
following relevant data was used.
Appendix A
of chapter 8 (efficacy) of the Manual for the authorisation of pesticides
contains a list of crop and uses hierarchy to be used on the labels of
authorisations.
The
relevant part for the uses claimed is described in 9.2 permanent non cultivated
areas (table 8.1).
This group
contains both hardened and non-hardened surfaces. The numbers 9.2.1, 9.2.3,
9.2.5, 9.2.7, 9.2.8, 9.2.9 and 9.2.14 are hardened surfaces and use on these
areas is excluded, with a remark for 9.2.7, 9.2.8 and 9.2.9 that the use is
allowed provided the soil is not paved or covered with concrete. 9.2.15
(grafzerken) is excluded as it nowadays is a biocidal use.
Table
W.1 Overview permanent non cultivated areas
9.2. |
Permanent
onbeteeld terrein
|
9.2.1. |
Verharde wegen en paden |
9.2.2. |
Onverharde wegen en paden |
9.2.3. |
Trottoirs, straatgoten |
9.2.4. |
Spoor- en trambanen |
9.2.5. |
Parkeerterreinen, (bij) benzinestations |
9.2.6. |
Grensstrook van wegen en paden met de bermen |
9.2.7. |
Fabrieksterreinen |
9.2.8. |
Opslagterreinen |
9.2.9. |
Laad- en losplaatsen |
9.2.10. |
Onder hekwerken en afrasteringen |
9.2.11. |
Onder vangrails |
9.2.12. |
Rondom wegmeubilair (verkeersborden, bermpalen) |
9.2.13. |
Op (rieten) daken en muren |
9.2.14. |
Op terrassen |
9.2.15. |
Op flagstones, grafzerken |
9.2.16. |
Op tennisbanen (niet gras) en atletiekbanen |
9.2.17. |
Kunststof buitenbanen, kunststof sportvelden |
9.2.18. |
Overig permanent onbeteeld terrein |
9.
Conclusion
The product complies with the Uniform Principles.
The evaluation is in accordance with the Uniform
Principles laid down in appendix VI of Directive 91/414/EEC. The evaluation has
been carried out on basis of a dossier that meets the criteria of appendix III
of the Directive.
10. Classification
and labelling
Based on the profile of the substance, the provided toxicology of the
formulation, the characteristics of the
co-formulants, the method of application and the risk assessments, the
following labeling of the preparation is proposed:
Substances, present in the formulation, which should be mentioned on
the label by their chemical name (other very toxic, toxic, corrosive or
harmful substances): |
|||
- |
|||
Symbol: |
N |
Indication
of danger: |
Dangerous
for the environment. |
|
T |
Indication
of danger: |
Toxic |
R phrases |
R50/53 |
Very
toxic to aquatic organisms, may cause long-term adverse effects in the
aquatic environment. |
|
|
R61 |
May cause
harm to the unborn child. |
|
|
|
|
|
S phrases |
21 |
When
using do not smoke |
|
|
36/37 |
Wear
suitable protective clothing and gloves. |
|
|
45 |
In case
of accident or if you feel unwell, seek medical advice immediately (show the
label where possible). |
|
|
53 |
Avoid
exposure - obtain special instructions before use. |
|
|
S60 |
This material and
its container must be disposed of as hazardous waste. (Deze zin hoeft
niet te worden vermeld op het etiket indien u deelneemt aan het
verpakkingenconvenant, en op het etiket het STORL-vignet voert, en ingevolge
dit convenant de toepasselijke zin uit de volgende verwijderingszinnen op het
etiket vermeldt: 1) Deze verpakking is bedrijfsafval, mits deze is
schoongespoeld, zoals wettelijk is voorgeschreven. 2) Deze verpakking is
bedrijfsafval, nadat deze volledig is geleegd. 3) Deze verpakking dient nadat
deze volledig is geleegd te worden ingeleverd bij een KCA-depot. Informeer
bij uw gemeente.) |
|
|
S61 |
Avoid release to the
environment. Refer to special instructions/safety data sheets. |
|
|
SPo2 |
Wash all
protective clothing after use. |
|
|
|
|
|
Special
provisions: DPD-phrases |
- |
- |
|
|
|
|
|
Plant
protection products phrase: DPD-phrase |
DPD01 |
To avoid risk for man and the environment, comply with the
instructions for use |
|
Child-resistant fastening obligatory? |
n.a. |
||
Tactile
warning of danger obligatory? |
n.a. |
Explanation: |
|
Hazard symbol: |
- |
Risk
phrases: |
- |
Safety
phrases: |
ppp contains halogenated a.s. |
|
S36/37 is assigned based on the operator risk
assessment |
|
SPo2 is
assigned as the a.i. is included on annex I of 91/414 and is obligatory when
formulation is labelled with T. |
Other: |
- |
[1] INS: international and national quality standards for substances in the
Netherlands.
[2] National institute of public health and the environment.
[3] Methodology according to "The new decision
tree for the evaluation of pesticide leaching from soils", A.M.A van der
Linden, J.J.T.I. Boesten, A.A. Cornelese, R. Kruijne, M. Leistra, J.B.H.J.
Linders, J.W. Pol, A. Tiktak and A.J. Verschoor, RIVM report 601450019/2004,
RIVM, Bilthoven (2004).